Anatomie, Fysiologie en Pathologie
Het menselijk lichaam
Doelstelling en plaatsbepaling
Anatomie + fysiologie= functionele anatomie
Anatomie: de bouw van het menselijk lichaam.
Fysiologie: het functioneren van een levend organisme.
Pathologie: leer van ziekten/aandoeningen.
Pathofysiologie: de leer van de afwijkende processen die tot ziekte leiden en het effect
daarvan op de functies van het lichaam.
Homeostase: het ‘inwendig evenwicht’ van het lichaam.
Begrippen in de pathologie
Complicaties Onverwachte bijkomende aandoeningen die optreden in het beloop of
bij een behandeling van een aandoening
Diagnostiek Het geneeskundig onderzoek waarmee de aard van een
ziekte/aandoening (de diagnose) wordt vastgesteld
Epidemiologie (Leer van) het vóórkomen van ziekten/aandoeningen onder de
bevolking
Pathogenese Processen die tot ziekte leiden
Preventie Maatregelen om een ziekte/aandoening te voorkomen
Prognose Het verwachte ziektebeloop
Risicofactoren Factoren die de kans op ziekten/aandoeningen vergroten
Symptomen Klachten en verschijnselen van ziekten/aandoeningen
Therapie De behandeling van een ziekte/aandoening
Functionele anatomie
De bouw van een lichaamsdeel of orgaan hangt samen met de functie ervan.
Bouw en functie zijn dynamische variabelen, die elkaar beïnvloeden en zeer nauw
samenhangen. Je kunt beide grootheden wel van elkaar onderscheiden, maar nooit van
elkaar scheiden.
Functionele anatomie: behandelt de bouw van het menselijk lichaam in directe relatie met
de lichaamsfuncties.
Onderzoeksmethoden
Inspectie: je observeert systematisch de buitenkant van het lichaam.
Hoe is de kleur van de huid? Zijn er putjes of knobbels? Staat de persoon recht? Hoe beweegt
de persoon zich?
, Palpatie: je tast met de handen en vingers het lichaamsoppervlak op zo’n manier af dat je
iets te weten komt over dieper gelegen structuren.
Zijn er verhardingen in het weefsel te voelen? Zijn de spieren slap of juist gespannen? Heeft
de lever normale afmetingen? Is de frequentie van de hartslag normaal?
Percussie: je klopt aan de buitenkant op een deel van het lichaam om uit de hoogte van de
toon een indruk te krijgen van de toestand van het onderliggende weefsel.
Is het hart vergroot? Hoe ontplooien de longen zich tijdens de ademhaling?
Auscultatie: je luistert met een stethoscoop naar geluiden die door het lichaam
geproduceerd worden.
Welke tonen produceert het hart? Hoe actief zijn de darmen? Hoe stroomt de lucht door de
longen tijdens het ademen?
Laboratoriumonderzoek: er worden weefsels en vloeistoffen, zoals bloed, speeksel of urine,
onderzocht.
Hoe is de samenstelling van de bloedcellen? Zitten er bacteriën in het speeksel die een
ontsteking kunnen veroorzaken? Welke stoffen zitten er in de urine?
Röntgenstraling (X-straling): opname van de botten in het lichaam.
De kalkhoudende botten absorberen de straling niet, in tegenstelling tot de omringende
zachtere weefsels. Op een röntgenfoto lichten de botten daardoor wit op.
Computertomografie (CT): hierbij kunnen zachtere weefsels zichtbaar worden gemaakt.
Hier wordt ook röntgenstraling toegepast. De computer versterkt de verschillen in de maten
waarin weefsels de straling absorberen en kan er dan een afbeelding van maken. Terwijl een
röntgenfoto een soort skeletportret is, wordt bij een CT-scan een doorsnede van het totale
lichaamsdeel gemaakt. Hierop zijn de meeste typen weefsels herkenbaar.
Angiografie: men kan afwijkingen in de hartholten en in de bloedvaten opsporen.
Nadat een contrastvloeistof in de bloedbaan is gespoten kunnen de hartholten en
bloedvaten vervolgens door middel van röntgenfoto’s zichtbaar worden gemaakt. Zo ontstaat
een angiogram.
Magnetic Resonance Imaging (MRI): de te onderzoeken persoon wordt in een tunnel
geschoven die een zeer sterke magneet bevat, waarmee de waterstofatoomkernen in het
lichaam gemagnetiseerd worden. Deze kernen gaan zich als minimagneetjes gedragen en
draaien ten opzichte van de grote magneet in een bepaalde richting. Tegelijkertijd worden
vanuit de MRI-tunnel radiogolven uitgezonden waardoor de waterstoofatoomkernen gaan
meetrillen. Zodra de radiogolven gestopt worden, geven de waterstoofatoomkernen de
trillingsenergie af als signaleren. De computer kan deze signalen omrekenen in doorsneden,
die bepaalde eigenschappen van de structuren en weefsels weergeven.
Echografie/echoscopie: beeldvormend onderzoek met behulp van ultrageluidstrillingen.
Hierbij worden via een sonde hoogfrequente geluidsgolven het lichaam ingezonden. De
golven worden door de organen en weefselstructuren weerkaatst en vervolgens
geregistreerd. De computer zet de weerkaatste 22golven om in beeld.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmadriessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.