Hoorcollege 1
Doel wetenschap = ware kennis creëren en onware kennis als zodanig ontmaskeren
Communicatiewetenschappers onderzoeken de inhoud, toepassing en gevolgen van media en
communicatie. Het kan allerlei aspecten van communicatie bevatten.
Grondslagen
Literatuur zoeken en lezen
Onderzoeksvragen en hypothesen
Betrouwbaarheid en validiteit
Metingen en meetniveaus
Opzet vak --> zie canvas (benodigdheden, toetsing)
Beschrijvende en toetsende statistiek boek ff fixen
SPSS downloaden voor week 3
Elke dinsdag LMT
Studeren: boek lezen -> microlectures kijken -> huiswerk maken -> naar hoorcollege -> werkgroep
Wetenschappelijke kennis = kennis die vergaard is via duidelijk omschreven regels/principes. Is
anders dan alledaagse kennis: intuition/belief, consensus, authority, casual observation,
tenacity/gewoonte.
Wetenschap = systematisch proces van vergaring van theoretische kennis d.m.v. observatie. We
bedoelen hiermee zowwel dat het proces zelf systematisch is, ook dat we conclusies trekken over
meerdere systematisch gemaakte waarnemingen en ook het systematisch samenvoegen van kennis
uit onderzoeken…
Wetenschappelijke kennis
- empirisch toetsbaar -> gebaseerd op werkelijkheid, waarneembaar.
- objectief -> bevindingen zijn niet "persoonsgebonden", geen ruimte voor subjectieve interpretatie,
vrij van belangen.
- falsificeerbaar -> op zoek naar tegenbewijs, is er een tegensprekende observatie mogelijk?
- repliceerbaar -> studie moet herhaald kunnen worden en dezelfde resultaten leveren.
- transparant en openbaar -> controleerbaar, open voor kritiek.
- logisch consistent/intern coherent
- 'nooit af' -> constante twijfel/correctie
Resultaten geven STEUN geen BEWIJS!
Wetenschappelijke kennis is GEEN ware kennis maar komt in de buurt ervan.
De empirische cyclus (zoek afbeelding)
Observatie - inductie - deductie - toetsing - evaluatie
, Hoorcollege 2
Paradigma = een 'zienswijze', gedeeld opvattingen en aannames = gedeeld wereldbeeld
Nieuwe kennis kan tot een paradigmaverschuiving leiden.
Ontologie = 'zijnsleer', opvattingen over hoe de sociale werkelijkheid is opgebouwd.
Bepaalt hoe wetenschappers denken.
Epistomologie = 'kennisleer', opvattingen over wat als kennis telt en hoe kennis moet worden
vergaard.
Bepaald welke onderzoeksmethoden gebruikt worden.
2 stromingen in communicatiewetenschap
1. Worldview 1: Empirisch-analytisch (kwantitatief onderzoek)
- Nadruk op nomothetische kennis (= wetmatigheden/generaliseren)
- Reductionistisch: eenheid gereduceerd tot variabelen
- Objectief: 'derdepersoonsperspectief'
2. Worldview 2: Empirisch-interpretatief (kwalitatief onderzoek)
- Nadruk op ideografische kennis (= begrip van het unieke)
- Holistisch: eenheid als geheel
- subjectief: 'eerstepersoonsperspectief'
(wel beiden empirisch)
De empirische cyclus
Observatie
Inductie = redeneringswijze, van het bijzondere naar het algemene redeneren, observatie ->
patroon -> theorie.
Deductie = afleiding, van het algemene naar het bijzondere redeneren, theorie ->
specificeren -> hypothese.
(op dit punt heb je een onderzoeksvraag en hypothese)
Toetsing = 'Hoe kunnen we de onderzoeksvraag en hypothese toetsen?, 2 mogelijkheden ->
verificatie/falsificatie.
(Verificatie = bevestiging zoeken, falsificatie = proberen te weerleggen)
Evaluatie = met in achter neming van limitatie eigen onderzoek (advies vervolgonderzoek).
2 relevante CW-theorieën
- agendasetting = media bepalen de agenda van ontvangers, media bepaald waar we over praten.
- framing = door bepaald taal en woordgebruik wordt het denkbeeld van de ontvanger(s) beïnvloed.
Het onderzoeksplan = het systematisch geheel van methodische beslissingen
1. probleemstelling - doelstelling, vraagstelling, hypothesen
2. onderzoeksmethode
Survey = geschikt voor het onderzoeken van verbanden
Experiment = geschikt voor het vaststellen van effecten
Inhoudsanalyse = geschikt voor het onderzoeken van inhoud
Literatuuronderzoek (meta-analyse) = wat is er al bekend over het onderwerp?
Bestaande data = kan van alles zijn, 'snapshot', verbanden
Kwalitatief onderzoek = geschikt om hypothesen mee te ontwikkelen
3. dataverzameling - tijd, plaats, eenheden (maak voor dataverzameling een analyseplan!)