Samenvatting Kennistoets kwartaal 1
Leefstijl HC 1
Samenvatting praktische verloskunde hoofdstuk 2.3:
Gezondheid bevorderende maatregelen betreffen het vermijden van risico houdend gedrag
en van een risicovolle werkomgeving en de preventie van infecties.
Roken:
Eén van de belangrijkste risicofactoren voor perinatale morbiditeit en mortaliteit en leidt tot
verminderde vruchtbaarheid, zowel bij mannen als vrouwen.
Roken tijdens zwangerschap > structurele afwijkingen aan de placenta. > capillairen in de
placenta nemen af en de membraan van de placentaire villi wordt dikker. > gestoorde
gaswisseling in placenta en de daarbij voorkomende verminderde perfusie van de
intervileuze ruimte.
Nicotine werkt als vasoconstrictoir > verminderd zuurstoftransport > mogelijk gevolg =
chronische hypoxische stress.
Zuurstoftransport ook benadeeld doordat koolmonoxide sterker dan O2 aan hemoglobine
bindt. Nicotine heeft ook accelererend effect op foetale hart en vermindert het de
adembewegingen van de foetus.
Roken (ook meeroken) > verhoogd risico op vroeggeboorte en groeirestrictie. Gemiddelde
geboortegewicht van kinderen van rokende vrouwen 250 gram lager dan kinderen van niet
rokende vrouwen. Voor passief meeroken is dat 150.
- 15% van vroeggeboorten wordt veroorzaakt door roken.
- Een geboortegewicht van <2500 gram wordt bij ruim 11% van de kinderen
veroorzaakt door roken.
- Bij 6,3% is roken oorzaak van perinatale sterfte.
De enzymen die de stofwisselingsprocessen beïnvloeden, worden gecodeerde door genen.
De omzetting van de schadelijke stoffen in sigarettenrook varieert me de aan- of afwezigheid
van bepaalde genen. Een gelijke blootstelling aan schadelijke stoffen kan leiden tot een
verschil in gezondheidsrisico. Bij rokende zwangeren is dat het geval voor de genen CYP1A1
en GSTT1. > aanwezigheid van 1 van deze genen leidt tot gewichtsvermindering van
respectievelijk 520 en 642 gram. Beide genen aanwezig? > leidt tot een
gewichtsvermindering van 1285 gram en een bekorting van zwangerschap met 5,2 weken.
Voor rokende zwangeren die deze genen niet hebben > reductie van 280 gram en 0,8
zwangerschap.
Ongeveer 9% van vrouwen in NL rookt tijdens hele zwangerschap. > bij jongere moeders,
moeders met laag of middelbaar opleidingsniveau en moeders zonder partner is de
prevalentie van roken tijdens zwangerschap met 22% hoger.
,Nadelige effecten op lange termijn zijn bekend bij kinderen van rokende ouders:
- Hogere prevalentie van wiegendood, astma, andere luchtwegziekten en
oorontsteking, obesitas, neurologische ontwikkelingsachterstand en
gedragsproblematiek.
Obstetrische complicaties die vaker voorkomen bij rokende zwangeren:
- Miskraam
- Extra-uteriene graviditeit (buitenbaarmoederlijke zwangerschap)
- intra-uteriene groeivertraging
- congenitale afwijkingen (klompvoetje en cheilognathopalatoschisis)
- vroegtijdig breken van de vliezen
- partus prematurus
- placenta praevia (placenta die zich te laag onder in de baarmoeder hecht aan
baarmoederwand)
- abruptio placentae (voortijdige loslating van de normaal gelokaliseerde placenta)
- perinatale sterfte
Alcohol:
Ongeveer 80% van alle 25-45-jarige vrouwen in NL gebruikt wel eens alcohol.
Alcohol vermindert de vruchtbaarheid, zowel bij mannen als vrouwen.
Al bij inname van 1 glas per dag kunnen psychomotorische ontwikkelingsstoornissen bij de
foetus optreden. Ook risico op een congenitale afwijking, zoals een nierafwijking, verhoogd.
Het foetaal alcoholsyndroom (FAS) met kenmerkende gelaatsafwijkingen kan ontstaan bij het
gebruik van meer dan zes eenheden per dag. > prevalentie wereldwijd = 14,6 per 10000
inwoners.
De negatieve effecten van alcohol kunnen mede verklaard worden door andere
risicofactoren: het gebruik van alcohol gaat vaak samen met ander ongezond gedrag, zoals
roken. > moeilijk om individueel risico voor foetus te berekenen.
Medicamenteuze behandeling van alcoholisme met disulfiram tijdens eerste trimester is
vanwege mogelijk teratogene effecten gecontra-indiceerd.
In laatste 6 maanden voor zwangerschap dronk in NL 41% van aanstaande moeders alcohol.
Tijdens de zwangerschap heeft 8,9% weleens alcohol gebruikt.
Bijna 5% van hen dronk ook nog alcohol toen zij wisten dat zij zwanger waren. > meestal paar
slokjes en niet heel glas > meeste stoppen direct met drinken alcohol bij positieve test.
Drugsgebruik:
Drugsgebruik komt tijdens de zwangerschap in NL weinig voor. > komt vaker voor onder
zwangeren met lagere sociaaleconomische status.
,Heroïne en methadongebruik geven net als gebruik van andere drugs cyclusstoornissen en
fertiliteitsproblemen. Preconceptioneel wordt bij heroïnegebruikers geadviseerd over te gaan
op alleen methadon, en daarna af te bouwen. Wanneer methadon in zwangerschap wordt
gebruikt, zijn er bij de neonaat minder abstinentieverschijnselen dan bij heroïnegebruik.
Veiligheid van marihuanagebruik tijdens zwangerschap nooit aangetoond > gebruik voor en
tijdens zwangerschap ontraden.
Over het gebruik van andere synthetische drugs, zoals LSD, paddo’s,
gammahydroxyboterzuur en ecstasy bestaat veel onduidelijkheid. Het gebruik vroeg in
zwangerschap lijkt geen verhoogd risico op abortus te geven. > wel afgeraden want op lange
termijn zijn gevolgen onbekend.
In 4 weken voor de zwangerschap heeft 2,2% van de vrouwen cannabis gebruikt, meestal
alleen een paar trekjes. Tijdens zwangerschap > 0,2% cannabis. Overige drugs werden door
0,1-0,4% gebruikt.
Voeding:
Bij zwangeren die vaak fastfoodproducten of kant-en-klaarmaaltijden eten, kan
Preconceptioneel al duidelijk sprake zijn van vitaminedeficiënties.
Bekendste is die van foliumzuur (vit. B11). > geassocieerd met neuralebuisdefecten,
anencefalie, encefalokèle en spina bifida, maar ook met lip/gehemeltespleet, hartafwijkingen
en omfalokèle.
Foliumzuurinname verhogen van 4 weken vóór tot 8 weken na de conceptie. >
foliumzuurtabletten (0,4-0,5 mg/dag).
Vrouwen met duidelijk verhoogd risico (zelf neuralebuisdefect heeft of eerder een kind met
zo’n defect) > 5mg/dag
Anencefalie en spina bifida zijn aangeboren afwijkingen die behoren tot de
neuralebuisdefecten (rug of schedel niet goed dicht gegroeid).
Het merendeel van de Nederlandse zwangeren (81%) blijkt op de hoogte van het
foliumzuuradvies. Nl is hierin het enige land.
Hypervitaminose A (door een inname van meer dan 3000 mg per dag) teratogeen effect (alle
stoffen die aangeboren afwijkingen kunnen veroorzaken) heeft op de ontwikkeling van het CZ
> inname van vit A beperken.
Preconceptioneel is behoefte aan Vit. D niet verhoogd.> aan alle mensen die beperkt aan
zonlicht worden blootgesteld > dagelijks 10 mg vit D te suppleren.
, Handboek Leefstijlgeneeskunde: de basis voor iedere praktijk > Hoofdstuk 12
De periconceptiefase = 14 weken vóór de bevruchting (preconceptiefase) tot en met 10
weken erna. > in deze fase vinden de belangrijkste rijpingsprocessen van de geslachtscellen
plaats, wordt het toekomstig erfelijk materiaal van het embryo geprogrammeerd en wordt de
placenta gevormd. > voeding is een van belangrijkste leefstijlgewoonten. Daarnaast,
beweging, mentale stress, intoxicaties zoals roken, alcohol en drugs.
Voedingspatronen en voortplanting zijn sterk met elkaar verweven; voeding is
medebepalend voor de mate van fertiliteit van de vrouw en man.
Vitamine A
Vit. A (retionol) = vet oplosbare vitamine, die voorkomt in verschillende dierlijke producten
zoals volle melk, lever en soms in bak- en braad producten. Een andere vorm van vit. A zij
zogenoemde provitamine A-carotenoïden > komen voor in plantaardige voeding en eieren,
en stellen lichaam in staat zelf vit. A te produceren. Adequate inneming van vit A kan positief
effect hebben op fertiliteit, en ondersteunt ontwikkeling van de visus en immuunsysteem van
ongeboren kind.
Een te lage inname vit. A > rol bij ontstaan van aangeboren afwijkingen zoals een breuk in
middenrif.
Te hoge inname vit A > open ruggetje en afwijkingen aan het gelaat.
Bij vrouwen die bariatrische chirurgie hebben ondergaan speciaal opletten > zij slikken baak
preparaten met hoge doseringen vit. A.
Vitamine B1 (thiamine)
Is wateroplosbare vit. En kan worden verkregen uit verschillende voedingsbronnen, zoals
noten, groenten, rijst, zuivelproducten en volkorengranen. Speelt rol als cofactor in
metabolisme van macronutrienten, en ondersteunt de werking van de hartspier en het
zenuwstelsel. > inname bij zwangere vrouwen > invloed op ontwikkeling van embryonale
brein, voornamelijk door rol in synthese van myeline en verschillende neurotransmitters.
Verder nog weinig bekend.
Vitamine B2 (riboflavine)
In water oplosbaar en voornamelijk in melkproducten, vlees, groente, fruit en
graanproducten. Net als B1 is belangrijk voor vrijmaken van energie uit lichaamscellen. Een
periconceptioneel riboflavinetekort bij de vrouw is geassocieerd met verhoogd risico op een
schisis en verschillende hartafwijkingen bij het kind.
Vitamine B6 (pyridoxine)
In wateroplosbaar en speelt rol bij opbouw en afbraak van aminozuren en vetzuren.
Pyridoxine speelt rol bij afbraak van homocysteïne, waarvan hoge concentraties geassocieerd
zijn met een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen en laag geboortegewicht. Daarnaast
kan pyridoxinedeficiëntie de oorzaak zijn van bloedarmoede tijdens de zwangerschap.