Visies op de Stad
Collegeaantekeningen
Inhoud
Hoorcollege 1 – 30 januari 2023 – Visies op de stad: introductie – Rianne van
Melik
Sociaal geograaf Willem Heinemeijer (1968): 4 typen op basis van hun affiniteit met de stad:
Bekenners
Sympathisanten
Gebruikers
Ontkenners
Toetsing:
- 60% take-home essay (1500-2000 woorden)
Opdracht bekend op 27 februari. Deadline 20 maart.
- 40% tentamen op 28 maart.
Multiple choice
- LP1 voldoende afronden
Toelichting op 3 februari
Het verhaal achter de skyline – New York
5 stadsdelen, Manhattan meest toeristisch.
Manhattan heeft een strak stratenpatroon.
Manhattan heeft twee CBD’s: financieel en cultureel/gemixt.
9/11: grond heeft verschillende belangen. Herbouw toren, want grond duur, maar ook behoefte aan
memorial. Allebei toegepast.
Steeds meer hoogbouw erbij. Door technologische ontwikkeling, maar ook andere redenen.
1
,20e eeuw: enorme groei New York tot zo’n 8 miljoen mensen met name door migratie, aangetrokken
door industrie.
Na 1970 korte daling door de-industrialisatie, maar daarna switch naar dienstverlening. Weer groei.
Ambitieuze overheid:
1811: 100.000 inwoners, plan voor groei tot meer dan 1 miljoen inwoners. Duurde 60 jaar om heel
Manhattan te ontwikkelen. In 1853 Central Park toegevoegd aan het plan.
1916: Zoning Ordinance
Vaststellen van maximale bouwhoogte a.d.h.v. Floor Area Ratio (FAR)
Vastleggen van dominante functie (residentieel/commercieel/overig) om zekerheid te geven
over toekomstige ontwikkelingen
1961: Zoning Ordinance
Seagram Plaza (1958): “this austerely elegant place had not been designed as a people’s
plaza, but that is what it became” (Whyte, 1988)
Ontwikkelaar bebouwde helft en benutte helft van ruimte voor verblijfsruimte.
Invoering Privately Owned Public Spaces (POPS): als je iets extra levert voor de
stad/samenleving, mag je hoger bouwen. Bijv. lobby openstellen voor publiek.
Deels succesvol. Ruimtes niet altijd uitnodigend.
Transferable airrights onbenutte rechten van (monument)gebouwen verkopen. Koper
mag hoger bouwen.
Times Square
Zandlopervorm/X-vorm
Eerst vooral woongebied voor rijkeren
Aanleg stations meer uitgaansgebied
Tijdlang ook een onveilige plek geweest (jaren ’70)
Nu weer ultieme toeristische plek:
Politie: zerotolerance beleid
Herontwikkeling pand alleen mogelijk als er een theater in verwerkt wordt.
Bedrijfsinvesteringszone (Business Improvement Districts): binnen gebied moet je als
ondernemer meer belasting afdragen. Dit vloeit terug in je eigen buurt, heb je zelf
invloed op. Bijv. marketing, beveiliging, afvalverwerking. Daklozen bij BID laten werken.
Conclusies:
Urbanisering is een relatief recent fenomeen (vanaf 19e eeuw)
Stedelijke ontwikkeling sterk gekoppeld aan economische ontwikkeling (en v.v.: stad als
motor van de economie)
Stad als smeltkroes van verschillende mensen (‘superdiversity’)
Veranderende visies op de stad
Resultaat van een grote diversiteit aan actoren en agenda’s (overheden, multinationals,
ondernemers, burgers)
2
,Voorbereidende literatuur hoorcollege 2
Urbanism as a way of life – Wirth (1938)
Gevolgen urbanisering:
- Veranderingen in sociale leven
- Acute problemen
- Gebrek aan bewustzijn van stedelijke problemen
Urbanisme = manier van leven in de stad
Stad = relatief grote, dichte en permanente nederzetting van heterogene individuen.
Groot: individuele variabiliteit, gebrek aan intieme persoonlijke kennis, segmentatie van
menselijke relaties: anoniem, oppervlakkig en voorbijgaand.
Dichtbevolkt: behoefte aan diversificatie en specialisatie, schrille contrasten, complex
patroon segregatie, dominantie van formele sociale controle, frictie
Veel heterogene individuen: losser worden van strenge sociale structuren, verhoogde
mobiliteit, instabiliteit en onveiligheid, affiliatie van individu met groot aantal sociale
groepen, instituties voldoen aan behoeftes massa.
Dus veel diversificatie, maar eenheid en samenhang ook nodig.
Voorbereidende vragen
Louis Wirth heeft als een van de eerste wetenschappers een definitie van de stad gegeven. Verklaar
waarom Wirth tot deze definitie kwam en evalueer de definitie. Ontbreken er volgens jou kenmerken?
Mijn antwoord: Wirth focust zich met name op het sociale aspect van de stad (hij was socioloog) en
kijkt daarbij naar het gedrag van en samenhang tussen de individuen. De stad is volgens hem een
relatief grote, dichte en permanente nederzetting van heterogene individuen.
Wat mij betreft, missen met name de economische kenmerken. Dus dat er veel creativiteit is doordat
veel mensen samen komen, dat er veel bedrijven zitten vanwege de knooppuntfunctie, etc.
Goede antwoord: sociologische achtergrond: meer aandacht voor sociale dan fysieke omgeving.
3
, Elke denker/theorie heeft tijd en plaats.
Kritiek op definitie:
Erg negatieve perceptie van stad
Ontkenning van de kracht van de buurt (Gemeinschaft in de stad)
Kenmerken niet uniek voor de stad (Gesellschaft buiten de stad)
Gaat uit van duidelijk onderscheid stad/platteland
Hospers geeft in hoofdstuk 1 aan dat inwoneraantal een discutabel criterium van een stad is. Een
grote stad hoeft namelijk nog geen wereldstad te zijn. Leg het verschil uit tussen megastad en een
wereldstad/global city [NB. staat niet letterlijk in het hoofdstuk, maar zoek op of beredeneer].
Een wereldstad is een belangrijk economisch, cultureel en/of politiek centrum op wereldniveau.
Hieraan zit niet echt een minimumaantal aan inwoners. Een megastad daarentegen is een stad met
minimaal 10 miljoen inwoners. Een stad kan zowel een wereldstad als een megastad zijn, maar dit
hoeft niet.
Hoorcollege 2 – 1 februari 2023 – De stad is vele steden - Rianne van Melik
Definities van de stad
Steekwoorden: veel mensen, groot oppervlak, hoog voorzieningenniveau, economische
bedrijvigheid, knooppunt, diversiteit, druk, progressief, dynamisch, anoniem, sociale interactie,
faciliteiten, etc.
Mogelijke voorwaarden stad:
- Bevolkingsomvang: veel mensen (maar waar ligt de grens? Verschilt per land)
- Economische structuur: veel dienstverlening (maar verschilt per land, sommige landen
sowieso al veel of weinig dienstverlening)
- Administratieve/juridische criteria: stadsrechten, kathedraal (vroeger, maar nu niet meer
echt geldig)
- Bebouwing: hoogbouw (is niet altijd)
- Sociale structuur: vooral singles, dinkies, etc.
Stedelijkheid als levensvorm
Louis Wirth (1938): Urbanism as a way of life: a city is a
Relatively large (size),
Dense (density)
And permanent settlement (permanency)
Of socially heterogeneous individuals (heterogeneity)
Kenmerken maken stadsleven fundamenteel anders: meer vluchtige, oppervlakkige contacten.
Inwoner stad wordt steeds meer een stedeling naarmate die daar langer woont.
Geïnspireerd door Tönnies: Gemeinschaft (gemeenschap, pre-industrieel) Gesellschaft
(samenleving, industrieel)
Georg Simmel: the metropolis and mental life (1903)
4