Samenvatting Kindergeneeskunde
Inhoud
Anamnese & LO
Pasgeborene
ALS & BLS bij kinderen
Groei
Voeding
Puberteit
Infecties & Afweer
Congenitale hartafwijkingen
Allergie
Paroxsysmale stoornissen
Verstandelijke beperking
Veelvoorkomende problemen bij kinderen
,Anamnese
Altijd een volledige anamneses en tractus anamneses, waarbij de volgende zaken aan bod
moeten komen:
- Rvk:
- Ziektegeschiedenis: eerder gehad, ziekte, algemene toestand voorheen, medische
ingrepen
- Obstetrische anamnese: complicaties, intoxicaties, prenatale groei, habituele abortus,
duur zwanger
- Perinatale anamnese: bevallingswijze, gewicht, lengte, schedelomtrek, apgar, beloop
eerste dagen
- Voeding: moedermelk/fles, bijvoeding, snoep, fris
- Groei: groeicurve?
- Allergieën: huidafwijkingen, astma, hooikoorts, overgevoelig voeding
- Infecties + vaccinaties: volgens schema, geen reactie op inentingen
Tractus anamnese:
- Respiratoir: verkoudheid-, perioden v hoesten-, benauwdheid (piepen)-,
luchtweginfecties-, ontstekingen middenoor-, neusbloedingen-, keelklachten-,
snurken-
- Circulatoir + hematogeen: vermoeidheid-, kleurverandering-, hartkloppingen-,
bekende geruisen-, podb-, flauwvallen-, blauwe plekken-, nabloeden-, opgezette
lymfeklieren-
- Digestivus: voeding, eetlust, braken-, buikpijn-, ontlasting, obstipatie-, worminfecties-,
geelzucht-, gewichtsverloop
- Urologicus: zindelijkheid (dag/nacht), kleur, goede straal, frequentie
- Genitaliën: pijn-, jeuk-, rood-, afscheiding-, meisje: menarche, cyclus, regelmaat
- Spieren en gewrichten: zwelling-, stijfheid-, slapheid-, verminderde beweeglijkheid-
- CZS: koorstconvulsies-, verandering bewustzijn-, hoofdpijn-, nekstijfheid-, motoriek,
horen, zien, voelen, slaap/waakritme
- Fam. Anamnese: gezondheid andere gezinsleden, astma, eczeem, atopie, epilepsie,
tbc, dm, ontwikkelingsstoornissen, aangeboren afwijkingen
- Ontwikkeling: mijlpalen, zintuigelijke functies
- Thuis: gezinssamenstelling, eettijden, bedtijd, school (vriendjes, verzuim,
achterstand)
Lichamelijk onderzoek
Het lichamelijke onderzoek van het oudere kind is in principe hetzelfde als dat van een
volwassenen (complete lichamelijk onderzoek met daarbij ook het neurologisch onderzoek).
Bij kinderen moet er altijd otoscopie worden gedaan. Bij het lichamelijk onderzoek van de
pasgeborene of de zuigeling moeten er op de volgende aspecten worden gelet:
Inspectie
- Neurologie: geprikkeld, suf/mat, comfortabel, reactief
- Kleur: roze/plethorisch, cyanotisch, anemisch, icterisch, grauw
- Tonus: hypo-/normo-/hypertoon
- Alertheid/ Reactie op prikkels
- Motoriek: spontane bewegingen
- Premature/dysmature/serotiene kenmerken.
- Dysmorfe kenmerken
Schedel
- Fontanel: ingevallen, in niveau, gespannen
- Vorm: craniosynosthose, microcephalie, frontal bossing
- Schedelnaden: moulage
- Omtrek (cm)
,Gelaat
- Geboortetraumata: caput succedaneum, cephaal hematoom
- Neus: septum, doorgankelijk
- Mond: palatum, tong
- Oren: implant, kanteling, vorm, bijoortjes, pre-auriculaire pits
Hals
- Clavicula:
Extremiteiten
- Aantal tenen & vingers
- Standsafwijking of dysmorfie (handlijn)
Thorax
- Let bij inspectie op intrekkingen en luister naar eventuele ademhalingsgeluiden.
- Luisteren (let vooral op eventuele soufflé)
- Capillair refill
Abdomen
- Aspect: bol, hernia
- Auscultatie:
- Lever en milt: hepatosplenomegalie
- Navel en navelstreng: hernia, ontsteking, 2 arteriën 1 vene
- Liespulsaties:
Genitaal
- Duidelijk geslacht?
- Man: ingedaalde testikels
Rug
- Wervelkolom: sluiting, vorm, dimple
- Anus: aanleg, dimple
Reflexen
- Zuigreflex:
- Grijpreflex:
- Mororeflex:
, Samenvatting Kindergeneeskunde: De pasgeborene
Een te vroeg geboren is een kind dat in week 24-37 wordt geboren. In Nederland wordt een
kind onder de 24 niet geholpen.
Normaal gesproken begint een baby na de partus te huilen tijdens de periode in utero werd
er vruchtwater gemaakt door de longen en door de placenta. Baby ademt in utero
vruchtwater ook in, zodat de longen zich kunnen ontwikkelen. Als de partus begint, zullen de
longen het vruchtwater opnemen. Als de baby begint te huilen, zal het vocht uit de alveoli
verwijderd worden.
Dit mechanisme gaat echter niet altijd goed.
Om een baby na de geboorte te beoordelen (1,5 & 10 minuten) gebruik je de APGAR:
- A= Appearance (kleur)
- P= Pulse (hartfrequentie)
- G= Grimace (reactie op prikkels)
- A= Activitity (tonus)
- R= Respiration (ademhaling).
Als je een baby moet reanimeren, moet je eerst altijd beademen:
Reanimatie:
Drogen en beoordelen van het kind. Start nu de tijd.
Stimulatie is meestal niet nodig ivm het afdrogen.
Airway als baby niet adequaat ademt of huilt moet de luchtweg worden
geopend. Dit door hoofd in neutrale positie te brengen met jawthrust/ chin lift of
eventueel een tube. Als er spraken is van meconiumaspiratie moet het meconium
eerst worden uitgezogen (niet lager dan 5 sec. want anders kan er sprake zijn van
vagale prikkeling).
Breathing er moet met positieve druk beademt worden met kamerlucht (21%
zuurstof). Dit moet 5 keer gedaan worden. Er moet gekeken worden of de
beademing lukken= er moeten thoraxexcursies zijn. Als deze er niet zijn:
- Zet het masker opnieuw - Verhoog de inflatiedruk;
over mond en neus; - Overweg een tube;
- Breng het hoofd - Overweeg alternatieve
opnieuw in juist positie; methodes.