College slides HC1 24/04/2023
Dr. Marieke Meeuwisse & Dr. Nikita Schoemaker
Leerdoelen
• Beroepscode belangrijk.
• Ontwikkeling als professional.
Werkvormen
• 27/04 en 18/05 geen colleges en geen werkgroep.
• College op 30/05 i.v.m. Pinksteren.
• 19 juni slotdag vak 1.4.
• Excursies 26 mei, 2 juni of 9 juni.
o Dinsdag 2 mei inschrijving open op canvas vanaf 10.00.
Toetsing
• 15 mei tentamen MC
o Juridische en ethische kwesties en beroepscodes.
o 40 vragen, 4 opties.
• 11 juni individuele opdracht
o Monodisciplinair pedagogisch advies in reactie op een opvoedvraag over de
opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren.
• 25 juni groepsopdracht
o Interdisciplinair pedagogisch advies schrijven met groep.
o Alle kerndisciplines komen samen.
o In groepjes van 6 samenwerken
• 2 opvoedvraagstukken
• 2 orthopedagogen
• 2 onderzoek wetenschappen
• Op 19 juni presenteren en op 25 juni deadline van inleveren
o Presentatie zelf telt niet mee voor het cijfer.
o Feedback wel toelichten in de opdracht.
Persoonlijke professionele ontwikkeling
• Professionele identiteit: kennis, vaardigheden, waarden en 'wijze van zijn'. (Trede et al.,
20212)
o De manier waarop je wilt zijn, the ways of being.
Belangrijke basisconcepten
• Stereotype > cognitief
o Iedereen maakt hier gebruik van.
o Handig middel om de wereld om ons heen te categoriseren, hoeft dus niet altijd
negatief te zijn.
o Ze kunnen gevaarlijk zijn, want je kan gaan over generaliseren.
• Vaak het negatieve beeld gaat overheersen. Hier moet je je bewust van zijn.
• Vooroordelen > affectief/ evaluatie
o Wanneer je evalueert naar je stereotype dan heb je vooroordelen.
• Discriminatie > gedrag
o Wanneer je gedrag uit vanuit je vooroordeel dan discrimineer je.
• Fragment DPECS podcast - Heleen van Mierlo, Diane Pecher.
o Stereotype komen voort uit de manier waarop ons geheugen werkt.
• Alles opdelen in categorieën. Op deze manier kennis organiseren en
gebruiken.
§ Handig behalve als het over mensen gaan, dan vaak negatieve
effecten.
, • Algemeen beeld dat je kan hebben over een specifieke
groep, meestal persoonlijkheidskenmerken of gedragingen.
• Gevaren: stereotype hoeft niet perse negatief te zijn. In alle gevallen is het
niet fijn dat mensen oordelen over je hebben die niet kloppen. Kunnen ook
leiden tot vooroordelen: negatieve meningen en verwachtingen over
mensen in een bepaalde groep. Op basis van deze vooroordelen kunnen
mensen weer gediscrimineerd worden. dit gebeurt dan wanneer je lid bent
van de groep die een vooroordeel met zich meedraagt.
Sociaal fenomeen
• Contacthypothese: contact met leden van andere groepen vermindert vooroordelen over
die groep, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
o Gelijke status, gemeenschappelijke doelen, samenwerking tussen groepen en de
steun van autoriteiten, de wet of gewoonten.
Cultuur
• Cultuur is een groep mensen met dezelfde waarden, normen en gewoonten. Bestaat uit
dingen die we doen, maken, tradities, ideeën.
o Subcultuur: binnen cultuur kleine groepjes met eigen cultuur.
• Sportclub, wijk etc.
• Ouders geven cultuur door aan kinderen.
o Soms willen kinderen iets anders dan hun ouders of er komen nieuwe mensen in de
groep die hun eigen cultuur vermengen met de bestaande cultuur.
o Cultuur staat dus niet vast want die verandert mee met de mensen die er deel van
uit maken.
• Intercultureel bewustzijn (cognitief)
o Gaat over dat je denkt over je eigen cultuur en over andere culturen en dat je het
probeert te begrijpen.
o Kan je oppervlakkig doen, vooral leiden door stereotypen.
o Ontwikkelen door ervaring, 'dit is anders dan ik het gewend ben'.
o Door een directe ervaring in een insider perspectief komen.
• Interculturele sensitiviteit (affectief)
o Bereid hebben om verschillen te begrijpen en te waarderen.
• Intercultureel competentie (gedrag)
• Intercultureel bewustzijn vormt de basis voor interculturele sensitiviteit wat zal leiden tot
interculturele competentie (in interculturele interacties).
Geschiedenis van Jeugdzorg
• Weeshuizen:
o Kraamkamers van de jeugdzorg
o Eerste weeshuis ter wereld Florence 1455
o Eerste weeshuis in NL: 1491; in 16e eeuw in elke stad.
o In de meeste steden 'burgerweeshuizen'
• Alleen wezen van erkende burgers werden opgenomen.
o Niet centraal of landelijk georganiseerd, vaak initiatieven van maatschappelijk
betrokken individuen.
o Burgerweeshuis Rotterdam --> nu in beheer bij Horizon.
• Kritiek op weeshuizen:
o Toename kritiek op weeshuizen in 19e eeuw:
• Oliver Twist
• Gebrek aan persoonlijke aandacht
• Harde discipline
o Alternatieven
• Wezendorp Neerbosch Nijmegen (1873)
, § Volledig gerund door de wezen die daar woonden.
§ Kritiek --> Neerbosch kwestie
• Kindermishandeling en hygiëne.
• Maatschappij tot opvoeding van wezen in het huisgezin.
• Afname weeshuizen
o Sinds 1880 steeds minder weeskinderen (door daling sterftekans)
o Omvorming tot kinderberschermingstehuizen
o Algemene weduwen en wezenwet (1959)
• Via een uitkering familieleden ondersteunen zodat kinderen bij hun in huis
kunnen.
• Pleegzorg
o <1850 vooral weeshuizen
o 1850-1950 meer belang kind
o >1950 professionalisering pleegzorg
o 1874 begin georganiseerde pleegzorg in NL.
o Scheltema: maatschappij tot opvoeding van wezen in huisgezin.
• Ontstaan kinderbescherming
o 1905 kinderwetten
o 19223 eerste kinderrechter
o 1922 ondertoezichtstelling OTS
• Gezinsvoogd houdt het belang van het kind in de gaten.
o Eerste helft 20e eeuw pleegzorg heeft justitieel/ permanent karakter.
• Professionalisering pleegzorg
o Vanaf tweede helft 20e eeuw
o Pleegzorg als hulpverleningsvorm
o 1953 pleegkinderenwet
• Moet controle zijn op hoe pleegkinderen leven.
o Jaren '70 vrijwillige pleegzorg en centrales voor pleegzorg
• Verantwoordelijkheid om nieuwe ouders te werven en te selecteren en hen
voorbereiden.
• Voorkeur voor pleegzorg
o Jaren '80 voorkeur voor pleegzorg
• Meest normale nabootsing van gezinssituatie
o Thuis en tijdelijk
o Professionalisering
• Halverwege jaren '90 pleeggezinbegeleider
• Eind jaren '90 functiescheiding bureau jeugdzorg (BJZ) en voorziening voor
pleegzorg (VvP)
• Pleegzorg ontwikkelt zich steeds meer tot een vakgebied.
§ Door functie pleeggezinbegeleider
• Jeugdzorg en justitie
o 1809-1811 12-minnders geen straf, 12-15 jaar max. 2 maanden gevangenisstraf.
o 1811 code Pénal
• Rechter bepaalt of er is gehandeld met 'oordeel des onderscheids'
• Gevangenis, vrijuit of naar 'verbeterhuis'
o 1833 eerste jeugdgevangenis in NL
• Jongens t/m 16 jaar
• Initiatief van Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der
gevangenen.
o 1836 eerste meisjesgevangenis
o 1857 huis van verbetering en opvoeding
• Heropvoeding
, o Kinderwetten 1905
• Gedwongen heropvoeding (jeugd-tbs)
• Berisping
• Tuchtschool
o 1965 12 jaar minimum leeftijd voor strafvervolging.
• Jeugdzorg en onderwijs
o Rond 1900 overvolle klaslokalen, vooral kinderen die niet mee konden met de groep
eruit sprongen.
• Scholen voor buitengewoon onderwijs opgericht
• Criterium voor plaatsing eerder medisch dan pedagogisch
§ Schoolarts moest dit bepalen.
• Particulier initiatief
o 1920 nieuwe onderwijswet --> buitengewoon lager onderwijs
• Steeds meer differentiatie: explosieve groei leerlingenaantal
§ 1938 - 13.000
§ 1986 - 106.000
o 1985 buitengewoon onderwijs wordt speciaal onderwijs.
o Vraagtekens bij aanpak
• Explosieve groei
• Stempel werkt stigmatiserend
• Medisch vs pedagogisch
• Overheid & kosten
o Initiatieven zodat regulier onderwijs inclusiever wordt
• Weer samen naar school 1990
• Rugzakje 1995/ leerlinggebonden budget 2003
• Passend onderwijs 2012/2014
• Herderschêe Binet test (1919)
o Eerste intelligentietest
o Plaatjes aanwijzen, lichaamsdelen aanwijzen, getallenreeks.
o 30 vragen, vrij simpel.
o De oorsprong van intelligentietests is vooral medisch geweest om te bepalen of
kinderen naar speciaal onderwijs moesten.
• Van Koetsveld: idiotenschool (1855)
o Begon als dagschool waar kinderen met verstandelijke beperking naartoe konden.
Na verloop van tijd wat meer permanent.
o Iedereen kan iets leren, met als doel zo normaal mogelijk te kunnen meedraaien in
de maatschappij.
• Misstanden
o Commissie samson 2012
• Onderzoek naar seksueel misbruik uithuisgeplaatste kinderen sinds 1945
• Kinderen in een jeugdhulpinstelling liepen 2.5x zoveel kans om misbruikt te
worden
• Veel misbruik onder leeftijsgenoten.
o Commissie de Winter 2019
• Onderzoek naar geweld in oa residentiele instellingen. Pleeggezinnen,
justitiele jeugdinrichtingen en jeugd ggz
• 1945 - heden
• Conclusie: 1 op 10 personen die ooit in de jeugdzorg verbleven kreeg vaak te
maken met geweld.
Transitie naar nu
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisavanginneken2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.