Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en zijn toepassingen
Elasticiteit = een methode om te bepalen hoe vragers en aanbieders reageren op
veranderingen in een markt.
Vormen van elasticiteit zijn =
- Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid
- Inkomenselasticiteit van de vraag
- Kruiselingse prijselasticiteit van de vraag
- Prijselasticiteit van de aangeboden hoeveelheid
Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid = meet de verandering van de gevraagde
hoeveelheid als gevolg van een verandering van de prijs van een goed of dienst.
Formule =
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid
Procentuele verandering van de prijs
De waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid hangt onder andere af van
=
- Beschikbaarheid van substituut producten, hoe makkelijker beschikbaar hoe
elastischer.
- Noodzakelijk goed of luxe goed
- Definitie c.q. afbakening van de markt
- Deel van het inkomen dat wordt besteed aan het goed
- De tijdshorizon
De vraag naar een product is elastischer naarmate =
- Er meer substituut producten bestaan
- Het product eerder gezien wordt als een luxeproduct
- De markt specifieker wordt gedefinieerd
- De beschouwde tijd een langere periode betreft
Voorbeeld: De prijs van een ijsje stijgt van €2,00 naar €2,20 en de gevraagde hoeveelheid
daalt van10 naar 8 ijsjes. De absolute waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde
hoeveelheid is dan gelijk aan:
(8-10) X100%
10
(2,20-2,00) X100% 2,00 = -20% = -2 10%
Homogeen product = producten die gelijk zijn in de ogen van de klant.
Heterogeen product = producten die in de ogen van de klant verschillend zijn.
!! Hoe heterogener het product des te in elastischer de prijselasticiteit van de gevraagde
hoeveelheid.
,!! Hoe homogener het product hoe elastischer de prijselasticiteit van de gevraagde
hoeveelheid.
!! Hoe breder het gedefinieerd product hoe in elastischer, heeft minder substituten
(frisdrank).
!! Hoe kleiner het deel van het inkomen hoe in elastischer want je merkt het niet.
Voorbeeld: 10% zakt de prijs, verschil merkt de consument niet op zijn loon.
!! Hoe langer een product meegaat, hoe elastischer
!! Hoe hoger prijs van product hoe elastischer
!! Hoe lager prijs van product hoe in elastischer
Midpointmethode = het toepassen van de midpointmethode heeft als voordeel dat de
richting van de prijsverandering geen rol speelt. De waarde van de prijselasticiteit blijft gelijk.
Formule =
Delta Q X P gemiddeld
Delta P Q gemiddeld
Voorbeeld: De prijs van een ijsje stijgt van €2,00 naar €2,20 en de gevraagde hoeveelheid
daalt van 10 naar 8 ijsjes. De absolute waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde
hoeveelheid is dan gelijk aan:
(8-10) X100%
(10+8)/2 = -22%
(2,20-2,00) X100% 9,5% = -2,32
(2,20+2,00)/2
De vraag is prijsinelastisch =
De gevraagde hoeveelheid reageert niet sterk op een prijsverandering. Figuur 4.1.b
De prijselasticiteit ligt tussen – 1 en 0
De vraag is prijselastisch =
De gevraagde hoeveelheid reageert sterk op een prijsverandering. Figuur 4.1.d
De prijselasticiteit is kleiner dan - 1
, A B C D
A = volkomen inelastisch, vraagcurve verticaal, stijging in de prijs leidt niet tot verandering in
de gevraagde hoeveelheid. Prijselasticiteit gelijk aan 0.
B & C = grotere mate van elasticiteit, gevraagde hoeveelheid reageert procentueel dezelfde
mate als de prijsverandering. Prijs stijgt met 20%, leidt tot daling 20% van gevraagde
hoeveelheid.
D = volkomen elastisch, vraagcurve horizontaal, gevraagde hoeveelheid reageert sterk op
prijsverandering. Prijselasticiteit is oneindig. Bij een prijs boven €4 is de gevraagde
hoeveelheid gelijk aan 0. Bij een prijs van €4 kopen de kopers iedere hoeveelheid en bij een
prijs lager dan €4 is de gevraagde hoeveelheid oneindig.
Op prijselasticiteit en totale uitgaves kunnen we de volgende algemene regels toepassen =
- Wanneer vraag in elastisch is, dat is wanneer prijselasticiteit < 1, dan bewegen prijs
en totale uitgave in dezelfde richting.
- Wanneer vraag elastisch is, dat is wanneer prijselasticiteit > 1, dan is bewegen prijs en
totale uitgave in tegenovergestelde richting.
- Wanneer de vraag unit elastisch is, dat is wanneer prijselasticiteit = 1, dan blijft totale
uitgave constant wanneer de prijs veranderd.
Een stijging van de prijs.... leidt tot een procentueel kleinere daling van de hoeveelheid. Dus
de totale opbrengst stijgt.
Een stijging van de prijs.... leidt tot een procentueel grotere daling van de hoeveelheid. Dus,
de totale opbrengst daalt.