Snap jij die ouders?
Samenvatting hfst: 1, 4, 5, 6 & 7
Hoofdstuk 1: De tijdloze en kwetsbare relatie van een ouder met zijn kind
1.2 Over de geboorte van een kind en de geboorte van ouderschap
Een kind krijgen is zo ingrijpend dat het ook invloed heeft op de persoon van de ouder en op
zijn hele leven. Het werkt ook door in de relatie met de eigen ouders van de ouder. Aan het
begin van een nieuw leven worden de gevaren en kwetsbaarheid in het verdere verloop
ervan vaak sterk ervaren. Ouders voelen en beseffen dat ze daar verantwoordelijk voor zijn.
Met de geboorte beseffen de ouders in elke laag van hun bestaan dat de geestelijke,
lichamelijke en sociale ontwikkeling van hun kwetsbare kind van hen afhangt. Er wordt
onvoorwaardelijk ja gezegd: Ja, jij bent mijn kind en ik jouw ouder.
De wens om een kind te krijgen wordt als levenslang en allesomvattend bezongen.
Allesomvattend betekent ook dat er geen einde aan komt. De intensiteit van ouder worden is
zo sterk dat het zelfs iemands levenstijd overstijgt. Ouderschap is onsterfelijk, tijdloos en dus
is de onvoorwaardelijke opdracht die de ouder zichzelf geeft: Ik zal alles doen wat nodig is
om goed voor jou te zijn.
Er ontstaan loyaliteitsbanden tussen ouder en kind.
1.3 De geboorte van de onvoorwaardelijkheid
Ouder ervaren het bestaan van hun kind en zichzelf niet meer los van elkaar. Dat maakt
ouderschap tot een vorm van bestaan. Een manier van ‘zijn’ die tijdloos is. Is iemand
eenmaal ouder, dan blijft hij of zij levenslang de ouder van dat kind. Wat er ook gebeurt.
Het moment waarop een ouder zegt: ja, jij bent mijn kind, is eigenlijk de geboorte van het
ouderschap. De geboorte van onvoorwaardelijkheid. Dat moment valt dus niet perse samen
met de bevalling. Soms is het ervoor, soms erna, bijvoorbeeld voor adoptie of pleegouders.
1.4 Ouderschap, een nieuwe identiteit
Door een kind als ouder te omarmen, verandert het zelfbeeld van de volwassene. De eerder
bestaande persoonlijke behoeften, ideeën, wensen en verlangens verdwijnen niet. Ze zijn er
nog, maar het nieuwe beïnvloedt het denken zodanig, dat je kunt spreken van een nieuwe
identiteit als ouder.
Wanneer iemand ouder wordt, verandert ook het beeld dat andere volwassenen hebben van
die persoon en van de relatie die zij met elkaar hebben. De partnerrelatie, vriendschappen,
buren, familie, worden door de geboorte van een kind beïnvloedt. Je zus wordt tante, je
vader opa en je partner wordt de vader of moeder. Allen hebben een beeld van hoe jij als
ouder bent of moet zijn. Of je daar wel of niet aan voldoet, de relaties veranderen.
1.5 Ouderschap en het overdragen van de opvoeding van je kind
Door omstandigheden kan het voorkomen dat de ouder geen opvoeder of verzorger voor het
kind kan zijn. Bijvoorbeeld wanneer iemand in een kliniek of ziekenhuis is opgenomen.
Alleen de persoon waarom het gaat kan aangeven wat zijn detentie voor hem als ouder
betekent. Zoals ook alleen een kind de vraag kan beantwoorden wat de detentie van de
ouder voor hem betekent.
, Soms zijn er omstandigheden waardoor iemand de opvoeding van zijn kind aan anderen
moet overlaten (drugs, drank gebruik). Bijvoorbeeld door een kind tijdelijk in een pleeggezin
te plaatsen of ter adoptie af te staan. Dit grijpt diep in op het leven van kind en ouder. Het
besluit om de opvoeding aan een ander over te laten, kunnen we zien als afweging van de
ouder: een ander kan het kind meer bieden dan ik denk dat zelf te kunnen. Deze ouder
neemt g volledig de verantwoordelijkheid op zich voor het antwoord en de vraag wat hij het
beste vindt voor zijn kind. Zelfs wanneer dit een tijdelijke of levenslange breuk is.
1.6 Over onzekerheid, tegenstrijdige gevoelens en kwetsbaarheid van ouders
Al tijdens de zwangerschap spelen vragen. Zal mijn kind gezond zijn? Welk karakter? etc.
Min of meer komen vragen altijd voor. Omdat ieder kind, maar ook de ouder een uniek
persoon is. Het roept ook zelf reflectievragen op. Hoe zal ik als ouder zijn? Weet ik hoe het
moet?
Gaandeweg kom je als ouder tot de ontdekking hoe het is om te leven met de wetenschap
dat je wel jouw afkomst kent, maar niet de toekomst van je kind. Ondertussen voel je in al je
vezels dat jij een onuitwisbare invloed hebt op zijn toekomst en je kind op die van jou.
Ouders zeggen volmondig ja op iets waarvan ze niet precies weten wat het inhoudt.
Het krijgen van een kind zet ouders voortdurend voor de opgaven hun leven anders in te
delen. Moet ik aanpassen aan slaapritme? Moet ik voeden op vraag van mijn kind? Deze
opgave gaat gepaard met spanningen en tegenstrijdige en ambivalente gevoelens. Een
andere bron van spanning komt voort uit de tegenstelling tussen enerzijds de permanente
ouderlijke zorg en anderzijds de levensdrang en behoefte aan zelfstandigheid van het kind.
Ouders blijven ouders en blijven bekommerd om het welzijn van hun kind. Kenmerkend is
dat welke keuze de ouder ook maakt, altijd die keuze voor zowel het kind als de persoon van
de ouder zelf raakt. De ouder beoordeelt zichzelf as ouder tegen het licht van zijn eigen
wens het beste te doen voor het kind.
Kiest de ouder voor eigen behoeftebevrediging uitstellen ten gunste van het kind, kan dit
zorgen voor positieve zelfbeoordeling. Het vraagt aan de andere kant ook om tegen de
persoonlijke wensen of verlangens in te gaan of ze minstens uit te stellen. Gevoelens van
jezelf te kort doen of het kind gaan hiermee gepaard. Welke keuze je ook maakt. Een ouder
kan zijn beslissingen over zijn eigen bestaan niet meer los zien en losmaken van het
bestaan van zijn kind.
Wanneer er iets niet goed gaat met een kind, voelen ouders zich vaak schuldig.
1.7 Eenmaal ouder altijd ouder, maar voor ieder kind anders.
Voorbeeld: Moeder zwaait naar dochter in groep 8, terwijl ze op school komt om haar lunch
te brengen. Dochter negeert en zegt thuis: Doe niet zo stom mam, ik schaam me dood! Een
aantal jaar later gebeurt hetzelfde: zoon vergeet lunch en moeder brengt. Op school denkt
ze ik zal maar niet zwaaien, dan schaamt hij zich. Thuis: Mam zag je me niet op school?
Moeder: ja hoor.. Zoon: Waarom zwaaide je dan niet naar me?
In het voorbeeld dacht moeder geleerd te hebben van haar ervaring met dochter. Helaas. De
veranderende vragen waarvoor ouders zich gesteld zien, betekenen dat ze een bepaalde
mate van onzekerheid en kwetsbaarheid blijven houden.
Met de ontwikkeling van een kind verandert het kind, de ouder-kindrelatie en ook de ouder
zelf. Vanaf het moment waarop de ouder een kind krijgt, zijn het nooit meer alleen de
persoonlijke ontwikkelingen die bepalend zijn voor zijn keuzes en levensgeluk, maar
voortaan ook het levensgeluk van het kind.