100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home

Samenvatting

Samenvatting - Inleiding in de Methodologie en Statistiek (6461PS014Y)

 9 keer verkocht

Samenvatting in eigen woorden gemaakt met behulp van andere samenvattingen inclusief collegestof. Zelf heb ik een 9,1 gehaald door deze samenvatting.

Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 18 oktober 2023
  • 18 oktober 2023
  • 32
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (28)
avatar-seller
yara20
Samenvatting Methodiek en
statistiek
Psychologie blok 1, leerjaar 1, universiteit Leiden.

3 soorten onderzoeken:
- Basic research/fundamenteel: onderzoek wordt uitgevoerd om kennis over een
psychologisch proces te vergroten
- Applied research/toegepaste: onderzoek wordt uitgevoerd om kennis toe te passen
en zo oplossingen te vinden voor problemen. BV problemen om de werkvloer op te
merken en op te lossen door een psycholoog.
- Evaluation research: m.b.v. wetenschappelijke methoden kijken naar het effect van
programma’s op het gedrag. BV onderzoeken of een nieuw schoolprogramma
effectief is.

De 3 hoofddoelen van gedragsonderzoek zijn:
- Beschrijven, van gedachtes, gedragspatronen of emoties. BV
ontwikkelingspsychologen die leeftijd gerelateerd gedrag beschrijven.
- Voorspellen, van gedrag. Dit moet wel worden gedaan m.b.v. eerdere data.
- Verklaring. Wetenschappers hebben het gevoel een fenomeen te begrijpen, wanneer
ze deze kunnen verklaren/uitleggen.

Voordelen van kennis:
- Kennis is belangrijk voor onderzoeken te begrijpen die van belang zijn op eigen
beroep.
- Kennis maakt van mensen kritische denkers
- We kunnen door kennis en het begrijpen van wettenschappelijke bevindingen deze
beter analyseren in het dagelijkse leven
- Je kunt door kennis een expert worden op een bepaald gebied.

Een onderzoek is wetenschappelijk wanneer hij voldoet aan de volgende 3 criteria:
1. Systematisch empirisme. Conclusies moeten worden getrokken aan de hand van
objectieve observaties/waarnemingen.
2. Publieke verificatie. Onderzoeksresultaten moeten door andere kunnen worden
geobserveerd, gerepliceerd en geverifieert. Voordelen:
- Er kan gekeken worden of de onderzoeksresultaten echt en waarneembaar zijn.
- Fouten kunnen worden ontdekt, waardoor ze verbeterd kunnen worden.
- Onderzoekers kunnen hun onderzoek doen door bestaande onderzoeksresultaten uit
te breiden.
3. Oplosbare problemen. De problemen moeten oplosbaar zijn met de middelen en
technieken die we momenteel hebben.

Pseudowetenschap beweert wetenschappelijk te zijn, maar schendt een of meerdere
criteria waar een wettenschappelijk onderzoek aan moet voldoen.

Wetenschappers hebben 2 taken:

, - Het ontdekken van nieuwe verschijnselen, relaties en patronen o.b.v. observaties
- Het ontwikkelen van verklaringen voor verschijnselen, dus theorie en hypothese
vormen

Een wetenschappelijke theorie is alleen valide wanneer deze wordt ondersteund
door empiristische bevindingen. Een theorie is goed wanneer:
- Hij causale relaties bevat
- Samenhangend is in de zin van logisch, duidelijk, eenvoudig en consistent
- Gebruik maakt van processen en concepten om een verschijnsel te beschrijven
- Een toetsbare, falsifieerbare hypothese bevat
- Een bestaande theoretische vraag op kan lossen

Theorie verklaart hoe en waarom 2 concepten samenhangen
Model verklaart alleen hoe 2 concepten samenhangen.

Soorten onderzoeksmethoden:
1. Beschrijvende onderzoek: gedrag, gedachten of gevoelens worden nauwkeurig
beschreven van een groep individuen. Deze methoden vormt de basis van de andere
onderzoeksmethoden.
2. Correlationeel onderzoek: wordt gekeken of er een relatie is tussen 2 variabelen,
maar ook wordt gekeken naar de aard (lineair of niet-lineair) en de sterkte. De
sterkte wordt gemeten m.b.v. de correlatiecoëfficiënt. De waardes kunnen tussen de
-1 en +1 liggen, waarin een negatieve correlatie betekend dat als de ene variabele
afneemt de ander toeneemt of andersom. Positieve correlatie betekend dat als de
ene variabelen toeneemt, de ander ook toeneemt of als een variabele afneemt, de
ander ook afneemt.
3. Experimenteel onderzoek. Hierbij wordt er in een gecontroleerde omgeving gekeken
of er sprake is van een causaal verband door een variabele (onafhankelijk) te
manipuleren en te kijken of deze invloed heeft op de afhankelijke variabele.
Willekeurige proefpersonen aanwijzen is hier van belang om de representiviteit van
het onderzoek te waarborgen, systematische afwijkingen uit te filteren en betere
causale conclusies te trekken.
4. Quasi-experimenteel onderzoek: hetzelfde doel als dat bij een experimenteel
onderzoek, alleen kan hier niet willekeurige proefpersonen worden toegewezen,
kunnen variabelen niet gemanipuleerd worden en is de omgeving niet onder
controle. Bij sociale wetenschappen wordt dit vaak uitgevoerd, omdat het willekeurig
toewijzen van proefpersonen onethisch of onmogelijk is.


Twee soorten definities:
- Conceptuele definities die je zo terug zou vinden in het woordenboek. BV honger:
het verlangen naar eten
- Operationele definities laten zien hoe concepten gemeten kunnen worden. BV dat er
sprake is van honger nadat er 12 uur lang niets is gegeten.

Onderzoek wordt uitgevoerd op een bepaalde volgorde. Empirische cyclus:

, 1. Observatiefase. Hierbij ontstaat je idee voor het onderzoek door een specifieke
waarneming, dit idee kan overal vandaan komen (vrijheid van ontwerp).
2. Inductiefase. Hierin maak je van jouw specifieke waarneming, een algemene
theorie leap of faith. Omdat je van jouw specifieke waarneming een algemene
theorie trekt, hoeft deze niet waar te zijn. BV mijn grootvader is kaal, dus alle
grootvaders zijn kaal.
3. Deductiefase. Hierin wordt er vanuit een algemene theorie een specifieke
onderzoekshypothese afgeleid. Deze hypothese moet specifiek en falsificeerbaar zijn
en heeft meestal de vorm van een ‘als a dan b’. Een deductie moet logisch zijn en niet
per se waar. BV als alle oude mannen kaal zijn en Rafiq is kaal, dan is rafiq oud. Soms
worden hypotheses afgeleid uit eerdere waarneembare resultaten/uitkomsten
empirische generalisatie
- Het is belangrijk dat een hypothese plaatsvindt, voordat er een onderzoek plaats
vindt. Anders is de hypothese ongeldig. Het is namelijk makkelijk dat je eerst
gegevens hebt en daar later een hypothese over stelt, dit mag niet.
- Onderzoekshypothesen moeten altijd een operationele definitie bevatten, want dit
maag zowel falsificatie als replicatie mogelijk. Anders kan er verwarring optreden
over wat er nou precies bedoeld wordt met de hypothese.
4. Testfase. Hierin wordt data geanalyseerd en gegevens verzameld. Wordt ook
bekeken of de conclusie overeenkomt met de hypothese.
5. Evaluatiefase. Hierin wordt gekeken of theorieën verbeterd of aangepast moeten
worden. Er wordt namelijk gekeken of de hypothese overeenkomt met de theorie.
Ook wordt er gekeken of er ergens fouten/tekortkomingen zijn gemaakt.

Een theorie kan nooit bewezen worden, wel kunnen bewijzen de theorie ondersteunen. Een
hypothese kan wel bewezen worden, maar dat maakt niet dat de theorie waaruit de
hypothese is afgeleid waarheid is. BV er is een moord op een strandfeest gepleegd. Als Mert
de moordenaar is, dan moet Mert op het strandfeest zijn geweest. De hypothese dat Mert
op het strandfeest was klopt, maar Mert hoeft niet de moordenaar te zijn geweest. Daarom
is het belangrijk om te kijken of de feiten de theorie ondersteunen  methodologisch
pluralisme.

Bij twee theorieën die tegenstrijdig zijn en allebei ondersteund worden, wordt er gebruik
gemaakt van strategie van strong Inference oftewel sterkte gevolgtrekking.

Aan de andere kant kunnen we ook geen theorie ontkrachten. Want geen bewijs vinden
voor een hypothese kan komen door verkeerde meetinstrumenten of een bevoordeelde
steekproef.

Null-finding zijn onderzoeksresultaten waarbij er geen variabele is gevonden die een relatie
heeft tot het gedrag. Dit kan komen doordat er simpelweg echt geen relatie is, maar ook
door een slecht onderzoeksopzet. Die null-findings worden niet gepubliceerd, wat kan
zorgen voor file-drawer probleem. Onderzoekers die onwetend aan een onderzoek
beginnen, terwijl dat onderzoek resulteert in null-finding.

Beschrijvende statistiek: om te beschrijven en samen te vatten van het gedrag van
deelnemers. BV gemiddelden en percentage

, Infertiele statistiek wordt gebruikt om conclusies te trekken over betrouwbaarheid en
generaliseerbaarheid van de gevonden onderzoeksresultaten.



Variabele is iets dat kan variëren tussen mensen, situaties en tijd.
Discrete variabele: kan meerdere waardes aannemen (Gewicht)
Concrete variabele: heeft een beperkt aantal waardes (Geslacht)
Variantie verwijst naar het verschil tussen die variabelen geeft aan hoe gespreid de scores
rond het gemiddelde zijn.
IPV het variabele te berekenen d.m.v. de variantie, kan dat ook met bereik r van een
steekproef te berekenen. Deze laatste methode geeft alleen geen informatie over de
spreiding van de scores tussen de kleinste en grootste groep.
R= grootste score – kleinste score

Met de totale variantie kan je dus de verschillen tussen alle individuen berekenen. Je hebt
ook systematische variantie: verschillen tussen groepen berekenen. Hoe hoger de
systematische variantie, hoe sterker de resultaten van de studie. En Error variantie: de
onverklaarde verschillen van individuen binnen een groep.

Totale variantie = systematische variantie + error variantie OF
Te verklaren= verklaard + onverklaard OF
Totaal= tussen groep + binnen groep

Formule voor de totale variantie




Steekproef Populatie
Gemiddelde X 

2
Variatie S ❑2
Populatiegrootte n N

Stappen:
1. Bereken het gemiddelde van de streekproef (Y) .

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yara20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65539 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
Gratis  9x  verkocht
  • (0)