College 1: Jeugddeliquentie
Formatieve toets (totaal 0.7 punten extra)
- Basiscollege: bespreken studiestof
- Verdiepingscollege: verharding jeugdcriminaliteit met Corine Peeters
verdieping van een van de onderwerpen uit basiscollege
Basiscollege 1
Etiologie
- Beschrijving
- Ontwikkelingen
- Theoretische perspectieven
…..
Tentamen
- 42 vragen
- Meerkeuze: 3 vragen (6 per college)
Jeugddeliquentie= alle vormen van regel overschrijdend gedrag (dus niet alleen
dingen die volgens wetboek strafbaar zijn gesteld. Regel overschrijdend gedrag is
veranderbaar over tijd
Verschil werkelijke omvang en registraties
Niet alle delicten opgemerkt/aangiften gedaan/proces verbaal gemaakt/proces
verbaal wordt afgedaan met halt aandoening/rechter ziet af van sanctionering
Bronnen
- Politiecijfers
- Zelfrapportages
- Slachtoffer enquetes
Toename/afname over tijden: zorg is van allen tijden en vanzelfsprekend
- Wens om te kijken naar trends en ontwikkeling (bekijk met voorzichtigheid)
- Gezien de cijfers niet altijd betrouwbaar
Verharding afgelopen 10 jaar
HIC: high impact crimes
- Vaker minderjarige betrokken
- Aantal aangehouden minderjarige toegenomen
Gewelddadige jonge daders
- Omvang groep niet afgenomen
- Recidive toegenomen
Gebruik wapens
- Meer minderjarige verdacht van vuurwapenmisdrijven
- Meer incidenten met steekwapens
Ontwikkelingen omvang aard en afdoening 2000-2020
, - Laatste cijfers tijdens corona, minder jongeren bereikt dus lastiger
interpreteren
- Age crime curve: piek deliquent gedrag 15-20
- Tijdelijk (begin rond 12, neemt af rond 18 dus adolescentie gelimiteerd) vs
persistent delinquent gedrag (voor 12e, grotere kans om ermee door te
gaan/structureel mis bij aanvang)
Bronnen, inzicht hebben: bronnen combineren
- Werkelijke omvang jeugdcriminaliteit= dark number
- Politiestatistieken: aanhoudingen en verdachten (ernstiger)
- Justitiële statistieken: vervolgen en afdoeningen (ernstiger)
- Zelfrapportage (milder)
Afname sinds 2015-2020
Jongen rapporten meer dan meisjes (1.5-2x)
Geen vertegenwoordiging migratieachtergrond (zien we het meer of
zoeken we het meer?)
Soorten delicten
- Meest voorkomend: geweld, vermogen en vandalisme
- Klein deel: wapen bezit en drugshandel
- Nieuw: online gerelateerde delicten
Aantal verdachten
Aantal daders
- Stijgend tot 2007
- Meer jongens
- Toename veroordeelde vermogensdelicten geweld
- Afdoeningen 2007 (behalve Halt, worden meer ingezet naast straf ipv alleen
maar)
Verklaring afnemende trends
- Succesvol beleid: gemeente en politie
- Maatschappelijke factoren: beter inkomen (minder noodzaak), meer
beveiliging)
- Minder risicofactoren: middelengebruik, delinquente vrienden
- Toenemende beschermingsfactoren: emotionele steun, betrokkenheid,
monitoring (weten waar je kind is avond)
- Digitalisering samenleving: meer activiteiten online (minder tijd voor ongein)
Verplaatsing van offline delinquent gedrag naar online
Wetenschappelijke perspectieven
Thema’s: Nature vs nurture: aanleg vs aangeleerd, Opvoeding vs omgeving,
Continuiteit vs verandering
Theorieën: aanleg, nurture, rationale keuze, zelfcontrole, biologie,
ontwikkelingsperspectief, stoppen met criminaliteit
Aanleg en zichtbare lichamelijke kenmerken (nature)
- Frenologie Cesare Lombrosso: positieve gevolgen
Typen delinquenten onderscheiden
, Idee dat mensen in aanleg kenmerken kunnen hebben die vanaf geboorte
aanwezig zijn en iets met persoonlijkheid te maken hebben
Sociale omgeving
- Sociale desorganisatietheorie: opgroeien in arme buurt
- Differentiël associatie theorie: kiezen voor een conventionele of criminele
maatschappelijke oriëntatie
- Spanning/strain theorie: spanning ervaren omdat bepaalde middelen of doelen
onbereikbaar zijn
- Labelling: omgeving benadert individu als (potentiële) delinquent; indiviu
neemt identiteit aan
- Gelegenheid en keuze: een situatie kan uitnodigen tot delinquent gedrag
Opvoeding
- Binding: criminaliteit gevolg van gebrek aan sociale bindingen, deze
weerhouden jongeren van deliquent gedrag (als binding er niet is, dan
misschien eerder)
- Zelfcontrole: jongeren met zwakke zelfcontrole lopen groter risico op deliquent
gedrag
- Ouder x kind: niet kenmerken van de ouder of kind zijn bepalend, maar ook
reactie op elkaar > relatie (bvb gebrekkige relatie)
Aanleg zichtbare en (on)zichtbare lichamelijke kenmerken
- Psychofysiologie: verminderende activiteit van autonome zenuwstelsel
lage activiteit van autonome zenuwstelsel (bvb verlaagde hartslag, cortisol)
hangt samen met fearlessness en hogere behoefte aan sensation seeking
- Endocrinologie: hormonen, niveau van testoteron hangt samen met neiging
dominantie
- Neurologie: hersenen en neurotransmitters:
Hersenen: relatie tussen antisociaal gedrag en verminderde
activiteit/kleinere volume hersengebieden (aandacht, impulscontrole,
emotieverwerking)
Adolescentie: plotse toename dopamine (pleziercentrum) + achterblijvende
ow van de prefrontale cortex + later ow inzicht lange termijn consequenties
- Erfelijkheid: genen
Gedragsgenetica: aanleg voor indirecte factoren zoals impuls, gebrek
angst, agressie, sensatie zoeken (dus indirecte kwetsbaarheid ow)
Modulaire genetica: wisselwerking tussen hoe aanwezigheid gen en
bepaalde omgeving alleen in combi deliquent gedrag opleveren
Ontwikkeling
- Vroege en late starters: dual taxonomie theorie
- Adolescentie als kwetsbare levensfase: overgangsfase met veel
veranderingen met allerlei mogelijkheden ontsporen
- Bindingen: kunnen veranderen en bijdragen aan het stoppen met deliquent
gedrag
Desistence from crime: hoe stoppen jongeren
- Niet zozeer moment gebonden > langdurig proces
, - Stoppen: rationeel of emotioneel? Eerder moreel emotionele keuze (wat
hebben we te verliezen als we doorgaan)
Conlusie: er is NIET een alles verklarende benamingen
Jeugdcriminaliteit beste begrippen door te zien dat verschillende factoren risico
vergroten of verkleinen
Trends
- Meer aandacht voor meisjes
- 20 jaar geleden inhaalslag
Gender paradox
Als jongeren a typisch gedrag vertonen voor hun geslacht dan is de achterliggende
problematiek waarschijnlijk erger (expressie is hetzelfde maar achterliggende
oorzaak erger)
Dual taxonomie meisjes
- Meisjes delayed onset
- Meisjes vertonen zelden ernstig problematisch gedrag (conduct disorder) voor
adolescentie
Homogeniteit: overeenkomsten groter dan verschillen
Verklaring: biopsychosociale model
Biologisch
- Lage arousal meer behoefte aan uitdaging
- Meisjes minder beinvloed door lage arousal (om spanning op te zoeken)
Pubertijd
- Meisjes starten eerder pubertijd, extra vroeg starten is een risicofactor
- Maturity gap: verschil hoe je eruit ziet en hoe je bent wordt te groot (combi
vroeg rijp en verkeerde factoren)
Psycho
- Meisjes vaker slachtoffer trauma > reactief
- Vaker psychische problematiek
Contextueel
- Impact gezinsproblematiek groter
- Romantische relaties: zelf antisociaal gedrag eerder antisociale partners
(jongens komen juist eerder op goede pad door partner)
Conclusie= veel kennis deliquentie gebaseerd op jongens, kennis over meisjes
vraagt gericht perspectief, oppassen stereotypering (jongens antisociaal en meisjes
psychiatrisch), overeenkomsten groter dan verschillen,
beter inzicht nodig: specifieke oorzaken gedrag meisjes en effectieve aanpak
meisjes
Verdiepingscollege 1: justitiële jeugdinrichting, is er sprake van verharding
Slecht 2% in jeugdinrichting (5 JJJI, 500 plaatsen, 18 hiervan meisjes)
- Doelgroepen (12-23): preventieve hechtenis/jeugddetentie/PIJ jeugd tbs
- Jongeren met strafrechtelijke titels blijven onder een dak ipv onderscheid
zoals bij volwassenen