Leerdoelen sociale zekerheidsrecht
Leerdoelen week 1
De student kan aan het eind van deze week:
- de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen
schetsen;
Forse ingrepen in het stelsel
Vanwege economische omstandigheden
Volumebeperking (hoogte en duur)
Strengere toegang aan de poort
Wet poortwachter
Aanscherping keuringseisen
Wet huisbezoeken
Meer accent op activering
Wet werk en bijstand
Wet werken en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Participatiewet
Terugtrekkende overheid: privatisering en marktwerking:
Doorbetaling loon bij ziekte gedurende 104 weken
Privatisering van derde WW jaar
Aanvullende pensioenen
- de organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel
beschrijven;
- de financiering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel uitleggen;
De financiering gebeurd door middel van premies en belastingopbrengsten (zie volgende
leerdoel).
- onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en
sociale voorzieningen;
Werknemersverzekeringen;
Onder de werknemersverzekeringen vallen de WW, de WAO, de Wet WIA en de ZW.
De kenmerken van de werknemersverzekeringen zijn:
, Bij een werknemersverzekering zijn werknemers verzekerd. In de regel zijn dat
personen die op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn
De financiering gebeurt door dat werknemers en/of werkgevers de premie,
gebaseerd op het loon van de werknemer, betalen
De uitvoering geschiedt door het UWV
In het algemeen is de hoogte van de uitkering afgeleid van het dagloon. Het
dagloon is meestal het in het afgelopen jaar gemiddeld per dag verdiende salaris
tot het maximumdagloon. Er is dus een directe koppeling tussen de hoogte van
het salaris en de te ontvangen uitkering. De uitkering betreft een individuele
uitkering en houdt dan ook geen rekening met het feit dat de
uitkeringsgerechtigde een vermogen heeft, dan wel een partner met inkomen of
vermogen. Anders gezegd: de werknemersverzekeringen kennen geen
partnerinkomenstoets en geen vermogenstoets.
De loongerelateerde uitkering is in duur beperkt en meestal afhankelijk van het
arbeidsverleden (WW, Wet WIA).
Volksverzekeringen;
Onder de volksverzekeringen vallen de AOW, de Wet langdurige zorg (WLZ), de
Algemene nabestaandewet (Anw) en de Zvw. De kenmerken van een
volksverzekering zijn:
Bij een volksverzekering zijn alle ingezetenen van rechtswege verzekerd. Voor de
AOW geldt bovendien een opbouwsysteem: voor ieder jaar dat men vanaf de 15-
jarige leeftijd in Nederland woont, is de opbouw 2%. Voor de Zvw geldt in die zin
een afwijkende regeling, dat niet alle ingezetene verplicht verzekerd zijn, maar
voor iedere ingezetene de verplichting bestaat een verzekeringsovereenkomst af
te sluiten.
Volksverzekeringen worden gefinancierd door iedereen die inkomstenbelasting
betaalt. Werkt men in loondienst, dan gebeurt dit door middel van de zogeheten
loonheffing op het inkomen. Werkt men als zelfstandige, bijvoorbeeld als zzp’er,
dan krijgt men van de Belastingdienst een aanslag op het inkomen.
De uitvoering is in handen van de Sociale Verzekeringsbank (AOW, Anw), de
zorgkantoren (Wlz) en de zorgverzekeraars (Zvw).
In het algemeen is de hoogte van de uitkering gerelateerd aan het minimumloon
(AOW, Anw). Ook volksverzekeringen verschaffen een individuele uitkering (geen
partnerinkomens- en vermogenstoets), maar op dit uitgangspunt bestaan wel
belangrijke uitzonderingen.
De duur is, in tegenstelling tot de werknemersverzekeringen, niet afhankelijk van
het arbeidsverleden. Het AOW-pensioen duurt bijvoorbeeld voort tot aan de
datum van overlijden, ongeacht het aantal gewerkte jaren.
Sociale voorzieningen;
Onder de sociale voorzieningen vallen de bijstand (Participatiewet) en de Algemene
kinderbijslag wet (AKW). Dit zijn algemene regelingen. Daarnaast zijn er nog
regelingen voor een bijzondere doelgroep, zoals de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet IOAW), de
Toeslagenwet (TW), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
(Wajong) en de Wmo. Maar ook de zorgtoeslag en het kind gebonden budget kan
men onder de sociale voorzieningen scharen, omdat ook deze regelingen
inkomensondersteuning bieden.
Met betrekking tot de kring va verzekerden, financiering, uitvoering en voorwaarden
kenmerken de sociale voorzieningen zich als volgt:
Rechthebbend is iedere Nederlander en tevens de niet-Nederlander die hier
rechtmatig verblijft