Casus 1:
Lees onderstaand fragment van een uitspraak
Gerechtshof Amsterdam
Aan de verdachte, H.E. Posthumus, is ten laste gelegd dat:
Hij op of omstreeks 30 oktober 202 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, J.W. Schuur, heeft
mishandeld door eenmaal tegen/in/op het gezicht van die J.W. Schuur, in elk geval tegen/in/op het
lichaam die J.W. Schuur te stompen en/of te slaan (Art. 300 Sr);
…
Het oordeel van het Hof
De verdachte was ten tijde van het ten laste gelegde werkzaam als portier bij café Bubbels te
Amsterdam. Omstreeks 03.30 uur werd hij erop geattendeerd dat een klant in het café agressief
gedrag vertoonde. Deze klant, aangever J.W. Schuur, bleek dronken te zijn en had naar indruk van de
verdachte ook drugs gebruikt. Nadat de verdachte hem een paar keer had aangesproken, heeft hij
J.W. Schuur uit het café verwijderd. Vervolgens is J.W. Schuur buiten voor de ingang van het café door
de verdachte tot rust gemaand en heeft hij aan zijn collega P.J. Jansen gevraagd de jas van J.W. Schuur
op te halen uit het café. J.W. Schuur ging voor de neus van de verdachte staan en probeerde daarop
het café weer binnen te gaan. De verdachte liet dit niet toe waarop J.W. Schuur beledigende taal
uitsloeg en slaande bewegingen maakte terwijl hij een stap in de richting van de verdachte zette. De
verdachte heeft daarop een rake vuistslag aan J.W. Schuur uitgedeeld. Deze vuistslag van de
verdachte raakte J.W. Schuur tegen het hoofd, waaraan laatstgenoemde een lichte kneuzing heeft
overgehouden. De verdachte heeft vervolgens zijn positie als portier bij de deur van het café weer
ingenomen. J.W. Schuur is weer richting de deur van het café gegaan van welke plek hij, door de
inmiddels weer naar buiten gekomen P.J. Jansen, is verwijderd.
Vraag 1
Geef gemotiveerd aan tot welke einduitspraak het Hof zal komen op grond van deze feiten? (10
punten)
- Beroep op noodweer?
- Correct noemen criterium: bijvoorbeeld noodzakelijke verdediging dan ook uitwerken en niet
alleen ‘ja’.
- Combinatie ogenblikkelijke aanranding, onmiddellijk dreigend gevaar. Twee arrest. Evident
sprake van een ogenblikkelijke aanranding, vanwege onmiddellijke dreigend gevaar.
Wederrechtelijk uitwerken. (2/10) punten binnen.
- Onmiddellijk dreigend gevaar (aanranding van lijf, goed etc.)(Vrees arrest noemen & Bijlmer
schietpartij) + wederrechtelijkheid (geen politie agent, niet gerechtvaardigd) = 2 punten
- Noodzakelijke verdediging (3/10). Criterium noemen. Kunnen of moeten onttrekken. Geen
indicatie dat verdachte klem stond. Niet het geval dat de verdachte zich moest onttrekken. 1
punt noemen correcte criterium: onttrekking gevergd worden. 2 punten toepassing op casus.
- Noodzakelijke verdediging (subsidiariteitsvereiste, onttrekken noemen (moeten en kunnen)
en uitwerken m.b.v. casus) (Garantstellung: kon niet van portier worden gevergd dat hij zich
onttrok van de situatie) = 3 punten. Portier Garantstellung niet genoemd – 1 punt.
- Noodweersituatie
- Noodzakelijke verdediging geboden; proportionaliteit/subsidiariteit. Subsidiariteit of er
sprake is van een evidente disbalans. (er is een arrest waarbij meerdere keren werd geslagen
en dat vond de rechter nog steeds goed) 3/10 punten.
- Geboden verdediging (subsidiariteitsvereiste + proportionaliteitsvereiste noemen, onredelijke
verhouding tussen aanranding en verdediging, geen schending van prop vereiste, hoefde niet
het minst strafbare feit te kiezen in deze situatie) = 3 punten
, - Sprake van noodweer.
- Mishandeling is het opzettelijk toebrengen van letsel zonder dat daar een
rechtvaardigingsgrond voor is.
- Mishandeling is tenlastegelegd. Noodweer zit hier in de tenlastelegging. Hier kom je niet toe
tot een bewezenverklaring. Vrijspraak. (2 punten)
- Er is sprake van noodweer, mishandeling (= zonder rechtvaardigingsgrond) in de
tenlastelegging, dus vrijspraak omdat wel een rechtvaardigingsgrond is = 2 punten
Casus 2:
In de snikhete tweede augustusweek van 2021 is er een legionella-uitbraak in de buitenbaden van
zwembad Waterslag te Groningen. Veertien bezoekers raken besmet, waarvan vijf blijvend lichamelijk
letsel oplopen. Zwemveilig BV, de beheerder van het zwembad, wordt onder meer vervolgd voor het
navolgende (fictieve) delict uit de Zwembadwet:
Art. X
‘Hij die een zwembad in bedrijf stelt zonder het zwemwater van minstens 0,5 mg chloor per
liter zwemwater is voorzien, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of
geldboete van de tweede categorie.’
Uit art. Y van de Zwembadwet blijkt dat handelen in strijd met art. X een overtreding is.
Vaststaat dat Roald, sinds eind juli 2021 medewerker van Zwemveilig BV, in die tweede week van
augustus de buitenzwembaden in bedrijf heeft gesteld. Zijn werkgever, Zwemveilig BV, beheert het
gebouw en de zwembaden van Waterslag, waaronder het beheer en onderhoud van het zwemwater
van de buitenzwembaden valt. Uit onderzoek blijkt dat er in de week voorafgaand aan en in de week
van de legionella-uitbraak slechts 0,1 mg chloor per liter zwemwater in de buitenbaden zat, waardoor
de legionellabacteriën vrij spel hebben gekregen. In de week voorafgaand aan de legionella-uitbraak
merkt Roald het tekort op en informeert vervolgens per Whatsapp bij Ties, chef onderhoud van
Zwemveilig BV, over het toereikende chloorgehalte van het zwemwater. Ties appt terug: ‘Vandaag
wordt een partij chloor geleverd, dus je kunt het tekort aanvullen en daarna mag je de buitenbaden
in bedrijf stellen. Je hebt twee weken geleden nog een uitgebreide cursus gevolgd over het
onderhoud van het zwemwater, dus je weet hoe je dat moet doen.’
In verband met een logistieke storing bij het bedrijf dat de partij chloor zou aanleveren, wordt de
chloor niet geleverd. Roald denkt aan de enorme winst die het bedrijf zal derven als de buitenbaden
niet worden opgesteld voor bezoekers en besluit de buitenbaden desondanks toch maar in bedrijf te
stellen. Roald licht Ties hierover niet in. Daarnaast staat vast dat Ties niet meer bij Roald heeft
geïnformeerd over de afhandeling van deze kwestie. Uit nader onderzoek blijkt ten slotte dat de
buitenbaden van Waterslag in de zomer van 2019 ook al eens in bedrijf waren gesteld terwijl het
chloorgehalte niet aan de gestelde vereisten voldeed. Destijds leidde dat evenwel niet tot een
legionella-uitbraak. Ties verklaart later dat hij ten tijden va het in bedrijf stellen van het
buitenzwembad op vakantie was in Egypte. Hij verklaart vervolgens: ‘Het is oliedom van mij dat ik
geen navraag meer heb gedaan bij Roald, maar ik heb er domweg op vertrouwd dat het wel goed zou
komen. Achteraf had ik natuurlijk beter moet weten!’.
Vraag 2
Geef gemotiveerd aan of de rechter bewezen zal achter dat Zwemveilig BV art. X van de
Zwembadwet heeft overtreden. (10 punten)
- Welk delict is hier tenlastegelegd? Overtreding, geen misdrijf. Hiervoor ben je geen opzet of
schuld nodig. Art. X staat nergens opzet of wetende dat. Straf is hechtenis drie maanden en
die krijg je niet bij een misdrijf.