Wilhelm wundt is de vader van de moderne psychologie als academische wetenschap.
- Hij geloofde dat psychologie een experimentele wetenschap was, die beperkt was
fundamentele aspecten van de waarneming. De creatieve geest zou te complex zijn en ook
zouden mensen zich telkens anders gedragen, wanneer hogere psychologische processen
onderzocht op hen zou worden (methodologische dualisme). Methodologische dualisme:
alleen de lagere cognitieve verschijnselen kunnen wetenschappelijk bestudeerd worden
- Later in zijn leven begon Wudt wel te schrijven over onze bewuste en creatieve geest als
filosofie.
- Had aandacht voor de replicatie crisis: resultaten van onderzoek naar gedrag zal telkens
anders zijn.
Wundt 1:
- Empirist en baseerde zijn werk op de wetten van associatie (primaire en secundaire wetten).
- Probeert de natuurlijke wetten voor het bewustzijn te vinden door de kleinste eenheden
ervan te bestuderen. Zijn doel was hij alles wat hij mat te kwantificeren (de hoeveelheid
vaststellen).
- Psychologie is een natuurwetenschap, maar tegelijk is het enige wat onderzocht kon worden
aan de mens is de kennis die ons van buitenaf de wereld wordt gegeven (a posteriori kennis).
- Geest is passief, zodat we wetenschappelijk onderzoek kunnen doen.
- Introspectie kan gemeten worden door: de experimenten moesten gaan over zintuigelijke
ervaringen die zoveel mogelijk werd beleefd door de proefpersoon. Ten tweede moesten de
proefpersonen getraind zijn en moest hun subjectieve invloed op hun ervaring uitschakelen.
Ten slot moest de waarneming gekwantificeerd worden.
Wundt 2:
- Wilde hogere functies van het bewustzijn meten, maar de experemente methode was toch
niet genoeg.
- Sommige onderwerpen zijn niet te bestuderen, omdat de kennis van binnen uit komt (a
priori) en daarom is kennis onderhevig aan verandering en wordt het beïnvloedt, waardoor
het niet wetenschappelijk kan zijn.
- Mentale causaliteit: de energie van de actieve geest, en geen materie. Nieuwe vorm
dualisme. Mentale causaliteit kan drie psychologische functies beïnvloeden:
Selectieve aandacht: het stelt ons in staat te focussen op specifieke aspecten
Bewuste verwerking: we ervaren bewustzijn en het is mogelijk om in verschillende
bewustzijnstoestanden te bevinden.
Creatieve synthese/holisme: het vermogen om te denken en taal te gebruiken
- Völkerpsychologie opgericht: actieve en creatieve geest staat centraal, samen het individu en
sociale, historische en culturele context waarin het individu leeft.
Aristoteles:
- Schreef als eerste een boek over psychologie, namelijk de Anima
- Psyché was voor hem het vermogen om te leven en het vermogen om te voelen en te weten,
dus psyché is zowel de basis van biologie als psychologie. in de geschiedenis stonden deze
twee vaak tegenover elkaar.
- Aristoteles maakte een onderscheid tussen hemel en aarde. De aarde zou het centrum van
het universum zijn en de hemelen zouden een cirkelvormige baan rond de aarde hebben. De
buitenste cirkel van de hemelen (eerste beweger) zou op zichzelf draaien.
- Hij geloofde dat er een natuurlijke plaats bestaat waar alle objecten naar toe streven.
,- Beantwoorde vooral waarom (omdat, zodat, etc.) dingen waren zoals ze waren en niet hoe
(vanwege).
- Kennis is zowel geboren, als aangeleerd door de omgeving empirisme
Plato:
- Echte kennis is aangeboren, omdat we het vermogen hebben om te redeneren
rationalisme
- De ziel van de mens zou verblijven in het rijk van ideeën voordat zij in bij de geboorte in een
lichaam worden gestopt Idealist
De kerk:
- Was fan van Aristoteles zijn opvattingen van het onderscheid tussen hemel en aarde, waarbij
de kerk dacht dat de eerste beweger god is. En het idee van natuurlijke plaats. Met het idee
van natuurlijke plaats verdedigden de kerk de klassensystemen, dus een horige kan niet naar
adel streven, omdat dat niet zijn natuurlijke plaats is.
- Doordat de scholen gebonden waren aan de kerk, was er weinig vooruitgang in het
wetenschappelijk inzicht
Universum werd verklaard van een waarom naar een hoe manier.
Copernicus: De zon is het centrum van het universum
Galilei: uitvinder van de telescoop. Ontwikkelde de basis van mechanica in de natuurkunde en
verdedigde Copernicus zijn standpunt.
Bruno: naast de aarde konden er ook andere werelden bestaan
Kepler: Mars beweegt om de zon in een elliptische baan (niet cirkelvormig)
Bacon: Heeft de methode van inductie ingevoerd. Inductie: eerst verschijnselen waarnemen, dan
op systematische wijze experimenten uitvoeren en dan pas presenteren. Als er een patroon in
resultaten zit, kan het een natuurwet worden.
- Kennis is macht.
- Bacon is een empirist, gelooft dat bepaalde kennis alleen uit waarnemingen kan worden
afgeleid en alleen nuttig is wanneer we inductie toe passen. Wet van Weber is een VB van
inductie.
De opkomst van mechanisme in 1600 heeft voor de wetenschap en maatschappij invloed.
Mechanisering van het wereldbeeld betekend dat de wereld nu gezien wordt als iets dat te
vergelijken is met een mechanisch werktuig. Mechanisering heeft invloed op:
- Materialisme
- De methode van analyse en kwantificatie
- Reductionisme
Materialisme:
- Universum wordt gezien als materieel, bestaande uit materie. Het universum bestaat uit
dode objecten die bewegen onder invloed van een kracht. Materie bestaat uit atomen.
Objecten verschillen van elkaar doordat ze bestaan uit verschillende atomen die op
verschillende manieren gecombineerd kunnen worden (atomisme).
- Atomen hebben primaire kwaliteiten van materie, dat zijn objectieve kenmerken van
atomen die iedereen hetzelfde waarneemt en direct afgeleid kan worden door ernaar te
kijken (vorm, grootte en beweging). Secundaire kwaliteiten van materie kunnen niet worden
, gemeten en kunnen verschillen per waarnemer, BV geur en smaak. Kwaliteiten hebben
dus te maken met de eigenschap van de atomen, met de waarnemer en met de context.
Analyse en kwantificering:
- Om hoe vragen te beantwoorden moesten objecten worden ontleed waaruit het bestaat
(atomen BV) en vervolgens begrijpen hoe de interactie tussen die delen de werking van het
object verklaren.
- Wordt gebruikt gemaakt van de primaire kwaliteiten/kwantificering om verschijnselen te
verklaren, omdat deze objectief is en de metingen dus niet afhankelijk zijn van de
waarneming
- Wij vinden kwantificering tegenwoordig nog terug in allerlei testen die bepaalde
eigenschappen van mensen beschrijven, zoals IQ.
Reductionisme:
- Gedragingen van materie verklaren door vanuit een ander organisatieniveau het te bekijken.
BV verschijnselen op een hoger niveau kunnen verklaren door verschijnselen op een langer
niveau. BV Buikhuisen die dacht dat crimineel gedrag afkomstig was door biologisch niveau
(lager niveau).
- Reductionisme is belangrijk in de psychologie
- Gulzig reductionisme door Denett: onderscheid tussen aanvaardbare en onjuiste vormen van
reductionisme. Hier gaat het vooral om dingen weg te verklaren.
- Vraag en aanbod zijn de krachten
die de markt laat werken al een mechanistisch proces. Ook dit heeft weer effect gehad op de
samenleving, namelijk de globalisering en flexibilisering van arbeid.
Hoofdthema’s in de psychologie:
- Cognitie vs. Emotie: Wordt ons gedrag beïnvloedt door cognitie (logisch denken) of onze
emoties.
- Geest vs. Lichaam: Zijn de geest en lichaam gescheiden van elkaar? Dualistische visie geest
en lichaam zijn twee verschillende entiteiten. Monistische visie geest en lichaam vormen
een geheel. Er bestaat maar een substantie en alles bevat die substantie. Onder het monisme
vallen weer twee andere visies:
Materialisme/realisten: de eenheid bestaat uit materie
Idealisme: De idee, het denken, zou de primaire realiteit zijn, waarvan al het materiële
slechts een verschijningsvorm is.
- Nature vs. Nurture: Zijn wij wie we zijn vanwege onze genen of vanwege onze omgeving?
Houdt ook verband met epistemologie (hoe komen we aan onze kennis en ideeën?).
Door rationalisme: kennis is aangeboren en voor ieder gelijk en is te verwerven door
gebruik van ratio en geest.
Empirisme: kennis is aangeleerd door ervaring en waarneming
Sceptici: geen enkele kennis die we denken te hebben, is te vertrouwen, want onze
zintuigen en de wereld zou ons kunnen bedriegen