100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Wetenschapsfilosofie, hoorcolleges €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Wetenschapsfilosofie, hoorcolleges

1 beoordeling
 148 keer bekeken  1 keer verkocht

In deze samenvatting is alle stof die behandeld is in de hoor- en werkcolleges uitgelegd. Het geheel is logisch ingedeeld per college en biedt een goede ondersteuning voor het behalen van het tentamen. Bevat ook samenvatting van deel 2 van de cursus.

Voorbeeld 4 van de 37  pagina's

  • 30 oktober 2017
  • 37
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: ninamdjong • 6 jaar geleden

avatar-seller
llvandervliet
Wetenschapsfilosofie
Hoorcolleges
2017

, HC1
Introductie

Hoorcolleges
College 1: Introducie
Colleges 2-7: Inleiding wetenschapsfilosofie
Colleges 8-13: Rationaliteit en redeneerfouten
College 14: Vragenuurtje
Werkcolleges: ondersteuning van de hoorcolleges

Eindcijfer bestaat uit:
• 70% Tentamen (23 oktober 2017)
o Zes open vragen
• 30% essayopdracht (6 oktober 2017)
o ± 500 woorden

Wat is filosofie?
Wat zijn filosofische problemen? Voorbeelden:
• Wat is kennis? Epistemologie
• Wat betekent het om te zeggen dat iets waar is? Metafysica
• Bestaat er zoiets als vrije wil? Filosofie van de geest
• Wat is de beste manier om in het leven te staan? Ethiek
• Is schoonheid een kwestie van smaak? Esthetiek

Waarom zijn het filosofische (en niet bv. wetenschappelijke) problemen? Dit komt doordat het
diepere problemen zijn. De wetenschap kan ze (nog) niet oplossen. Ook kan het zo zijn dat er geen
correct antwoord is op de vraag.

Wat is wetenschapsfilosofie?
Vragen die een wetenschapsfilosoof stelt:
• Wat is wetenschap?
• Wat is de beste wetenschappelijke methode?
• Wat is het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap/religie/gezond verstand?
• Wat kan wetenschap ons over de wereld vertellen?

Zo kan een filosoof vier soorten rollen aannemen. De wetenschapsfilosoof als…
1. De koningin: ze bestudeert vragen die relevant zijn voor alle wetenschappen. Bv:
onderscheid tussen goede en slechte argumenten, of is observatie betrouwbaar?
2. Een pionier: ze worstelt met problemen waar geen oplossing voor is.
3. Een cartograaf: ze denkt na over hoe alle wetenschappen samenhangen.
4. Een strontvlieg: ze stelt lastige en vervelende vragen en probeert wetenschappers van hun
stuk te brengen/meer na te laten denken.




2

, HC2
Rationalisme en empirisme

Tot 1550 dacht men alles wel zo een beetje te weten wat er te weten viel. Echter, in de periode
1550-1700 ontstond de wetenschappelijke revolutie. In gebieden zoals natuurkunde, scheikunde,
geneeskunde en psychologie werden vele ontdekkingen gedaan. Dit zorgde ervoor dat veel van wat
men zeker dacht te weten ondermijnd werd. Het resultaat was een enorme strijd tussen kerk en
wetenschap. Zodoende ontstonden er drie belangrijke sceptische vraagstukken over de kennis: wat is
kennis, hebben we kennis en waar komt onze kennis vandaan?

De drie klassieke antwoorden op de vraag: Wat is kennis?
• Scepticisme: we hebben geen kennis
• Rationalisme: echte kennis komt vooruit uit het goed gebruiken van je verstand (ratio)
• Empirisme: echte kennis is gebaseerd op zintuigelijke waarneming

1. Wat is kennis?
Noodzakelijke en voldoende voorwaarden
Voordat we de vraag kunnen beantwoorden, moeten we eerst weten wat kennis is. Een manier om
een begrip te definiëren is door te vragen naar noodzakelijke en voldoende voorwaarden. Iets is
voldoende als het goed genoeg is om het doel te bereiken, maar het is niet noodzakelijk, maar als
iets noodzakelijk is, dan is het onmisbaar, maar niet voldoende om het doel te bereiken.
Voorbeeld 1: wanneer is iemand een goede chauffeur?
Als hij goed de verkeersregels kent noodzakelijk, maar niet voldoende.
Als hij attent is in het verkeer noodzakelijk, maar niet voldoende.
Voorbeeld 2: wanneer is deze aardappel eetbaar?
Wanneer hij gekookt is voldoende, maar niet noodzakelijk.
Voorbeeld 3: wanneer is iemand vrijgezel?
Als hij/zij geen vriend/vriendin heeft voldoende en noodzakelijk
Om een goede definitie te vinden moet je een lijst condities hebben die allemaal noodzakelijk zijn en
als geheel voldoende beschouwd worden.

JTB-kennis (justified, truth, belief)
Wat zijn de noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor kennis? Volgens de filosoof Plato zijn er
drie condities (voorwaarden) die individueel noodzakelijk en gezamenlijk voldoende zijn:
• Overtuiging: je moet X geloven om X te kunnen kennen.
• Waarheid: X moet waar zijn om X te kunnen kennen.
• Rechtvaardiging: je overtuiging moet gerechtvaardigd zijn om X te kunnen kennen.
Met andere woorden: je hebt kennis over X wanneer je overtuiging m.b.t. X waar en rechtvaardig is.

2. Hebben we kennis?
Nee: scepticisme
Vanuit dit oogpunt hebben we geen kennis, want hoewel we overtuigingen hebben, en sommige
overtuigingen toevallig waar kunnen zijn, weten we nooit zeker dat ze waar zijn en dus hebben we
geen rechtvaardiging. Hierin speelt vaak toeval een rol. Het kan daardoor wel waar zijn en je kan
hiervan overtuigd zijn, maar het is niet per se rechtvaardig.
Michel de Montaigne: onze zintuigen en ons verstand zijn onbetrouwbaar, dus er is geen kennis. Hij
beweert dus dat de JTB-definitie niet correct is.

3

, Ja: anti-scepticisme
Er zijn wel degelijk dingen die we zeker weten. Descartes: hij begon te redeneren vanuit het
standpunt van Michel de Montaigne. Cogito ergo sum (Ik denk, dus ik besta).
Voorbeelden dat men wel kennis heeft:
Wiskundige overtuigingen (kennis die onbetwijfelbaar is).
Fenomenale ervaringen (als je sneeuw ziet is die wit, deze waarneming is onbetwijfelbaar).

3. Waar komt onze kennis vandaan?
Rationalisme: echte kennis komt (deels) voort uit het goed gebruiken van je verstand.
Nativisme: er bestaat ingeboren kennis (gaat vaak samen met rationalisme).
Descartes was een rationalist en een nativist. Hij zei dat alle zintuigelijke waarnemingen
onbetrouwbaar zijn. Je kan dus alleen vertrouwen op heldere en duidelijke ideeën (ik denk dus ik
besta). Daarna wordt alles deductief afgeleid: theoriën (ideeën) leiden tot hypothesen.
Voorbeelden van deductie:
Alle appelbomen zijn bomen, dit is een appelboom dit is een boom
Alle Fs zijn G, a is een F a is een G
Heldere en duidelijke ideeën algemene kennis deductie particuliere kennis

Empirisme: ervaring opgedaan via zintuigelijk waarneming is dé bron van kennis.
Tabula rasa: er bestaat geen ingeboren kennis (gaat vaak samen met empirisme.
Aristoteles was een empirist. Hij zei: Nihil est in intellectu, quod non prius fuerit in sensu (niets is in
het intellect dat zich niet eerst in de zintuigen bevond). Daarom geldt bij het empirisme juist
Observaties inductie algemene kennis
Voorbeelden van inductie:
Ik zie vier witte zwanen (geen andere kleuren) alle zwanen zijn wit
Ik heb drie groene appels en drie rode appels 50% van alle appels zijn rood
Het verschil tussen deductie en inductie zit in de zekerheid. Inductie kan door een enkele afwijkende
observatie veranderen, terwijl deductie vast staat.

Rationalisme vs. empirisme
Empirisme is de common sense (gezond verstand) opvatting. Als je wilt weten hoe iets zit, moet je
kijken. Dit lijkt het beste te passen bij hoe wetenschap werkt. Echter, er zijn twee belangrijke
problemen voor empiristen:
• Empirisme leidt tot scepticisme: waarnemingen zijn immers onbetrouwbaar. De beelden die
we in ons hoofd hebben zijn mentale kopieën van het origineel. Wat je ziet hangt dus af van
hoe je hersenen het plaatje verwerken (denk aan de jurk: blauw/zwart of wit/goud?). Je weet
dus nooit zeker of jouw kopie op het origineel lijkt: scepticisme.
John Locke maakte hierdoor onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten.
Secundaire kwaliteiten zouden voor iedereen anders kunnen zijn (bv. kleurverschil door
lichtinval), terwijl primaire kwaliteiten altijd hetzelfde zijn (bv. hardheid). Echter, George
Berkeley sprak dit tegen. Hij zei dat alles secundair is, aangezien alle eigenschappen
verschillend waargenomen kunnen worden door mensen.
• Empirisme leidt tot inductieproblemen. De enige manier waarop je vertrouwen in inductie
kan hebben is op basis van ervaring uit het verleden (als je genoeg observaties hebt gedaan,
kan je ervan uitgaan dat het zo is). Maar deze ervaringen samen vormen ook inductie. Je kunt
dus alleen geloven dat inductie betrouwbaar is als je er vanuit gaat dat inductie betrouwbaar
is: circulair probleem.


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper llvandervliet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57114 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (1)
  Kopen