Goederenrecht Samenvatting
Een samenvatting van hetgeen dat in de hoorcolleges in behandeld, met aanvullingen van hetgeen
dat tijdens de tutorials is verduidelijkt. Waar mogelijk heb ik casussen geschetst om de stof
begrijpelijker te maken.
NB: De voorgeschreven literatuur hier is Pitlo goederenrecht, deze samenvatting kan dus ook
gebruikt worden door studenten van andere universiteiten.
Vertegenwoordiging
(Let op, dit onderwerp komt voor 95% zeker terug in het tentamen)
Er bestaat onmiddellijke en middellijke vertegenwoordiging.
Mocht je ergens in het Burgerlijk Wetboek vertegenwoordiging tegenkomen, dan wordt
er onmiddellijke vertegenwoordiging bedoeld, dit is de enige echte vertegenwoordiging.
Onmiddelijke vertegenwoordiging houdt in dat de vertegenwoordiger handelt in naam
van de achterman/principaal (dus voor een ander). Het kenmerk hiervan is dat de
rechtshandeling die de vertegenwoordiger verricht, wordt toegerekend aan de
achterman/principaal. Dat wil dus zeggen dat de vertegenwoordiger slechts een
tussenpersoon is, hij verricht hem wel maar is geen “partij” en valt er dus tussenuit. In
principe heeft de principaal/achterman de rechtshandeling dus zelf verricht.
Middellijke vertegenwoordiging is geen echte vertegenwoordiging in de zin van het
Burgerlijk Wetboek. Deze middellijke vertegenwoordiger handelt in eigen naam, deze
tussenpersoon raakt dus ook zelf gebonden en wordt partij.
De (on)middellijke vertegenwoordiging kan dus ook een rol spelen bij de overdracht van
goederen. Het goed moet immers geleverd worden. Hier zijn vier situaties denkbaar.
Levering aan onmiddellijke vertegenwoordiger; stel A geeft de opdracht
(lastgeving ex. art. 7:414 BW) aan B om voor hem een boek te kopen op een
boekenbeurs, B koopt uiteindelijk een speciaal boek van C.
o De koopovereenkomst ontstaat dus tussen A en C, B is immers
onmiddellijk vertegenwoordiger.
o Eigendom is overdraagbaar, zo stelt art. 3:83 lid 1 BW. De overdracht moet
kan volgens art. 3:84 lid 1 BW alleen geschiedden mits er sprake is van een
geldige titel (de koopovereenkomst en de lastgevingsovereenkomst;
samengestelde titel), door een beschikkingsbevoegde (C is eigenaar van het
boek en is derhalve beschikkingsbevoegd) en door middel van een
levering.
Levering van roerende zaken geschiedt krachtens art. 3:90 lid 1 BW
door middel van bezitsverschaffing zoals bedoeld in art. 3:114 BW,
dat hiervan sprake is blijkt uit art. 3:110 BW. C levert dus direct aan
V.
Doordat B lasthebber is zal hij, indien hij het boek fysiek in
zijn handen krijgt, gelijk houder voor A worden. Daarmee
, gaat het bezit direct op A over. Dit blijkt uit art. 3:110 BW, de
rechtsverhouding (de lastgeving) bepaalt dus al dat B (ter
uitvoering van die rechtsverhouding) direct houder zal
worden voor A.
Levering aan middellijk vertegenwoordiger; stel A geeft de opdracht
(lastgeving ex. art. 7:414 BW) aan B om voor hem een boek te kopen op een
boekenbeurs, B koopt uiteindelijk een speciaal boek van C. B handelt echter niet
in naam van A, maar in naam van zichzelf. B is dus middellijk vertegenwoordiger.
o De koopovereenkomst wordt gesloten tussen B en C, C handelt immers in
naam van zichzelf.
o Eigendom is overdraagbaar, zo stelt art. 3:83 lid 1 BW. De overdracht moet
kan volgens art. 3:84 lid 1 BW alleen geschiedden mits er sprake is van een
geldige titel door een beschikkingsbevoegde (C is eigenaar van het boek en
is derhalve beschikkingsbevoegd) en door middel van een levering.
Levering van roerende zaken geschiedt krachtens art. 3:90 lid 1 BW
door middel van bezitsverschaffing zoals bedoeld in art. 3:114 BW,
dat hiervan sprake is blijkt uit art. 3:110 BW. C levert dus direct aan
A.
Doordat B lasthebber is zal hij, indien hij het boek fysiek in
zijn handen krijgt, gelijk houder voor A worden. Daarmee
gaat het bezit direct op A over. Dit blijkt uit art. 3:110 BW, de
rechtsverhouding (de lastgeving) bepaalt dus al dat B (ter
uitvoering van die rechtsverhouding) direct houder zal
worden voor A.
De geldige titel vloeit voor een gedeelte voort uit de
koopovereenkomst tussen B en C, het andere gedeelte van de
geldige titel vloeit voort uit de lastgevingsovereenkomst tussen A
en B. Je hebt beide overeenkomsten nodig om te voldoen aan het
vereiste van een geldige titel. Het gaat hier dus om een
samengestelde geldige titel.
Levering door onmiddellijk vertegenwoordiger; stel A geeft de opdracht
(lastgeving ex. art. 7:414 BW) aan B om een boek te verkopen aan C. B handelt als
onmiddellijk vertegenwoordiger, in naam van A.
o De koopovereenkomst wordt gesloten tussen A en C, B is immers
onmiddellijk vertegenwoordiger.
o Eigendom is overdraagbaar, zo stelt art. 3:83 lid 1 BW. De overdracht moet
kan volgens art. 3:84 lid 1 BW alleen geschiedden mits er sprake is van een
geldige titel (koopovereenkomst tussen A en C) door een
beschikkingsbevoegde (A is eigenaar van het boekje en derhalve
beschikkingsbevoegd) en door middel van een levering.
B zal het boek moeten leveren aan C. B verricht hier dus wederom
een rechtshandeling in naam van A. Juridisch gezien wordt ook de
levering dan gedaan door A. Levering van roerende zaken geschiedt
krachtens art. 3:90 lid 1 BW door middel van bezitsverschaffing
zoals bedoeld in art. 3:114 BW, B verschaft het bezit aan C, in naam
van A.
, Levering door middellijk vertegenwoordiger; stel A geeft de opdracht
(lastgeving ex. art. 7:414 BW) aan B om een boek te verkopen aan C. B handelt
dus als middellijk vertegenwoordiger, op eigen naam en wordt derhalve zelf
partij.
o Eigendom is overdraagbaar, zo stelt art. 3:83 lid 1 BW. De overdracht moet
kan volgens art. 3:84 lid 1 BW alleen geschieden mits er sprake is van een
geldige titel een beschikkingsbevoegde en door middel van een levering.
B zal het boek moeten leveren aan C. B heeft de zaak van A onder
zich, hij is dus houder. De levering is ook een rechtshandeling, B
levert dus ook in eigen naam aan C. B mag dit doen mits er
toestemming is van A, die is er.
De beschikkingsbevoegdheid van B vloeit voort uit de
lastgevingsovereenkomst tussen A en B. A is sowieso
beschikkingsbevoegd, B is lasthebber van A en is derhalve
beschikkingsbevoegd om het boek terwijl hij houder is te
vervreemden.
De geldige titel vloeit voor een gedeelte voort uit de
koopovereenkomst tussen B en C. Het andere gedeelte vloeit voort
uit de lastgevingsovereenkomst tussen A en B. Hier is dus sprake
van een samengestelde titel. Op deze manier wordt er aan het
vereiste van de geldige titel voldaan.
Gezien het feit dat C slechts een tussenpersoon is valt hij
ertussenuit, het eigendom gaat direct over van A op C.
De afhankelijkheid van zekerheidsrechten.
Een zekerheidsrecht is bedoeld om een vordering die je hebt te versterken. Stel A
(schuldeiser) heeft een vordering op B (schuldenaar). A wil echter graag wat extra
zekerheid dat hij zijn geld wel terug krijgt. Dit kan door middel van een pand- of
hypotheekrecht. B heeft dus een lening gekregen van de A en in ruil daarvoor heeft B
aan A het recht van hypotheek of pand moeten geven. Wanneer de B de lening aan A
volledig heeft terugbetaald vervalt niet alleen de vordering maar vervalt ook het
zekerheidsrecht in de vorm van pand of hypotheek van A. Het hypotheek/pandrecht
is namelijk voor zijn bestaan afhankelijk van die verzekerde vordering.
Het kan ook zo zijn dat A van die vordering op B af wil, hij kan de vordering kan
overdragen/verkopen aan een ander; ofwel cessie van de vordering. A heeft dan niets
meer aan het hypotheek/pandrecht van B, het hypotheek/pandrecht gaat dan met de
vordering mee op de ander. De ander verkrijgt dan met de vordering ook het
zekerheidsrecht.