,Inhoudsopgave
College 1: Leerlingzorg in het onderwijs ........................................................................................................... 3
Handboek diagnostiek in de leerlingbegeleiding. Kind en context. Hoofdstuk 1: Diagnostisch proces
in het onderwijs: de rol van contextfactoren, veranderbaarheid en positieve elementen. ................... 10
Handboek diagnostiek in de leerlingbegeleiding. Kind en context. Hoofdstuk 14: Didactisch en
pedagogisch handelen van leerkrachten .................................................................................................... 12
Introduction to response to intervention: what, why, and how valid is it? (Fuchs & Fuchs, 2006) ...... 13
College 2: Intelligentie (1/2) .............................................................................................................................. 14
College 3: Intelligentie (2/2) .............................................................................................................................. 18
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding. Kind en context. Hoofdstuk 5: Intelligentie ............ 23
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding. Kind en context. Hoofdstuk 6: Leervermogen ...... 26
Structural Validity of the Wechsler Intelligence Scale for Children-Fifth Edition: Confirmatory Factor
Analyses with the 16 Primary and Secondary Subtests (Canivez, et al., 2017) .................................... 27
College 4: Hoogbegaafdheid............................................................................................................................. 28
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding: Kind en context. Hoofdstuk 18: Begaafde
leerlingen. ........................................................................................................................................................ 33
Factor that influence in-service and preservice teachters’ nominations of students for gifted and
talented programs (Siegle et al., 2010) ....................................................................................................... 35
College 5: Leerkracht – leerling interacties .................................................................................................... 38
Uitgangspunten HGD ..................................................................................................................................... 45
Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding: Kind en context. Hoofdstuk 15: Interacties tussen
leerkrachten en individuele leerlingen. ....................................................................................................... 45
Scaffolding in Teacher-Student Interaction: A Decade of Research (van de Pol et al., 2010) ............. 46
College 6: Rekenen I .......................................................................................................................................... 47
Cognitive subtypes of mathematics learning difficulties in primary education (Bartelet et al., 2014) 55
Diagnostics of Dyscalculia. Chapter 38. (van Luit) .................................................................................... 56
Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: kind en context. Hoofdstuk 2: Rekenen ............. 57
College 7: Technisch Lezen en Spelling I ........................................................................................................ 58
Working memory in children with learning disabilities in reading versus spelling: searching for
overlapping and specific cognitive factors (Brandenburg, et al., 2015).................................................. 70
Understanding comorbidity of learning disorders: task-dependent estimates of prevalence (Moll et
al., 2019) .......................................................................................................................................................... 71
College 8: Rekenen II ......................................................................................................................................... 73
Mathematics Interventions for Children with Special Educational Needs: A Meta-Analysis
(Kroesbergen & Van Luit, 2003) ................................................................................................................... 83
College 9: Technisch lezen en spelling II......................................................................................................... 84
Improving Spelling Performance and Spelling Consiousness (Cordewener et al., 2016) .................... 90
Effectiveness of Treatment Approaches for Children and Adolescents with Reading Disabilities: A
Meta-Analysis of Randomized Controlled Trails (Galuschka, 2014) ........................................................ 92
2
,College 1: Leerlingzorg in het onderwijs
Onderwijs: omgaan met verschillen
In alle visies staat centraal dat scholen maatwerk leveren en dus dat ze aansluiten bij wat kinderen
goed kunnen en wat kinderen minder goed kunnen. Het individuele op maat maken staat dus centraal.
Een leerkracht moet kunnen omgaan met deze verschillen tussen leerlingen. Er is dus geen one size
fits all benadering
Wat voor verschillen?
• Verschillen in (cognitief) niveau (al dan niet per vak)
- In hoe goed ze mee kunnen komen op school bij bepaalde vakken
- Kinderen kunnen bijvoorbeeld moeite hebben of juist geen moeite hebben met
specifieke vakken, maar er kan ook een achterstand/voorsprong zijn over de gehele
linie
• Verschillen in emotionele/ gedragsontwikkeling/ problematiek (denk bv aan adhd, ASS, ODD etc)
- Bijvoorbeeld kinderen die zich minder lang dan hun leeftijdsgenootjes kunnen
concentreren, meer/minder gevoelig voor prikkels etc.
• Verschillen in talige en culturele achtergrond
- Welke taal ze spreken en welke culturele achtergrond ze hebben
- Deze verschillen en erkennen
- Kinderen mogen zijn wie ze zijn
• Specifieke lichamelijke/ zintuigelijke beperkingen
- Bijvoorbeeld niet goed kunnen zien, niet goed kunnen horen, in een rolstoel zitten
In dit vak wordt vooral gericht op de 1e 2 verschillen
In vergelijking met vroeger zijn de verwachtingen in het onderwijs anders. Er wordt meer met de
verschillen gedaan, leraren moeten hierop in kunnen spelen
Dit betekent dat niet alleen het kind het probleem is, maar de context hieromheen, dus het onderwijs,
kan ook een probleem zit. Vandaar ook onderwijsproblemen en niet alleen leerproblemen
Door de invoering van passend onderwijs zeggen leraren dat veel meer kinderen hier thuishoren.
Scholen zien meer de complexiteit, omdat ze er meer kennis van hebben, maar als je kijkt naar het
populatiegemiddelde, zitten er nog evenveel kinderen in het speciaal onderwijs en dat was niet
helemaal de bedoeling. Het was juist de bedoeling dat door middel van passend onderwijs er minder
leerlingen in het speciaal onderwijs terecht zouden komen
3
, Leerlingenzorg binnen en buiten de klas
Pyramide is een getrapt model van verschillende leerlingen met meer of mindere mate van
ondersteuningsbehoefte
• Onderste laag: ongeveer 80% van de leerlingen zonder ondersteuningsbehoefte, hebben
genoeg aan een goede uitleg
• Middelste laag: Lichte ondersteuningsbehoefte, bijvoorbeeld extra interventie, een verlengde
instructie. Leraar geeft leerling wat extra
• Bovenste laag: 5% leerlingen met echt extra ondersteuningsbehoefte, waarbij de leraar er niet
helemaal uitkomt. Dit kunnen leerlingen zijn die kunnen worden doorverwezen naar het
speciaal onderwijs, maar dat hoeft niet. Dat hangt af van de school, in hoeverre zij in staat zijn
om de leerling aan boord te houden of niet.
Hoe hoger je in de Pyramide komt, hoe groter de rol van orthopedagoog en van handelingsgerichte
diagnostiek
Ondersteuningsbehoefte is passend bij de shift in verantwoordelijkheid. Het gaat er minder om wat er
met het kind is, maar meer om wat het kind nodig is aan ondersteuning
Wat heeft het kind nodig aan interventie? Komt overeen met bovenstaande pyramide. Dit is wat een
leerling nodig heeft, maar het kan ook zijn dat een leraar daarbij begeleidt moet worden. Dus er zijn
leraren die al ondersteuning nodig hebben bij het basale niveau van ‘hoe geef ik goed les?’ ‘Hoe zorg
ik voor klassenmanagement?’
Consultatieve leerlingbegeleiding (manier waarop de orthopedagoog via de leraar het kind begeleid;
wat is precies het probleem? Wat is de aanleiding? Wat gaat er mis? Hoe kunnen we de interactie
tussen leraar en leerling ombuigen, zodat het onderwijs meer passend wordt?)
Interventies kunnen ook buiten de klas. Bijvoorbeeld als het kind dyslexie heeft, maar als het goed is
heeft dit altijd een link met wat er binnen de klas gebeurt.
Hoe zien niveau 1 en 2 eruit als het gaat om leerlingenzorg? Dat komt hieronder aan de orde
4