- Onzekere situatie = situatie waarbij de uitkomst niet vaststaat (wordt mijn auto wel of niet
gestolen?)
- Risico = de verwacht schade
Risico = kans op schade x schade
Het risico voor iets wordt bepaald door de kans op een gebeurtenis en het gevolg van die
gebeurtenis.
Risico worden geschat, dit betekent dat het echte risico hoger of lager kan zijn. Hoe meer
informatie er is hoe beter het risico geschat kan worden.
- Risico-opslag = vergoeding voor het dragen van een risico
- Rentetermijnstructuur = verband tussen de hoogte van de rente en de looptijd van de
onderliggende financiële verplichting.
- Yieldcurve = grafische weergave van de rentetermijnstructuur, de rente stijgt hier minder dan
evenredig toe dan de looptijd
- Onvrijwillig risico = risico dat niet vermeden kan worden.
- Vrijwillig risico = risico dat bewust genomen wordt.
Hoofdstuk 1, paragraaf 2
- Risicoaversie = het ontwijken van risico’s
Verwachte opbrengst = gemiddelde opbrengst – gemiddelde kosten
Verwachte schade = kans op schade x de schade
Hoofdstuk 2, paragraaf 1
- Verzekeren = het spreiden van risico’s
- Totale risico = de verwachte schade van een hele groep
Totale risico = kans op schade x schade x aantal mensen
- Verzekeringspremie = de prijs van een verzekering
Premie = totaal risico : aantal mensen
Hoofdstuk 2, paragraaf 2
- Verzekeraar = de aanbieder van verzekeringen
- Verzekering = contract met daarin de voorwaarden van de risicoverspreiding.
De premie moet gelijk of hoger zijn dan de kosten van de verzekeraar.
Hoofdstuk 2, paragraaf 3
- Informatieasymmetrie = situatie waarbij verschillende spelers over verschillende informatie
beschikken.
- Averechtse selectie = verschijnsel waarbij mensen met een groot risico zich wel verzekeren en
mensen met een klein risico dat niet doen.
- Moral hazard/moreel wangedrag = de neiging van mensen om zich roekelozer te gaan gedragen
als ze verzekerd zijn.
- Risicospreiding = samenvoegen van individuele risico’s binnen in een groep mensen.
De kern van verzekeren is dat de verzekeraar op de ene verzekeringsnemer winst maakt en op de
ander verlies.
, Door de problemen als averechtse selectie en moral hazard moet de premie omhoog, omdat de
verzekeraar anders verlies gaat maken.
Hoofdstuk 2, paragraaf 4
Mogelijkheden om moral hazard en averechtse selectie te verminderen:
o Verminderen informatieachterstand;
De verzekeraar moet meer informatie hebben over de verzekeringsnemer, zo worden de
risico’s per persoon duidelijker zichtbaar. Hierdoor wordt het moral hazard duidelijker,
aangezien er nu naar voren kan komen dat er bij éen iemand heel vaak ingebroken wordt
omdat ze roekelozer worden.
o Premiedifferentiatie;
Wanneer een verzekeraar meer informatie heeft over de verzekeringsnemer kan de premie
ook meer afgestemd worden per persoon. Ze kunnen dit niet voor ieder persoon doen en
daarom splitsen ze de bevolking in groepen.
o Bonus-malus;
Als je geen beroep hoeft de doen op je verzekering, ga je het volgende jaar minder betalen,
maar dit is ook andersom.
o Eigen risico;
Een deel dat je zelf moet betalen, als je je beroept op je verzekering. Dit zorgt er wel voor dat
je een lagere premie betaalt. Dit zorgt ervoor dat het moral hazard wordt verminderd, omdat
mensen zelf een deel moeten betalen zullen zich minder roekeloos gedragen.
- Premiedifferentiatie = situatie waarbij voor het verzekeren van hetzelfde risico aan verschillende
consumenten een verschillende premie wordt gevraagd.
- Perfecte premiedifferentiatie = situatie waarbij iedereen een premie betaalt die gebaseerd is op
het individuele risico.
- Bonus-malussysteem = verzekeringssysteem waarbij goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag
bestraft.
- Eigen risico = deel van een schade dat een verzekeringsnemer zelf moet vergoeden.
Een verzekeringsnemer kan zelf zijn eigen risico kiezen, dit zorgt ook voor het verminderen van
averechtse selectie. Dit komt omdat wanneer een verzekeringsnemer weet dat hij een hoog risico
heeft hij een klein eigen risico neemt en andersom ook.
Hoofdstuk 2, paragraaf 5
- Volksverzekeringen = door de overheid aan iedereen opgelegde verzekering.
Volksverzekeringen worden verplicht gestaan, dit gaat om verzekeringen waarbij er een
onvrijwillig risico is. Mensen kunnen er niks aan doen als ze een hoger risico hebben, om het toch
betaalbaar voor iedereen te maken worden de verzekeringen verplicht.
Hoofdstuk 3, paragraaf 1
- Kapitaalmarkt = markt waarop gehandeld wordt in effecten.
- Effecten = vermogenstitels met een verwachte financiële warde en bijbehorend risico.
Voorbeelden zijn aandelen, bedrijfsobligaties en staatsobligaties.
- Aandeel = eigendomsbewijs van een gedeelte van de onderneming die het aandeel heeft
uitgegeven. Als je een aandeel hebt ben je mede-eigenaar van het bedrijf en heb je recht op een
deel van de winst. Er is geen looptijd en het aandeel is geldig tot het bedrijf failliet gaat.
- Dividend = winstuitkering
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quintykalmeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.