Hfst. 3 Sensatie en perceptie
3.1 Hoe verandert stimulatie in sensatie?
3.2 Waarin lijken de zintuigen op elkaar?
3.3 Wat is de relatie tussen perceptie en sensatie?
Sensatie en perceptie
Sensatie —> vroeg stadium van ‘perceptie’ stimulus wordt omgezet in patroon van
zenuwimpulsen en doorgestuurd naar de hersenen.
Sensatie is dus onze eerste gewaarwording van de stimulus.
Perceptie —> aan patroon van zenuwimpulsen wordt betekenis toegekend. Dus: wordt beïnvloed
door herinnering, emotie, motivatie.
Perspectief is dus een interpretatie van de sensatie
Belangrijk: alle info over extreme gebeurtenissen worden altijd gefilterd door de zintuigen en
vermengd met individuele emoties, motieven, herinneringen en verwachtingen. Dus; hoe objectief
is objectief?
3.1 Hoe verandert stimulatie in sensatie?
Kernconcept 3.1: De hersenen nemen de wereld indirect waar, omdat de zintuigen alle stimuli
omzetten in de taal van het zenuwstelsel: neurale impuls.
Zintuigelijke indrukken van de wereld bestaan uit neurale representatie van stimuli, niet uit de
werkelijke stimuli.
De rol van zintuigen:
- Waarschuwen voor gevaar
- Overleven
- Aandacht voor voedsel, partner
- Genieten
Gaat niet om de stimuli, maar om neurale representatie van stimuli (in hersenen), hersenen nemen
direct waar.
Stimuli wordt omgezet in sensatie door:
- transactie (omvorming): stimulatie verandert in sensatie
Zie blz. 86 figuur 3.1
Slide 6 —> Belangrijk
Drie kenmerken hebben alle zintuigen met elkaar gemeen:
1. Transductie
2. Sensorische adaptie
3. Drempels
, Deze kenmerken bepalen welke stimuli in sensatie worden omgezet, wat de kwaliteit van effect
van die sensatie is en of ze door ons bewust zijn zullen doordringen.
1. Transductie: stimulatie in sensatie veranderen
Transactie = proces waarbij de ene vorm van energie wordt omgezet in een andere vorm.
Specifiek: de omzetting van stimulus informatie in een zenuwimpuls.
Begint op moment dat een sensorisch neuron een fysische stimulus ontvangt (zoals geluidsgolf
van een trillende snaar), als stimulus het bijpassende zintuig bereikt (het oor), activeert het de
gespecialiseerde neuronen (receptoren) in het zintuig. Deze receptoren zetten prikkeling om in een
zenuwimpuls. Vb: diepvries pizza
Het enige wat door het zenuwstelsel verplaats wordt , is informatie in de vorm van een neurale
impuls passend bij de stimulus.
Hersenen zetten stimulus om in een vorm die hersenen kunnen begrijpen (neurale signalen).
2. Sensorische adaptatie
Sensorische adoptie = proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden als de stimulus
een bepaalde tijd op hetzelfde niveau aangeboden wordt.
Sensatie wordt in grote mate beïnvloed door verandering (springen in koud water op warme dag).
Onze zintuigen zijn gericht op verandering. Stimuli die niet veranderen in intensiteit of ander
kenmerk hebben de neiging naar de achtergrond van ons bewustzijn te verschuiven, tenzij ze heel
intens of pijnlijk zijn. (gewend aan verkeersgeluiden buiten, maar niet aan ambulance die met
sirenes aan komt rijden).
3. Drempels: de grenzen van sensatie
Absolute drempel = hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat de stimulus wordt opgemerkt. Het
uitgangspunt hierbij is dat de stimulus de helft van het aantal pogingen moet worden opgemerkt.
(klassieke psychofysico)
De drempel verschilt per persoon. Bv jij ziet een zwakke ster wel en je vriend niet. In dit geval ligt
de lichtsterke van de ster boven jouw absolute drempel (jij kan hem zien) en onder die van je
vriend (hij kan hem niet zien).
De absolute drempel is niet absoluut, hij verandert voortdurend door geestelijke alertheid en onze
lichamelijke conditie.
Verschildrempel (juist waarneembare verschil JWV) = het kleinst mogelijke verschil waarbij de
stimulus nog de helft van het aantal pogingen wordt opgemerkt.
Bv. Jij hebt tv aan en huisgenoot zit te leren en wilt geluid zachter. Wat is de kleinste verandering
die je moet doorvoeren om ter zorgen dat huisgenoot je goede bedoelingen opmerkt?
Het blijkt dat het JWV groot is als de intensiteit van de stimulus groot is, en klein als de intensiteit
van de stimulus klein is. Dit heet de Wet van Weber,
Wet van weber = theorie die stelt dat het JWV in proportioneel verhouding staat tot de intensiteit
van de stimulus. Met andere woorden: het JWV is groot als de intensiteit van de stimulus groot is
en Klien als de intensiteit van de stimulus klein is.
Bv. Bij volume
Signaaldetectietheorie
Signaaldetectietheorie = theorie die stelt dat sensatie afhankelijk is van de kenmerken van de
stimulus, de achtergrondstimuli en de detector. De signaaldetectietheorie erkent het feit dat de
detector, waarvan de lichamelijk een geestelijke toestand voortdurend veranderd, een sensorische
ervaring moet vergelijken met constant veranderende verwachtingen en biologische
omstandigheden.
Het geeft meer inzicht in absolute tempels en verschildrempes en geldt zowel voor biologische als
elektrische sensoren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mikatheunisz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.