Samenvatting Developmental Psychopatholagy (Universiteit Utrecht 2023-2024)
Inhoudsopgave
WEEK 1.......................................................................................................................................................... 2
HOORCOLLEGE 1, 14-09-2023................................................................................................................................2
PARRITZ & TROY H11.............................................................................................................................................4
WEEK 2.......................................................................................................................................................... 9
HOORCOLLEGE 2, 21/09/2023...............................................................................................................................9
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 12............................................................................................................................12
WEEK 3........................................................................................................................................................ 15
HOORCOLLEGE 3, 26/09/2023.............................................................................................................................15
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 7..............................................................................................................................17
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 9..............................................................................................................................19
ARTIKEL CROMPTON.............................................................................................................................................21
HOORCOLLEGE 4..................................................................................................................................................22
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 10............................................................................................................................23
WEEK 4........................................................................................................................................................ 25
HOORCOLLEGE 5..................................................................................................................................................25
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 14............................................................................................................................27
HOORCOLLEGE 6..................................................................................................................................................29
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 6..............................................................................................................................32
WEEK 5........................................................................................................................................................ 34
HOORCOLLEGE 7..................................................................................................................................................34
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 13............................................................................................................................36
HOORCOLLEGE 8..................................................................................................................................................37
ARTIKEL MCKEAN.................................................................................................................................................39
WEEK 6........................................................................................................................................................ 40
HOORCOLLEGE 9..................................................................................................................................................40
ARTIKEL SNOWLING..............................................................................................................................................42
ARTIKEL MARMARELLA..........................................................................................................................................43
WEEK 7........................................................................................................................................................ 44
HOORCOLLEGE 10................................................................................................................................................44
PARRITZ & TROY HOOFDSTUK 8..............................................................................................................................48
,Week 1
Hoorcollege 1, 14-09-2023
Angst is een van de 4 b’s (boos, bang, blij, bedroefd). Er is een toename in angst de afgelopen
jaren door corona maar vooral door toenemende druk vanuit scholen.
Anxiety volgens de evolutietheorie = gezonde angst die aanwezig is als een van de
overlevingsmechanismen
Fear = reflex reactie door aanwezige angst stimulus (80 ms)
Anxiety = reactie op mogelijk gevaar en bevat recognitie van een eventueel gevaarlijke
stimulus (150 ms).
Er is een correlatie tussen fear en anxiety disorders. Mensen die snel bang zijn, hebben ook
een hogere kans op een angststoornis.
Symptomen van anxiety zijn ingedeeld in bepaalde componenten:
1. Physical components = lichamelijke symptomen die vaak gebruikt worden als
aanduiding van angst
2. Cognitive development = gedachten over irrationele en onrealistische gebeurtenissen
3. Behavioral component = fight, flight, freeze reaccties vaak aanwezig in non-verbale
of verbale vormen
Soorten anxiety:
1. Social anxiety = bang zijn om bekritiseerd te worden
2. Seperation anxiety
3. Generalized anxiety disorder = onnodig nadenken zonder dit te kunnen controleren
4. Specific phobia = duidelijke, specifieke angst voor dieren, natuur, situaties of
omgeving
5. Panick disorder = het bang zijn om weer paniekaanval symptomen te krijgen en hier
continu over nadenken.
- Agora phobia = angst om paniek aanval symptomen te krijgen in een situatie of
locatie waar je niet zomaar weg kunt
6. Selective mutism = angst om te praten in sommige situaties en plekken. Moet langer
aanhouden dan 1 maand
Normale angst ontwikkeling
0 tot 6 maanden:
- Angst bij directe stimuli in de omgeving
- Angst bij een vermindering van support (vallen)
6 maanden tot 2 jaar:
- Seperation anxiety
- Angst voor vreemden
- Angst voor vreemde objecten
2 tot 4 jaar:
Angst voor:
- Poepen of plassen
- Vreemen
- Dieren
- Inbrekers
,4 tot 6 jaar:
Angst voor:
- Donker
- Fantasie figuren/geesten
- Onweer
- Dieren
6 tot 10 jaar:
Angst voor:
- Ongelukken en dood
- Dieren
- School
10 tot 12 jaar:
Angst voor:
- Functioneren op school en in sport
- Gebeurtenissen in vriendschappen
12+ jaar:
Zorgen voor:
- Bekritisering in sociale situaties
- Verschillende gebeurtenissen in de wereld
- Seksualiteit
- Onafhankelijkheid
Je kunt over deze normale angsten heen komen door het begrijpen van de verschillende
fenomenen en dat je hiermee kunt copen. Dit is een vorm van emotie regulatie. In jonge
kinderen zijn hechtingsfiguren belangrijk bij het activeren van emotieregulatie. In oudere
kinderen worden ouders minder belangrijk en peers meer.
Normale versus pathologische anxiety.
Normale angst wordt gezien als een adaptief mechanisme, het is vaak van korte duur en
verdwijnt vanzelf. Ook is het leeftijdsgeschikt. Hoe ouder het kind is, hoe minder angstig het
wordt.
Pathologische angst (klinische anxiety stoornis) is vaak niet leeftijdsgeschikt, het zorgt voor
veel stress, het is chronisch, het heeft invloed op het dagelijks functioneren. De angsten zijn
vaak excessief en onnodig en ouders kunnen het kind niet meer comfort bieden. Vaak heeft
het een specifieke duur (6 mnd) en het zorgt voor vermijding van situaties.
De prevalentie van angst ligt tussen de 6-25%. In Nederland ligt dat rond de 9,7%. Over het
algemeen heeft 1 op de 4 kinderen anxiety symptomen. Het is vaak chronisch waarbij er
sprake is van terugval. Meisjes hebben een hogere kans op comorbide diagnoses zoals
depressie/anxiety.
Diagnose wordt gesteld door middel van vragenlijsten, interviews, checken van key
symptomen (DSM-5-tr)
, Parritz & Troy H11
Anxiety disorders, obsessive-compulsive disorder, and somatic symptom disorders
Angststoornissen tonen het verschil tussen problemen in de kindertijd en klinisch significante
problemen aan. Veel kinderen kampen met angsten die een negatieve impact hebben op hun
dagelijks leven. Er moet in het achterhoofd worden gehouden dat een opeenstapeling van
factoren zoals de ontwikkelingscontext, specifieke stimuli die angst activeren en de graad van
de stoornis bijdragen aan het herkennen, diagnosticeren en behandelen van angststoornissen
bij kinderen.
Kinderen en adolescenten voelen, uiten en reguleren heel veel emoties. Ontwikkelings- en
individuele verschillen, de complexiteit van de emotie en kennis over emotie zorgen voor
verschillen in de uitkomst van deze emoties. Emoties zijn gekarakteriseerd door valence
(positief/negatief) en behavioral activation patterns (aanpak/vermijden). Sociocultere
variabele zoals waarden en geloven over emotie spelen ook een rol in de ervaring van
emoties.
Opwinding, intensiteit en duur van emoties zijn een integraal component van de ervaring van
de emotie en beïnvloeden een eventuele negatieve uitkomst. Emotie regulatie bevat het
monitoren, modereren en blijven van de emotie. Emotie regulatie overlapt het construct
coping. Coping strategieën zijn bijvoorbeeld expressie, suppressie, afleiding en vermijding.
Distress tolerance = de capaciteit om negatieve emotie te weerstaan
- Percieved capacity = eigen geloof over het volhouden van de emotie
- Behavioral capacity = de response tot disstress
Beide dragen bij aan de tolerantie van disstress.
Tolerance of uncertainty en tolerance of negative emotions dragen bij aan individuele
verschillen in niveau van disstress tolerantie.
Kinderen en adolescenten hebben een mix van coping strategieën (zowel succesvol als niet
succesvol) in verschillende situatie, type emotie en emotie-gerelateerd doel. Een balans tussen
angst en adaptatie aan angst is belangrijk voor het ontwikkelen.
Fears = angsten die in het bijzijn van een stimulus voorkomen. Cognitieve ontwikkeling is
een sterke bepalende factor in de ontwikkeling van angst.
Worries = angsten over mogelijke toekomstige gebeurtenissen. Vaak staan ze buiten
persoonlijke zorgen.
Anxiety disorder = internaliserende stoornis waarin angst van typisch of adaptief naar
pathologisch gaat als het gaat over intensiteit, duur, doordringendheid.
Angststoornissen worden gekarakteriseerd door inhibitie, terugtrekken en overdreven en
onrealistische angst en zorgen, over gecontroleerd gedrag en somatische symptomen.
Vermijdend gedrag wordt vaak gezien als een maladaptieve response van angst en zorgen.
Anxiety sensitivity = hyperwaakzaamheid en aandacht aan lichamelijke sensatie, de neiging
om te focussen op zwakke of infrequente sensatie en de aanleg om te reageren op somatische
sensatie met omgevormde cognitie.