Kua eind 19e eeuw begin 20e eeuw (Expressionisme)
Cultureel: realisme (niet nieuw), dagelijks leven.
Esthetisch: hoeft niet mooi te zijn altijd.
Religieus: Bijbel altijd.
Economisch: industriële revolutie.
Sociaal: dagelijks leven, arbieders, sociale problemen, diverse niveaus doen mee aan kunst,
kunst ook voor gewone mens.
Politiek: seculiere macht, democratie.
Expressionisme en abstractie
Lodewijk 14e was met academische kunst. Voor het eerst werd gewone mens afgebeeld
(boer). Impressionisme: breekt met academische regels (Voorstelling; mythes, wat? Inhoud;
moraliserend. Vormgeving; symmetrie, balans, harmonie, ideaal. Techniek; detail, glad).
Primitieve kunst (wat is anders?)
Afrikaanse nooit gebonden aan regels dus uit directe gevoel (weten niet beter), neigt naar
abstractie + avant-garde (experiment met vernieuwing).
Expressionisme, doel = expressie, emotie
- Uitdrukken emoties
- Persoonlijke stijl
- Geen vaste regels
- Felle en grauwe kleuren
- Disharmonische kleuren en symbolisme
- Gedeformeerde groteske vorm
- Ontbreken lijn- en kleurperspectief
- Gebroken/ scherpe lijnen
Fauvisme (alleen in Frankrijk) doel = expressie, emotie
- Onvermengde, onwerkelijke kleuren
- Kleur is belangrijker dan vorm/lijn/perspectief
- Contrast vormen: klassieke vs vereenvoudigd.
- Disharmonische compositie
- Geen schaduwen
Triest = donker, blij = licht (kleur).
MATISSE: fauvisme (geknipt en geplakt).
KIRCHNER: expressionisme (gezichten zijn uitgespitst).
MUNCH: expressionisme (alles is in beweging/ overlopend).
Abstracte kunst, DIT IS GEEN STROMING MAAR MANIER VAN
Hoeft geen herkenbare werkelijkheid/ figuratief te zijn maar gevoel. (Hardwerkend = grote
hand). Groepje gemeenschappelijk kenmerken = stroming.
- Weinig detail, felle kleuren, basisvormen, lijnen en kleur.
KANDINSKY: expressionisme, van figuratie (verhaal, men, natuur) naar abstractie (idee,
kleur, vorm/lijn). Genre abstractie: innerlijke noodzaak schilder.
KLEE: expressionisme, abstractie.
Zoektocht naar nieuwe vormentaal.
Kubisme
Vroeg kubisme:
- Vorm belangrijker dan kleur.
- Begin schets met geometrische vormen.
Analytische kubisme:
- Wisselend perspectief (door middel van ogen)
- Vorm gebroken
, Kua eind 19e eeuw begin 20e eeuw (Expressionisme)
- Verbinden ruimte/tijd, monochroom van kleur
Synthetische kubisme:
- Veel kleur
- Collage met letters/objecten/kranten
- Diverse structuren
BRAQUE: kubisme, alle theorie bedacht.
PICASSO: kubisme, wilde vernieuwing, opkomst Afrikaanse maskers.
Frankrijk is DE PLEK in 20e eeuw (Parijs): blauwe periode (droevig), roze periode (vrolijk).
Kubistische periode: Afrikaanse beeldhouwwerken, harder en strakker uitdrukkingswijze.
PICASSO’S EERSTE WERK: LES DEMOISELLES D’AVIGNON!!!
Modernisme 1e helft 20e eeuw: voornamelijk Picasso.
Klassieke periode: na Picasso Kubisme, vernieuwing): richting realisme.
Guernica; bombardementen, monochroom, analytisch kubisme.
DELAUNAY: kubisme/futurisme (blauwe ruiter).
FERNAND LÉGER: kubisme, geabstraheerde/geometrische vormen.
GRIS: kubisme/collages.
SCHWITTERS: collage (vernieuwing; 3D), bedenkt Merz + gebouw geen lijn parallel.
Fragmentatie: machinetijdperk; losse onderdelen, voorwerpen/ montage losse shots.
AVANAT-GARDE: + oorlog/revolutie (HIERDOOR KUNST ONTWIKKELD) (voortrekken
kunst)
- Zette zich af tegen traditie, het academische.
- Wilde iets geheel nieuws ontwikkelen, nieuwe uitdrukkingsvormen.
- Had het experiment hoog in het vaandel staan.
- Stelde zich op als de voorhoede van een maatschappelijke vernieuwing.
Futurisme
Kenmerken: technische ontwikkeling, moet zich richten op toekomst, herhaling/hoekige lijnen
& eerst alles kapot maken voor je iets kan maken.
BALLA: abstract, herhaling, futurisme.
BOCCIONI: dynamiek, momentopname. (Sfomato (da vinci): contourlijnen).
SEVERINI: theorie futurisme uitwerken.
Rayonisme (Larionov/Goncharova) (Frans)
Het gaat om aura’s (uitstraling) weergeven. Voor het eerst röntgenstraling/machnetisme.
Larionov: stralen (wat gebeurd met object), kristal. Goncharova: stralen als sterren.
Suprematisme, De Stijl, Neoplasticisme
MALEVICH: materieel is vergankelijk, geest blijft, vierkant als basisvorm, voor het eerst
monochroom (wit op wit). (Suprematisme)
MONDRIAAN: werkelijkheid boeit niet (kleur wel: iedereen begrijpt het), kern is primaire
kleuren (horizontaal/verticaal). (Neoplsticisme)
BRANCUSI: abstractie middel naar waarheid.
De Stijl: groep mensen (samen sterk), daarna naam stroming. Mondriaan eerst ook tot Stijl
essentie, universele waarheid wilde. Mondriaan zegt 2 kernlijnen en Doesburg diagonaal.
RIETVELD: grafisch ontwerper, diagonale stoelzetting, versiering afleidend; draait om lijnen.
BRANCUSI: beeldhouwer, (kern, materiaal en achterliggend idee), marmer: klassieke
oudheid -> begin kunst. Symbolische betekenis (1 veer = vogel). Grote impact: voor eerst
bewust spelen met combinatie van materialen.
Constructivisme
Abstractie + collages (woorden+letters uitwerken, foto+schilderkunst): industriële aspecten
(futurisme), accent op industrieel materiaal (beton, glas en metaal; staal, aluminium, ijzer).