Hoorcollege gedragswetenschappen week 1: Kinderen van ouders
met psychische problemen (KOPP) deel 1:
Wat is KOPP/KVO:
- Kinderen van ouders met Psychische of Verslavingsproblematiek.
(Depressie, angst, schizofrenie(heel gevoelig voor stress, psychose),
persoonlijkheidsstoornissen. Verslaving: alcohol of drugs)
- Kinderen groter risico op: psychische problemen of verslavingsproblemen
(drugs/alcoholverslaving).
(Verslaving, depressie, school, criminaliteit, angst, sociale problemen.)
- Iedere leeftijdscategorie eigen problematiek.
Omvang (hoe groot is nu de groep):
- Lastig, definitie kwestie.
- Boek: 1,5 miljoen kinderen <22 jaar groeit op bij een gezin waar een of meerdere ouders een
stoornis hebben.
- Trimbos (Het Trimbos-instituut is het landelijk Nederlands kennisinstituut voor geestelijke
gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg.)
580.000 <18 jaar 420.000 <12 jaar.
Niet meegeteld zijn: ouders met persoonlijkheidsstoornis, eetstoornis, psychose,
alcoholen drugsmisbruik.
- 1/3 krijgt zelf géén problemen, 1/3 tijdelijk, 1/3 ernstig.
Hoe uiten zich problemen bij kinderen?
- Parentificatie (ouder van de ouder)
- Geen vriendjes mee willen nemen (geen kindrol dus)
- Schaamte- en schuldgevoelens (tegen iemand vertellen is tevens verraad/loyaliteit)
- Cijfert zichzelf weg (onzichtbaar maken)
- Geringe coping vaardigheden (weet niet hoe die met problemen om moet gaan)
- Separatieangsten (bang om in de steek te laten te worden, dat ze weggaan, niet goed doen)
- Let op: signalen niet altijd zichtbaar! (gevoelens worden bewust gemaskeerd uit schaamte)
Risicofactoren voor kind: de ouder.
- Niet de aard, maar de ernst en chroniciteit van de stoornis/symptomen.
(Achterdocht, apathie, angst, psychoses, huilen, opsluiten, moe, scheiden, gebruik)
- Risico neerwaartse spiraal.
( Relatieproblemen, schulden, geweld, geïsoleerd raken, gebruik, verwaarlozing)
- Zorgmijders.
(<30 % zoekt geen hulp)
Risicofactoren voor kind: de gezinssituatie.
- Geen ‘gezonde’ ouder of overvraagde ouder aanwezig.
(Overbelasting, roofbouw, chronische stress)
- Conflicten tussen ouders. Partner moet met al het (angstaanjagende) gedrag om kunnen
gaan.
(Gedrag partner kan probleem weer versterken)
- Disfunctioneel ouder- kindcontact.
(Responsiviteit en onvoorspelbaarheid en lichamelijk contact)
1
, Hoorcollege gedragswetenschappen week 2: Kinderen van ouders
met psychische problemen (KOPP) deel 2:
Risicofactoren voor het kind: het kind zelf:
- Geringe sociaal-emotionele vaardigheden en sociale redzaamheid.
- Onveilig gehecht kind!
- Gezonde ouder die ziek wordt
Verlies met name bij oudere kinderen, dus rouw. Moet herkend worden!
- Aangeboren kwetsbaarheid
Extra gevoelig voor: bizar gedrag, ouder bezoeken in psychiatrische ziekenhuis,
zelfmoordpogingen. = stress.
- Soms chronische stress
Constant alert zijn, gemis aan (lichamelijk) contact, voortdurende angst, en
machteloos om hier iets aan te doen.
Chronische stress toegelicht:
- Suïcidepoging:
Wat zegt het ouder tegen het kind?
- Daadwerkelijke suïcide:
Moeilijkste rouw voor het kind.
- Ouders die weglopen?
Moeilijkste rouw voor het kind + angst.
- Kinderen die PTSS (post traumatische stress stoornis) ontwikkelen:
Intrusies (her berekenen), vermijdingsgedrag, waakzaamheid.
- Voortdurend geweld
Extra risicovol om zelf problemen te ontwikkelen:
- Meisjes.
- Als beide ouders een stoornis of verslaving hebben.
- Jonge kinderen.
- Minder goed functionerend gezinssysteem.
- Verkeerde of geen sociale steun:
Of de verkeerde of trekt zich terug of wordt niet geaccepteerd uit schaamte)
- Of een combinatie hiervan!
Beschermende factoren voor het kind: de gezinssituatie:
- Formele sociale steun buiten het gezin: emotioneel én informatief
SPV, huisarts, maatschappelijk werker, behandelaars.
- Informele sociale steun buiten het gezin:
Leerkracht, buren, ouders van vriendjes. Sociaal netwerk noodzakelijk.
- Emotionele steun binnen het gezin:
Erkennen verdriet, luisteren, liefde ervaren.
- Informatieve steun binnen het gezin
- Signaleerders:
Bij steun altijd rekening houden met loyaliteit, afhankelijkheid kinderen,
onvoorwaardelijke liefde, overlevingsdrift.
2
, Beschermende factoren voor het kind: de ouder:
- Emotionele steun:
Erkennen verdriet, luisteren, liefde ervaren.
- Informatieve ondersteuning door ouder.
Beschermende factoren voor het kind: het kind zelf (1):
- Let op: ieder kind heeft zijn eigen unieke band met ouders:
Goodness of fit, temperament, plaats in het gezin, persoonlijkheid.
- Kenmerken kind:
Copingstijl ‘onafhankelijk’: kind zoekt eigen weg; ‘survivor’
Copingstijl ‘relatiegericht’: gericht op lief zijn. Deze kinderen zijn iets kwetsbaarder,
wat gevoeliger voor stress.
Uiterlijke verschijningsvorm!
Sociale vaardigheden.
Beschermende factoren voor het kind: het kind zelf (2, veerkracht):
- Veerkracht kind:
Aan kunnen gegaan intieme contacten, bezigheid buiten huis, zelfinzicht en
realistische kijk op ouderlijke stoornis (kunnen loskoppelen/scheiden).
Maar ook bij veerkrachtige kinderen kan de accu leegraken.
Kind wordt volwassen (1):
- Zorgen blijven; maar andere rol!
- Loyaliteit blijft altijd. (onzichtbare band die je niet kan doorknippen)
- Zoeken naar balans:
Eigen leven; zorgen voor…
- Door emoties altijd verborgen gehouden te hebben kun je vervreemd raken van jezelf.
- Verwerking op latere leeftijd.
Kind wordt volwassen (2):
- Relaties:
Door parentificatie:
o Te veel gegeven, niet meer in staat zijn te ontvangen.
Te sterk ontwikkelde eenzijdige copingstijl zoals rationalisatie.
Positief:
o Ervaringsdeskundigheid!
Gevolgen zelf vader/ moeder worden (geen of uitgestelde kinderloosheid). Tevens
nooit rolmodel gehad.
3