Handige formules PM1:
Productietechniek:
Snededoorsnede draaibank:
A= a x f = b x h snedediepte x afstand die de beitel wegschuift per omwenteling OF snedebreedte x snededikte
Toerental voordraaien:
V
n=
π∗d
Huidige snijsnelheid draaibank:
V =π∗d∗n
Optimale snijsnelheid (formule van Taylor):
n
Vc∗T =C waarin T=standtijd & n=Taylor constante, afhankelijk van materiaal etc.
Materiaalkunde:
Percentage rek:
∆l
ε= ∗100 , p.51
l0
Elasticiteitsmodulus:
∆ spanning ∆ σ kracht F
E= = waarin spanning σ = =
∆ rek ∆ε oppervlak A
Aanvankelijke doorsnede−uiteindelijke doorsnede A 0−Aeind
Insnoering Z = x 100 = x 100
aanvankelijke doorsnede Ao
2
σ el
Veerkracht= waarin σ el =spanningbij elastiteitsgrens ε el
2E
S chuifspanning τ=glijdingsmodulus x afschuiving=G x γ waarbij glijdingsmodulus G berekend kan
E
worden met G=
2(1+v )
Qmax= Pmax/ S0 (Hierin is Pmax de maximale belasting en S0 het oorspronkelijke oppervlak van de
dwarsdoorsnede. Ook wel Rm genoemd)
Re= Pe/ S0 (Pe is de belasting bij de elastiteitsgrens)
Percentages koolstof per staalsoort (zie ook pagina 400):
Volledig ferriet: 0,0 tot 0,2%C
Perlietgebied: 0,2 tot 6,67%C
100% perlietkristallen: 0,77 tot 0,8%C
100% cementietfase: 6,67%C
Austeniet: kan maximaal 2% C in oplossen
Martensiet kan ontstaan bij >0,6%C
Shortcuts (waar zijn dingen terug te vinden in het boek:
Eigenschappen van de verschillende kunststoffen (p.768)
Eigenschappen van verschillende metalen (p.770)
Soorten polymeren (H8- p.188-223)
Eigenschappen S235/S335: handout p6
Temperatuurbereiken warmtebehandelingen p.429
Koolstof-ijzerdiagram p.400
Hardheid en hardheidsproeven p.61
Trekproeven P50-58
,Productietechniek
Productietechniek: Het vakgebied dat het geheel van productieprocessen, productiemiddelen
(machines & gereedschappen), productiemethodes, kennis en vakmanschap omvat, waarmee het
doel – de vervaardiging van onderdelen en producten van de vereiste kwaliteit, tegen een
aanvaardbare prijs en binnen aanvaardbare levertijd – gerealiseerd kan worden.
Communicatie tussen productie, planning en productievloer is zeer belangrijk. Miscommunicaties
zijn af te leiden uit het schematisch verloop van kosten:
In dit schema zijn twee lijnen te ontdekken. De gemaakte kosten geven kosten weer waar ze
daadwerkelijk (bedrijfseconomisch gezien) gemaakt worden, de vastgelegde kosten geven weer waar
de keuzes gemaakt worden die leiden tot bepaalde kosten.
Classificatieschema van Kienzle: ALLE huidige en naar verwachting ook toekomstige
productietechnieken kunnen verdeeld worden in de volgende categorieën:
Oervormen (rechtstreekse omzetting, bijv. gieten of materiaal aangroeien)
Omvormen (met behulp van kracht vervormen)
Scheiden en afnemen (verwijderen van overtollig materiaal levert eindproduct op)
o Scheiden: overtollig materiaal blijft bruikbaar, bijv. knippen
o Afnemen: overtollig materiaal veranderd in spanen (draaien, frezen)
Verbinden (onderdelen worden verbonden tot een geheel, bijv, lassen, lijmen,
solderen, felzen, persen, pen/gatverbinden)
Opbrengen van lagen (kan verdeeld worden naar functie, materiaalsoort, toegepaste
processen)
Veranderen van materiaaleigenschappen (thermische behandeling of vervorming)
, Gieten is een zeer oud proces. Het is relatief eenvoudig, vereist weinig nabewerking, is
kosteneffectief, zorgt voor weinig materiaal- en energieverlies en maakt heel veel vormen
mogelijk.
Het zandgietproces is een basale vorm hiervan. Dit proces bestaat uit de volgende stappen:
Het maken van een werktekening. Hierin wordt vastgelegd wat de toegiften zijn qua
krimp (materiaal krimpt zodra het warmer wordt) en bewerking (door nabewerking
gaat er altijd wat materiaal verloren)
o Er moet rekening gehouden worden met een lossingshoek hierbij. Een
lossingshoek is nodig om het materiaal makkelijk uit de mal te krijgen.
Model maken
Onderkast opstampen
Bovenkast opstampen (rekening houdend met de opkomers (risers) waardoor
gegoten zal worden)
Aansnijding maken en het model uitnemen
Vorm dichtzetten
Gieten
Uitschudden
Afwerken (nabewerken bijv. d.m.v. frezen)
Een mogelijk probleem dat op kan spelen is ondersnijding (undercuts). Dit ontstaat als een
onregelmatig product gegoten wordt. Zoals te zien is op de afbeelding rechts stroomt het materiaal
in de onderste ‘voet’ van het stuk, die daardoor niet meer uit de mal kan komen omdat het vast zit.
Dit is vaak het geval als de mal gemaakt is van sterk metaal, zoals staal.