Uitgebreide uitwerking van alle hoor- en werkcolleges van het vak Taalverwerving (), inclusief uitwerkingen van artikelen, video's en discussies. Volledige tentamenstof! Succes met leren!
- Eerste taal: moedertaal leren.
- Tweede taal: taal naast de moedertaal leren.
o Leren als volwassenen.
o Leren als kind (kinderen leren een taal sneller dan volwassenen).
- 2 talen tegelijk.
- Als taalverwerving niet vanzelf gaat.
SLI: Specific Language Impairment
- Een stoornis waarbij kinderen veel meer moeite hebben dan normaal om hun moedertaal te
ontwikkelen.
- Houdt onder andere in dat kinderen moeite hebben om met taal hun emoties onder
woorden te brengen. Uitingen als Ik ben blij, Ik ben bang, Ik heb buikpijn zijn erg lastig.
- Kinderen reageren verschillend op deze stoornis: sommige kinderen hebben er weinig last
van, andere kinderen raken gefrustreerd omdat ze zich niet kunnen uiten.
Waar gaat taalverwerving over?
- Ontwikkelingsfeiten
o T1 Nls, Engels
- Modellen en theorieën over
o Mijlpalen
o Loop van ontwikkeling
o Vergelijking tussen talen
- Methodes om te meten
o En design
Prisma
- Prisma in de natuurkunde:
o Driehoekig.
o Transparant.
o Gebruikt in de spectraalanalyse.
o Licht van verschillende golflengten afbuigen in verschillende richtingen.
o Brekingsindex van materiaal is namelijk afhankelijk van de golflengte.
o Op die manier eenvoudig het spectrum bekijken.
- Prisma in taal:
o Metafoor.
1
, o Klankenstroom in verschillende richtingen afbuigen om zo effecten op modules van
de mind en van taal te kunnen bekijken.
o Prisma is innerlijke grammatica; een gezond mens analyseert een klankenstroom
direct en automatisch.
Taalmodule
- Modules van de mind zijn instincten:
o Herkenning van gezichten.
o Stemmingen (blij, verdrietig, etc.).
o Intuïtieve psychologie (gedrag gerelateerd aan wensen, gedachten, kennis,
interventies, etc.).
Bijvoorbeeld: wanneer iemand een hand opsteekt, weet de docent dat die
persoon een vraag heeft.
Of: wanneer iemand wijst, kijk je niet naar de wijsvinger van die persoon,
maar naar de richting waar naartoe wordt verwezen.
o Aantallen en hoeveelheden.
Hele jonge kinderen snappen al dat 1 pop iets anders is dan 2 poppen.
Pas later leren ze de betekenis van getallen, hoeveelheden en telwoorden.
o Rechtvaardigheid.
o Intuïtieve biologie.
o Intuïtieve mechanica.
- Een module moet voldoen aan de volgende kenmerken:
o Domein specifiek.
o Verplichte verwerking.
o Snelle verwerking.
o Geen introspectie (zelfreflectie).
o Typische patronen bij stoornissen.
o Vaste neutrale architectuur.
o Karakteristieke ontwikkelingsvolgorde.
- De taalmodule voldoet aan al deze kenmerken, dus is het een module te noemen.
- Binnen de taalmodule zijn er allemaal submodules te onderscheiden:
o Fonologie: ordent klanken.
o Lexicon: zoekt woorden op.
o Syntaxis: bouwt structuren.
o Semantiek: vormt betekenissen.
o Pragmatiek: vormt ook impliciete betekenissen.
o Informatiestructuur (bijvoorbeeld topic-focus): ordent informatie op belang.
Taalverwerving in de praktijk
- In het onderwijs:
o Kinderen in de klas.
o Vragen van ouders van kinderen.
- Afvragen op welke manier kinderen taal ontwikkelingen bij het maken van:
o Kinderboeken.
o Lesmateriaal.
o Taaltoetsen.
2
, - Taalpolitiek, discussies over:
o Het belang van voorschoolse taalontwikkeling en een kleutertoets.
o Meertaligheid en dialecten.
- Taaldisciminatie:
o Dialecten
‘Slecht’ voor schoolprestaties?
‘Slecht’ voor status en carrière?
o Meertaligheid
Staat ontwikkeling van het Nederlands in de weg?
Engelse lessen op de basisschool?
o Taalregels en taalverandering
‘Hebben hun of zij gelijk?’
Universele Grammatica
- Universele Grammatica is dat het vermogen om taal te leren aangeboren is.
- Dit is iets wat alleen mensen bezitten: bij andere diersoorten komt het niet voor.
- De Universele Grammatica veronderstelt een gemeenschappelijk mechanisme dat alle talen
van de wereld gemeen hebben. Zonder dit basispatroon zou het proces van taalverwerving
onmogelijk zijn.
- Het klanksysteem binnen de menselijke hersenen in categoriaal: we horen óf een p, óf een b,
er bestaat geen klank die daar tussenin zit.
- Theorie van de universele grammatica werd vooral uitgewerkt door taalkundige Noam
Chomsky. Hij formuleerde zijn theorie op basis van een aantal observaties:
o Alle kinderen kunnen alle talen leren.
o Alle talen bevatten een vergelijkbare grammatica.
o Talen bevatten recursieve constructies (mogelijkheid tot oneindige inbedding van
zinnen), die niet aangeleerd kunnen worden zonder een ‘recursiemodule’ in de
menselijke hersenen.
- Je kunt als kind de Universele Grammatica niet direct en onmiddellijk leren. Er moet namelijk
eerst uitgezocht worden welk grammaticale systeem je moet leren; er bestaan immers
onderlinge verschillen tussen talen.
o Geslacht:
Engels: the
Het lidwoord kent geen geslacht.
Duits: der
Het lidwoord kent wel een geslacht, in dit geval mannelijk.
Nederlands: de
Vroeger meer aandacht voor geslacht van lidwoord.
o Geslacht en congruentie
Een kind van ongeveer 6 jaar kan zeggen: Ik ging met Marnix en haar moeder
of Kate gaat trouwen met zijn vriend.
Dit systeem wordt in het Frans wel gebruikt: Elle est sa mère (Zij is zijn
moeder).
‘Sa’ slaat hier op moeder (vrouwelijk), terwijl dit in het Nederlands ‘zijn’
(mannelijk) zou zijn, aangezien het hier gaat om de moeder van een
mannelijk persoon.
3
, Soorten ontwikkeling
- Longitudinaal onderzoek
o Een klein aantal personen langere tijd onderzoeken.
o Duurt redelijk lang en kost veel geld.
- Cross-sectioneel onderzoek
o Twee (of meer) verschillende groepen vergelijken.
o Betrouwbaarder: willekeurige groepen als afspiegeling van grotere groepen.
Taalproductie: overzicht
- Dagboekaantekeningen.
o Goed voor hele specifieke onderzoeksvragen.
- Analyse spontane taaluitingen.
o Een keer in de week/maand opnemen en daarin tellen/analyseren.
o Hier is heel veel data van. Dit staat in Childes (database).
- Questionnaires voor ouders.
o Vragenlijsten voor ouders.
o Betrouwbaar, want ouders weten goed wat hun kinderen zeggen.
- Productie uitlokken.
o Verleden tijdsvormen:
Nu teken ik een bloem.
Gisteren…
Tekende ik een bloem.
Heb ik een bloem getekend.
o Meervoudsvorming:
Hier is een paard.
Hier is nog een paard.
Nu heb ik twee… paarden.
- Transformatie uitlokken.
o Testen van actieve kennis van grammaticale constructies.
o Een simpele vraag stellen en vervolgens het kind de zin laten herhalen met ‘denk je’.
Welk college heb ik vanmorgen gevolgd?
Welk college denk je dat ik vanmorgen heb gevolgd?
Hoe weet ik dat?
Hoe denk je hoe ik dat weet?
Op wie ben ik verliefd?
Op wie denk ik wie ik verliefd ben?
- Narratieve structuren (verhalen) uitlokken.
Taalbegrip: overzicht
- Voorkeurskant kijken (preferential looking).
o Test grammaticale kennis.
o Tussen 1-2 jaar.
o Kind zit bij een van de ouders op schoot. Het kind krijgt een zin te horen,
bijvoorbeeld Koekiemonster wast Pino. Het kind heeft zicht op twee schermpjes. Op
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AniekEsmee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.