Iris Pherai Leerdoelen Jeugdrecht oktober 2017
Week 1
- kan een goed onderbouwd juridisch advies geven over een casus op het gebied
van afstamming, ouderschap en gezag;
Bij afstamming wordt er gekeken naar de familierechtelijke betrekking. Een kind, zijn
ouders en bloedverwanten staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar.
Er zijn drie soorten ouderschap: juridisch, biologisch en sociaal. Juridisch ouderschap is
op papier, je hebt dan als ouder zijnde rechten en plichten. Biologisch ouderschap is van
wie het genetisch materiaal afkomt en bij sociaal ouderschap wordt er gekeken naar wie
er daadwerkelijk zorgt voor het kind. Dit kan ook bijvoorbeeld een pleeg/stiefouder zijn.
De verwekker is degene die de daad heeft verricht die tot de verwekking van het kind
heeft geleid of iemand die heeft ingestemd met de daad.
- kan een onderbouwde mening geven over een casus met betrekking tot het gezag;
Hoe kan iemand juridisch vader worden?
1. Het kind erkennen op grond van artikel 1:204 jo 199 lid 1 sub c jo 1:203 BW. Hij heeft
dan schriftelijk toestemming nodig van de moeder.
2. Als de moeder geen toestemming wil geven, dan zal hij vervangende toestemming
moeten vragen aan de rechter op grond van artikel 1:204 lid 3 BW.
3. Adopteren, artikel 1:227 BW.
Als iemand juridisch vader wil worden, maar ook ervoor wil zorgen dat hij wordt vermeld
op de geboorteakte, zal de vader het kind moeten erkennen. De rechter moet dan
toestemming geven. Hij zal dan naar de gemeente moeten op grond van artikel 1:20 lid 1
sub a BW om de geboorteakte te laten aanpassen. De rechter zal het waarschijnlijk
toewijzen als de vader bijvoorbeeld bij de bevalling aanwezig was, anders kan hij ook
kennis uit de omgeving opvragen.
Als een vader wil dat het kind achteraf ook de nationaliteit krijgt, zal hij dat moeten doen
door de gerechtelijke vaststelling van artikel 1:207 BW. De advocaat kan zich dan op
grond van artikel 1:212 BW als bijzondere curator optreden voor het kind en via deze
weg het ouderschap van de vader gerechtelijk vaststellen. Gerechtelijke vaststelling heeft
terugwerkende kracht en krijgt het kind dus ook de nationaliteit van de vader.
Hoe kan een meemoeder juridisch moeder worden?
Als de moeder en meemoeder niet getrouwd zijn, kan een meemoeder erkennen op
grond van artikel 1:198 lid 1 sub c jo 1:204 jo 1:203 BW. Als er een bekende donor is,
dan zal het kind altijd moeten worden erkend.
Gezag
Bij een huwelijk (artikel 1:251 BW) of geregistreerd partnerschap (artikel 1:251aa BW)
hebben beide ouders het gezamenlijk gezag over de kinderen.
Indien de ouders niet zijn gehuwd, heeft alleen de moeder waaruit het kind is geboren,
gezag. Als de andere ouder (de meemoeder of vader) ook het gezag wil, zullen ze dit in
de openbare registers op verzoek van beide ouders moeten inschrijven op grond van
artikel 1:252 jo 1:244 BW.
- kan een goed onderbouwd juridisch advies en een onderbouwde mening geven
over een casus op het gebied van (inter)nationale kinderontvoering.
Het doel van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 (HKOV) is de onmiddellijke
terugkeer van ontvoerde kinderen. Dit staat in artikel 1 van het HKOV. Het verdrag is van
toepassing als er een inbreuk wordt gemaakt op betreffende het gezag of omgang waar
, Iris Pherai Leerdoelen Jeugdrecht oktober 2017
het kind zijn gewone verblijfplaats heeft in een verdragsland, artikel 4 HKOV.
Ongeoorloofd betekent in strijd met het gezagsrecht van het land waar het kind zijn
gewone verblijfplaats heeft. In geval van gezamenlijk gezag is er ook sprake van
internationale kinderontvoering als de ene ouder zijn kind zonder toestemming van de
ouder meeneemt naar het buitenland.
Weigeringsgronden
Er is een aantal gevallen waarin het kind niet terug hoeft naar zijn land. Dit is bepaald in
de zogenaamde weigeringsgronden:
Artikel 12 HKOV
In lid 1 van artikel 12 stat dat, indien het kind minder dan een jaar in het ontvoerde land
is, ze onmiddellijk terug moet naar het land waar ze thuishoort. In lid 2 staat dat, indien
het kind langer in het ontvoerde land is, moet het kind ook terug tenzij het kan worden
aangetoond dat het kind geworteld is in dat land. In lid 3 staat opgenomen dat indien je
een procedure hebt gestart in het land waar het kind verbleef, maar inmiddels naar een
ander land is vertrokken, kan dat een reden zijn om de terugkeer van het kind af te
wijzen.
Artikel 13 HKOV
In lid 1 staat dat de ouder die gezag heeft, sterker in zijn schoenen staat. Als je geen
gezag hebt, heb je geen poot om op te staan. Je kan als ouder alsnog proberen om het
gezag (terug) te krijgen. In lid 2 staat dat als het kind zich verzet tegen zijn terugkeer en
een leeftijd van mate en rijpheid heeft bereikt (meestal 12, kan ook 11) niet terug hoeft. In
sommige gevallen kan dit ook bij een jonger kind. In lid 3 staat dat als het kind terug moet
naar hele slechte omstandigheden, hij ook niet terug hoeft. Dit is bijvoorbeeld als hij geen
onderdak meer heeft of als er oorlog is in zijn thuisland.
Sub a als je aan kunt tonen dat de achterblijvende ouder niet het gezag had, dan hoeft
het niet kind terug. De ouder die het kind heeft meegenomen moet dit aantonen (goed
kijken naar toestemming en berusting).
Artikel 20 HKOV
Weigering terugkeer in verband met mensenrechten. Stel de situatie in een land is
veranderd waar mensenrechten worden geschonden (lees: het kind), dan hoeft het kind
ook niet terug.
Procedure verdragsland
1. Er moet eerst worden nagegaan of er sprake is van internationale kinderontvoering
(IKO). Je moet een melding doen bij de politie.
2. Als er sprake is van IKO, wendt de ouder (met of zonder advocaat) tot de Centrale
Autoriteit. In Nederland is die het ministerie van Veiligheid en Justitie.
3. De Centrale Autoriteit kijkt er sprake is van internationale kinderontvoering, dus geen
vakantie, want anders wordt er geen procedure gestart
4. Dan wordt er contact opgenomen met de CA van het andere land.
5. Als er sprake is van IKO, dan gaan ze eerst proberen contact op te nemen met de
ontvoerende ouder, lukt dat niet (en ze hebben bv ook mediation geprobeerd) en
wordt er een gerechtelijke procedure gestart waar het kind verblijft.
6. De CA in Nederland doet een teruggeleidingsverzoek bij de CA van het andere land
7. Als ouder zijnde ga je een procedure aanspannen in het land waar het kind zich
bevindt, je hebt dan ook daar een advocaat nodig. Als de rechter bepaalt dat het kind
terug moet, kunnen de ouders dat onderling regelen. Gebeurt dit niet, dan moeten ze
weer naar de autoriteiten.
8. Dan zal het kind worden teruggeleid