Schilderkunst en architectuur (lees hoofdstuk 9 komende twee weken)
Uitprinten dia’s: 2, 3, 5, 6, 12, 15, 30, 31, 57, 58, 63, 77, 78, 79, 81, 85, 89, 106, 108, 109,
111, 112, 113, 121, 124, 125, 138, 139, 140, 141
High en low culture (definities leren) Dia 3
Komt over tweede helft 20e eeuw terug.
- In alle tijdvakken; factor: zoektocht naar vernieuwing; factor: democratisering (reden
voor het maken van onderscheid standen klassen).
De overheid wil iedereen gelijke kansen geven.
- Onafhankelijkheid van landen + afschaffen slavernij + emancipatie
Museums ontstaan kunst moet toegankelijk zijn
Kitch: mist eigenschappen van kunst
Kitch is NIET KUNST
Kerk adel rijke burger de rest (volgorde opdrachtgevers).
Tot 19e eeuw + culture: verschil in vermogen.
Door democratisering aangegeven dat het niet een verschil moet zijn.
Theater, concert, museum toegankelijk bordjes bij schilderijen + ckv als kunstvak op
school hoe overheid gelijkheid heeft gecreëerd in samenleving.
Amerika promoot Amerika aan Europa (propaganda etc.). Economische en politieke druk.
Postmodernisme: mengvorm van stijlen en invloeden
- Kenmerken: ongebruikelijke combi zo ontstaan nieuwe dingen.
Verwerk en gecombineerd
Niks is goed of slecht, geen vaste normen.
Versiering is mooi (ipv weg met versiering poespas).
Herkenbaarheid/ figuratief
Complex – tegenspraak – uitdaging
Originaliteit niet nodig, namaken yeah!
Geen vast imago (lady gaga en madonna bijv)
- Klokhuis 24 aug kort fabriek ding belangrijk (toets en examen)
Structuur steden was onder controle van overheid (meer eenheid).
Als architect gebouw gaat bouwen kijkt hij naar de omgeving (tweede helft 20e eeuw) (uniek,
uitstraalt, opvallen, herkenbaar, niet een van de zovele).
- Renzo Piano (daglicht museum dak): High-Tech (industriële materialen, buizen
buitenkant, flexibel interieur) Dia 7
Landmark: opvallen.
- Rem koolhaas: postmodernisme, veel lijnen.
! Stijlen architectuur 1945 leren!
- Prefab: kant en klaar om in elkaar te zetten (fabriek). High-Tech
- Organisch architectuur: niet alleen vloeiende lijnen; milieuvriendelijk (luchtcirculatie,
natuur).
- Design = toegepaste kunst
Postmodernisme: historische citaten.
Abstract expressionisme (POLLOCK: onbewuste, dans op het doek) (Newman: driehoek,
goud voor goddelijk en rood voor aardse).
Cobra is kunststroming en stijl, hoort in groep van abstract expressionisme.
Primitieve aspecten
Net na de oorlog
, Cobra: Copenhagen, Brussel, Amsterdam. Felle kleuren, thema’s (dieren/ mensen:
assemblage).
- Jean: alle elementen bewegen Centre Pompidou (High-Tech). Dagelijkse
materialen. Genetische kunst (het beweegt).
Monochroom postmodernisme/ klei.
Denken is een vorm van plastische kunst (Bruts), democratisering: deel Amerika,
Van voorstelling (Wat) Hoe? Inhoud: Manzoni vingerafdruk.
- Richard: alles is tijdelijk, leng-art (street-art overeenkomst).
- Christa en Jeanne-Claude: toerisme (geld), inpakken grote objecten +
rivieren/eilanden (kunst)
Pop art (na WOII): herkennen, maatschappelijke thema’s, provocatie, symbolisme, collage,
overdreven.
- Hamilton: logo’s, (picasso)
Surrealisme en collage: vervreemdende effecten, spelen met begrippen.
Collage Pop-Art (kunstenaars voor marketing): herkenbaarheid.
Warhol: De pop-art (marylin monroe).
Lichtenstein: stripfiguren en -boeken.
Blake: herkenbaar, humor.
Jones: amerikaanse vlag, doelen.
Scholte: speelt met begrippen, postmodernisme.
Koons: ready-mades.
Merz: kunst voor arme mensen. + Kounellis
Stella: abstractie en minimalisme. (Delounay)
Arte Povera: democratisering (factor) / emancipatiebeweging (arme en rijke kunstenaars
gelijk).
Perfomance art: kunstvorm postmoderne tijd (beeldende vorm en theater). Theater, dans
en film (multi-disciplinair).
- Postmodernisme: Mengvorm van stijlen en invloeden + persoonlijke stijl.
Installatie is kunstvorm: kunstobject met meerdere dagelijkse elementen (tijdelijk).
High-tech: tijdelijke architectuur.
Frank Stella: 3D werken, lijnen, vormen, (Delaunay).
Judd: minimalisme, spiegels.
Hirst: grootste invloedrijke kunstenaar, shockerende beelden, readymades.
Engagement: met bepaald achterliggend idee.
Rob Scholte en Mondriaan stijlcitaat.
Wanneer is iets kunst?
- Achterliggend idee boodschap
- Hoogste niveau van ambacht kwalitatief
- Uniek
- Originaliteit dat het zo bijzonder niet eerder gezien.
Dennis Hopper: Road-movie; reis maken (technologische ontwikkeling/ realistisch spel;
naturalistisch theater (stanislavsky)) eerst nog geen realistisch spel: geen geluid waardoor
realistisch niet of moeilijk te begrijpen is.
Eerste helft 20e eeuw = expressionisme film
- Method-acting: (doen echt drank en drugs).
Sirk: melo-drama/ koppeling heftige emoties/ relatie/liefde