Samenvatting Wat is Onderzoek?
Nel Verhoeven
e
5 druk
ISBN 978-94-6236-363-2
NUR 741
&
Begrippenlijst
Wat is Onderzoek?
Nel Verhoeven
e
5 druk
ISBN 978-94-6236-363-2
NUR 741
,Inhoudsopgave
DE FUNCTIE VAN ONDERZOEK 4
ONDERZOEKSWEG TROCHIM 4
KENMERKEN ONDERZOEKER 4
UITGANGSPUNTEN ONDERZOEK 4
FUNDAMENTEEL OF PRAKTIJKGERICHT 4
KWALITATIEF OF KWANTITATIEF ONDERZOEK 5
INDUCTIEF OF DEDUCTIEF ONDERZOEK 5
SOORTEN TRIANGULATIE 5
STROMINGEN 6
EMPERISCH-ANALYSTISCH 6
KRITISCH-EMANCIPATORISCH 6
KWALITEITSCRITERIA 6
ONAFHANKELIJKHEID 6
TOETSBAARHEID 6
BETROUWBAARHEID 6
INFORMATIVITEIT 6
GENERALISEERBAARHEID 7
SOORTEN VALIDITEIT 7
PTO-SCHEMA 7
AANLEIDING TOT ONDERZOEK 7
KEUZE VAN ONDERWERP 7
VORMEN VAN AANLEIDING 7
BALANS 7
VERBORGEN DOELSTELLING 7
AFBAKENING VAN HET ONDERZOEK 8
AFBAKENING 8
STIPULATIEVE BETEKENIS 8
HYPOTHESEN 8
CONCLUSIE EN DISCUSSIE 9
KWALITEIT VAN HET RESULTAAT 9
KWANTITATIEF 9
KWALITATIEF 9
METHODOLOGIE 9
BRUIKBAARHEDEN 9
EFFECTEN 9
ONDERZOEKSRAPPORT SAMENSTELLEN 10
LITERATUURVERWIJZINGEN 10
OVERIGE BEGRIPPEN 10
,EXPERIMENTEN 10
SOORTEN ONDERZOEK 10
GESPREKSTECHNIEKEN 10
SOORTEN INTERVIEW 10
MEETNIVEAU’S FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
SOORTEN GRAFIEKEN 11
BEGRIPPEN BIJ HOOFDSTUK 1 12
BEGRIPPEN BIJ HOOFDSTUK 2 13
BEGRIPPEN BIJ HOOFDSTUK 3 14
BEGRIPPEN BIJ HOOFDSTUK 10 15
BEGRIPPEN BIJ HOOFDSTUK 11 16
,De functie van onderzoek
Fasen in onderzoek
1. Probleemanalyse
Goede afbakening van je onderzoek en de probleemstelling bereikt.
2. Onderzoeksontwerp
Maken van een ontwerp waarin je aangeeft hoe je de onderzoeksvraag gaat
beantwoorden, welke dataverzamelingsmethoden je daarbij gebruikt, tijd, middelen, en
wie er bij je onderzoek betrokken gaan zijn.
3. Dataverzameling
Strategieën bedenken, afhankelijk van het aantal eenheden (personen, objecten,
organisaties) dat je onderzoekt de aard van je onderzoeksvraag (kwalitatief of
kwantitatief) en de beschikbare tijd en onderzoeksgelden.
4. Data-analyse
Analysemethoden
5. Rapportage
- Wat hebben we onderzocht
- Welke methoden zijn er gebruikt
- Antwoorden
- Aanbevelingen
- Waarderingsgraad onderzoek
- Hoe zijn de discussiepunten
- Uitwerken van je verslag
Onderzoeksweg Trochim
Research road (tweerichtingsverkeer) ontwerp à dataverzameling à analyse à conclusie
Tweerichtingsverkeer: altijd kritisch naar je eigen onderzoek blijven kijken, zowel tijdens het
project als achteraf.
Kenmerken onderzoeker
Onderscheidend
- Houding
- Onafhankelijkheid
- Openheid
- Verantwoordelijkheid nemen voor resultaten
- Kennis
- Methodologisch
- Inhoudelijk
- Kennis opdoen, d.m.v. inlezen
- Vaardigheid
- Ervaring
- Structuur (plan van aanpak, tijdsplanning)
- Trucs
Uitgangspunten onderzoek
Fundamenteel of praktijkgericht
- Fundamenteel = toetsen van een (wetenschappelijke) theorie
- Praktijkgericht = oplossen van een praktijkprobleem
Beide uitgangspunten zijn gericht op het oplossen van kennisproblemen.
, o Wanneer je een groep mensen observeert, maar deze personen hiervan niet op de hoogte zijn,
maar je doet mee in de dagelijkse gang van zaken en noteert hun gedrag aan de hand van een
observatielijst. Noem je dit type participerende observatie: direct, onverhuld en gestructureerd
Kwalitatief of kwantitatief onderzoek
- Kwantitatief
- Cijfermatige informatie
- statistische analyses
- Onderzoeker neemt afstand
- Gericht op toetsing van hypothesen
- Kwalitatief
- Niet/nauwelijks cijfermatig
- Belang dan de betekenis die de onderzochte aan de situatie geeft
- Onderdoen in ‘in het veld’
Inductief of deductief onderzoek
Inductief = theorie ontwikkelen
Deductief = theorie toetsen
Combinatie van verschillende vormen van onderzoek: Triangulatie à Verhoogt de geldigheid van je
resultaten en verhoogt de betrouwbaarheid van je resultaten
Soorten triangulatie
- Bronnen/data-triangulatie
Waarbij verschillende groepen worden onderzocht, met verschillende steekproefmethoden op
diverse tijdstippen.
- Methode-triangulatie
Waarbij verschillende dataverzamelingsmethoden worden gebruikt.
- Theoretische triangulatie
Waarbij verschillende theoretische uitgangspunten worden beschreven.
- Onderzoekerstriangulatie
Waarbij een aantal onderzoekers aan een project werken.
Kwaliteitscriteria
- Onafhankelijkheid van onderzoeker(s):
- Toetsbaarheid van uitspraken: weerlegbaar, eenduidig en openbaar:
- Generaliseerbaarheid:
- Geldig verklaren voor een grote groep —> domein zo groot mogelijk
- Hoog informatiegehalte en specifiek onderwerp:
- Praktijk toepasbaar:
- Efficiëntie:
- Bruikbaarheid.
Kiezen van het onderwerp
- Onderwerp gebied binnen je studie (probleemgestuurd):
- Verzoek van opdrachtgever (praktijkgericht, vraaggericht):
- Theorie toetsend onderzoek (fundamenteel, meer ‘aanbod’).
o Het herhalen van één bepaald onderwerp = monitoren, hier kan bijvoorbeeld ook een panel in
worden gezet
,Stromingen
Emperisch-analystisch
Emperisch à onderzoek gebaseerd op eigen ervaring. Directe en indirecte waarnemingen.
Analystisch à onderzoekend.
Emperisch onderzoek verrichten met behulp van systemen waar te nemen wat er in je omgeving afspeelt.
Emperie = ‘ervaring als bron van kennis’.
Deze stroming is analytisch, omdat ze kritisch en rationeel naar haar eigen resultaten kijkt.
Onderzoekresultaten blijven ‘geldig’ tot het tegendeel bewezen wordt.
Onderzoekers in deze stroming verrichten graag objectief onderzoek, onderzoek situatie zelf beheren. Ze
laten niet aan toeval over, het moet herhaalbaar en controleerbaar zijn.
Interpretatief
Opzoek naar interpretatie
- Interesse in ervaringen van personen
- Achterliggende ideeën en ervaringen
- Uitgangspunt: teksten, observaties en verhalen = interpretatief
Niet kijken naar kale cijfers.
Type onderzoek à gevalsstudie = casestudy: studieverslag over 1 specifiek geval
Participerende observatie
Is een vorm van veldonderzoek waarbij de onderzoekers tijdelijk deel uitmaakt van de gemeenschap die
hij wil bestuderen.
Kritisch-emancipatorisch
Kritisch à onderzoek is niet uitgesproken in kwalitatief of kwantitatief.
Elke dateverzamelingsmethode kan gebruikt worden behalve het experiment.
Het is praktijkgericht, kritisch = betrokkenheid bij de samenleving, onderzoekers uit deze stroming willen
bijdragen aan de processen die de emancipatie van groepen bevorderen = emancipatorisch.
Kwaliteitscriteria
Onafhankelijkheid
Afstand nemen van houdingen en meningen van betrokkenen bij het onderzoek; objectief blijven.
Intersubjectiviteit speelt hierin ook een belangrijke rol, onderzoekers moeten het met elkaar eens zijn over
de resultaten van onderzoek.
o Het is voor onderzoekers mogelijk om hun mening te geven over de onderzoeksresultaten tijdens
de discussie (hun eigen kijk op het onderzoek)
Toetsbaarheid
Uitspraken kunnen worden getoetst op hun houdbaarheid. Openbaarheid van uitspraken leidt er ten slotte
toe dat uitspraken opnieuw getest kunnen worden, zo wordt onderzoek repliceerbaar. Toepasbaar bij
kwantitatief onderzoek, waarneembaar en weerlegbaar. Eenduidig zijn à voor slechts 1 uitleg vatbaar.
Betrouwbaarheid
Toevallige fouten kunnen de betrouwbaarheid van je onderzoek aantasten. Het onderzoek moet
herhaalbaar zijn en op dezelfde resultaten uit moeten komen, toetsbaar en onafhankelijk zijn. Uit de
betrouwbaarheid van onderzoek verstaan we de mate waarin het onderzoek vrij is van toevallige fouten.
Informativiteit
Het informatiegehalte moet maximaal zijn. Om een uitspraak te kunnen toetsen (kwantitatief:
toetsbaarheidseis) moet deze wel heel nauwkeurig geformuleerd worden.
, Generaliseerbaarheid
Reikwijdte
Toetsing op twee gebieden
1. Statistische generalisatie à kwantitatief
2. Inhoudelijke generalisatie à kwalitatief
Soorten validiteit
Bij interne validiteit wordt nagegaan of het de onderzoeker lukt om de onderzoeksvraag goed te
beantwoorden, ofwel of de conclusies zuiver zijn. Het is de mate waarin het redeneren binnen het
onderzoek correct is uitgevoerd. Belangrijk hierbij is dat de resultaten van het onderzoek geldig zijn voor
de onderzochte groep.
Externe validiteit wordt ook wel populatie validiteit genoemd, is de mate waarin de
onderzoeksresultaten generaliseerbaar zijn naar andere situaties dan die in het onderzoek. Met deze
vorm van validiteit wordt de reikwijdte van kwantitatief onderzoek bepaald.
Begripsvaliditeit is een vorm van validiteit van een test of meeting: de mate waarin de meting aan zijn
doel beantwoordt. Begripsvaliditeit heeft betrekking op het theoretische begrip waarmee de test een
verklaring wil geven voor het test gedrag.
PTO-schema
1. Probleem 2. Theorie 3. Onderzoek
Deze cyclus wordt ook wel regulatief genoemd, omdat deze meer is gericht op beslissingen en/of
veranderingen.
Aanleiding tot onderzoek
Keuze van onderwerp
1. Vrije keuze
Mits het aan de voorwaarden voldoet
2. Praktijk-opdracht
Op verzoek van
3. Opleidingsprogramma
Keuze uit een onderwerp die wordt aangeboden
Vormen van aanleiding
Aanleiding tot onderzoek kan bestaan uit een praktijkvraag of een kennisvraag.
Praktijkvraag à
Probleemanalyse à onderzoeksvoorstel
Kennisvraag à
Balans
Mogelijke opdrachtgevers à uitnodiging à keuze uit bureaus à hun kiezen meest geschikte, maar ook
de onderzoeker heeft soms keuze.
Inventariseren van wensen à vraag/probleem à doelstelling/aanleiding
Verborgen doelstelling
Achter de vraag van de opdrachtgever ligt een heel ander doel verborgen dan je in eerste instantie zou
vermoeden. Taak à daadwerkelijke doelstelling achterhalen à en de daarbij behorende vraag
formuleren. Ten alle tijden objectief blijven, maar de wensen van je opdrachtgever staan centraal.