Samenvatting BPOP
A. Het spectrum van schizofrenie
Schizofrenie = psychopathologische stoornis die zich kenmerkt door wanen,
hallucinaties, taal-en spraak problemen, gedragsproblemen en ongepaste
emoties.
Kraepelin
- Combineren van kenmerken krankzinnigheid tot één stoornis katonie,
hebefrenie en paranoia Stoornis : dementia praecox
- Onderscheid tussen dementia praecox en manisch-depressie stoornissen
(onderliggende patronen maakte ze verschillend)
Eugen Beuler : Bedacht term schizofrenie iemand die schizofreen is, heeft
een breuk in de verbindingen van basale functies van persoonlijkheid
(associative splitting)
Symptomen van schizofrenie
Psychotische gedrag = gebruikt om bizarre gedragingen, zoals wanen en
hallucinaties aan te duiden.
Schizoïde spectrum = verschillende varianten van schizofrenie onderscheid
tussen 3 verschillende symptomen (positief, negatief en ongeorganiseerd)
Criteria diagnose schizofrenie
- Aanwezigheid van minstens twee of meer positieve, negatieve en of
ongeorganiseerde symptomen (minstens één maand)
- Ten minste één van de symptomen: wanen, hallucinaties of
gedesorganiseerde spraak.
Positieve symptomen (= meer opvallende symptomen, zoals wanen en
hallucinaties)
Verschillende soorten wanen
- Grootheidswaan : het gevoel hebben een heel belangrijk of beroemd
persoon te zijn.
- Achtervolgingswaan : het gevoel hebben achtervolgd te worden
- Capgras syndrome : het gevoel hebben dat een kennis vervangen is door
een dubbelganger.
- Cotard’s syndrome : het gevoel hebben dood te zijn.
,>> Theorieën om wanen te verklaren
1) Motivationele theorie = wanen zijn een poging tot omgaan met nare
gevoelens, zoals stress en angst.
2) Theorie van gebrek = wanen komen voort uit een disfunctie in de
hersenen.
Auditieve hallucinaties (meest voorkomend) = horen van stemmen gebied
van Broca actief bij hallucinaties en bij taalproductie, maar niet bij
taalverwerking horen van stemmen gegenereerd door eigen hersenen en niet
van buitenaf.
Verklaring : schizofreniepatiënten hebben slecht werkende prosodie (=manier
om emotie te tonen in spraak)
Negatieve symptomen
- Avolitie : een onvermogen en of desinteresse om deel te nemen aan wat
voor activiteit dan ook.
- Alogie : gebrekkige spraak, in de zin van korte antwoorden.
- Anhedonia : onverschilligheid of afwezigheid van het ervaren van plezier.
- Flat effect : onvermogen om emoties te laten zien, ondanks dat patiënten
wel aangeven emoties te voelen.
Ongeorganiseerde symptomen
- Ongeorganiseerde spraak : hebben vaak niet door dat ze een stoornis
hebben.
- Ongepaste affectiviteit/emoties: bijv. lachen op ongepaste momenten.
- Katatonie: bijv. stil blijven staan in een ongewone positie of overdreven
vrolijk op straat lopen.
Andere stoornissen
Schizofreniforme stoornis: wanneer iemand de klassieke symptomen van
schizofrenie ervaart, maar dan alleen voor een korte periode van meestal
een paar maanden.
Schizoaffectieve stoornis : mensen die naast symptomen van
schizofrenie, ook symptomen van stemmingsstoornissen zoals depressie
of een bipolaire stoornis hebben.
Wanenstoornis: wanneer iemand alleen last heeft van wanen en niet van
andere symptomen (vaak langdurig)
Belangrijk verschil met schizofrenie : wanen kunnen wel echt waar zijn.
Gedeelde psychotische stoornis = kan ontstaan als gevolg van veel
contact hebben met iemand die wanen heeft.
, Eerste symptomen tussen 35e en 55e levensjaar (vaker bij vrouwen)
Oorzaken ontstaan van wanen
1) Stoornissen, die veroorzaakt zijn door drugs en/of medicatie
2) Stoornissen die veroorzaakt zijn door andere medische toestanden,
zoals hersentumor of Alzheimer.
Korte psychotische stoornis : gedurende ong. een maand komen wanen
en hallucinaties voor (meestal door extreem stressvolle situatie).
Verzwakt psychose syndroom : mildere vorm van schizofrenie, maar
mensen met deze symptomen zijn aak wel een risicogroep voor een
ernstigere schizofrene stoornis.
Statistieken
Mannen krijgen vaak op eerdere leeftijd last van symptomen en hebben ook
vaker een ongunstige uitkomst dan vrouwen.
Meest heftige symptomen: vaak in late adolescentie of vroege volwassenheid
Prodromale fase (85%) : een fase van één tot twee jaar voor aanvang van de
diagnose en de heftige symptomen bizarre gedragingen en ideeën
Onderzoeken naar genetische oorzaak
- Hoe heftiger de symptomen bij een ouder, hoe groter de kans dat het
kind later ook schizofrenie zou ontwikkelen.
- Gevoeligheid ontstaat voor alle soorten schizofrenie, en niet alleen
specifieke soort die de ouder heeft.
Voorbeeld: Genain vierling = vier identieke zussen hadden allemaal
schizofrenie toch heeft de stoornis zich op verschillende manieren geuit.
Verklaring : novo mutaties hebben opgetreden in het bevruchte ei van de
moeder van de vierling kleine genetische afwijkingen + opvoeding van
adoptieouders speelt grote rol.
Genen die een rol spelen bij schizofrenie: chromosomen 8, 6 en 22 (COMT)
COMT: speelt een rol bij het metabolisme van dopamine verstoord bij
schizofreniepatiënten.
Endofenotyperen = een strategie waarbij onderzoekers op zoek zijn naar een
basaal proces dat bijdraagt aan de gedragingen of symptomen van een stoornis,
waarbij er vervolgens gekeken wordt naar welke genen hierbij betrokken zijn.
Voorbeeld: smooth- pursuit eye movement = een experiment waarbij
participanten hun hoofd stil moeten en met hun ogen een stip op een
beeldscherm moeten volgen die heen en weer beweegt bij schizofrenie zijn
oogbewegingen niet vloeiend.
Neurotransmitters
, Neurotransmitters = chemische boodschappen die vervoerd worden door
neuronen.
Axon = neurotransmitters verlaten het neuron via de axon gaat naar
synaptische spleet dan weer terug opgenomen door receptoren in de
dendriet van het volgende neuron.
Antagonisten= houden de natuurlijke werking van neurotransmitters tegen.
Agonisten = ondersteunen de natuurlijke werking door meer neurotransmitters
vrij te laten, maar dit kan in extreme gevallen ook tot te veel leiden.
Bij schizofrenie lijken de dopaminereceptoren D1 en D2 belangrijk uit
onderzoek is gebleken dat schizofrenie patiënten een te actief dopamine
systeem hebben.
Antipsychotica = antagonisten brein neemt minder dopamine op.
Amfetamines = agonisten brein neemt meer dopamine op psychotische
symptomen worden erger
Stratium en deel van basale ganglia = belangrijk voor beweging en balans
overmatige stimulatie van stratiële dopamine D2 receptoren kan een
medeoorzaak van schizofrenie zijn.
Bij de prefrontale dopamine D1 receptoren is te weinig stimulatie juist een
medeoorzaak van schizofrenie.
Glutamaat & receptor NMDA drugs zoals PCP en ketamine kunnen psychoses
veroorzaken.
Hersenonderzoeken
- Schizofreniepatiënten hebben vaak vergrote ventrikels (=met vloeistof
gevulde holtes in het brein)
- Hypofrontaliteit
Overeenstemming: allemaal te observeren voordat de eerste symptomen zich
voordoen.
- Prenatale blootstelling aan ziekte influenza kan leiden tot zuurstoftekort
bij de foetus.
Psychosociale oorzaken van schizofrenie
Stress:
Familie :
- Oude theorieën : koele moeder en dubbelblinde communicatie tussen
ouders en hun kidneren.