OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN – TENTAMEN
HOOFDSTUK 1: WERKEN MET EEN GROEPSPLANGEDRAG
Preventieniveau 1: gericht op alle leerlingen in de klas.
Preventieniveau 2: gericht op sommige leerlingen; ze zijn kwetsbaar en vallen op in hun gedrag.
Preventieniveau 3: enkele leerlingen. Vallen op doordat het probleemgedrag ernstig is en/of
frequent en intensief karakter heeft.
Kader 1 en 2 zijn eigenlijk basisondersteuning. Kader 3 is extra ondersteuning.
GG kort op de markt, dus frequentie invullen staat nog niet vast. Voorspelling:
Periode 1: 1e dag-herfstvak, Periode 2: herfstvak-kerkstvak, Periode 3: Jan-Maart, Periode 4: April-Juli
Kader 1 altijd ingevuld, kader 2 en 3 als er een aanleiding voor is.
GG te downloaden via: www.uitgeverijpica.nl
1.1 I Preventieniveau 1
Alle leerlingen, ook de lln die met regelmaat of continu aandacht vragen; druk, brutaal, angstig etc.
voor iedereen geld in dit kader dezelfde basisaanpak. Het kan wel of niet samengaan met bijv ADHD.
Preventie niveau 1 bestaat uit de onderdelen: - de leraar en – de groep en SEL (sociaal-emo leren).
De leraar:
> Ondersteuningsbehoefte van de leraar: wat heeft hij nodig om de groep de gewenste aanpak e
bieden. Duo’s kunnen dit individueel doen of samen. Ondersteuningsbehoefte bestaat uit: het te
bereiken doel, de eigen competenties, gewenste ondersteuning: ik wil, ik kan/doe al, ik heb nodig.
Dit onderdeel gaat over de leraar als professional. Het kan losstaan van wat met de groep bereikt
moet worden.
> Evaluatiewijze: de leerkracht beschrijft op welke wijze de leraar evalueert of de doelen die hij heeft
geformuleerd dan ook echt behaald zijn. Dit kan door collega, of via checklist leraarvaardigheden bijv
> Organisatie: concrete afspraken: datum en tijd zorgcoördinator, materialen, titel of boek bijv.
De groep en sociaal-emotioneel leren (SEL):
>Fases groepsvorming:
- Forming: fase van de kennismaking met elkaar en de omgeving
- Norming: normen worden bepaald
- Storming: fase onderlinge posities vastgesteld
- Performing: fase waarin klas daadwerkelijk als groep gaat functioneren
- Adjourning: fase afscheid nemen
>Onderwijsbehoefte(n) van de groep:
Hierbij blikt de leerkracht ook terug op de vorige periode. VB: ‘de groep heeft een leerkracht nodig..’
> SEL- competenties waar planmatig aandacht aan wordt besteed:
Hier wordt dus via het rooster ook naar gepland:
1. Besef van zichzelf: denk aan gevoelens herkennen en zelfbeeld
2. Zelfmanagement: onder andere impulscontrole en omgaan met negatieve gevoelens
3. Besef van een ander: empathie en respect
4. Hanteren van relaties: relaties aangaan en samenwerken
5. Keuzes kunnen maken: probleem analyseren en oplossen.
> Te bereiken doelen: SMART. Doelen groepsvormende activiteiten en doelen preventieprogramma.
> Groepsactiviteiten: groepsvorming en SEL wordt dan geïntegreerd als je dat wil.
> Wijze van effecten meten: bijvoorbeeld door observatielijst, of vragenlijst laten invullen door lln.
> Organisatie: bijvoorbeeld; de manier waarop het lerarenteam de ontwikkelingen van de klas
bespreekt, of de bespreking van de verzamelde toets- of observatiegegevens.
,
, 1.2 I Preventieniveau 2
Preventieniveau 2: 7-10 procent van de leerlingen, voor wie kader 1 onvoldoende is. Het betreft de
leerlingen die meer dan anderen het risico lopen zich problematisch te ontwikkelen.
De leraar:
> Ondersteuningsbehoefte leraar: indien 2 of meer leerlingen, kunnen ze bijvoorbeeld geclusterd
worden.
> Evaluatiewijze: hoe wordt bepaald of je het doel behaald.
> Organisatie: concrete afspraken.
De leerlingen:
> Korte omschrijving gedrag
> Namen leerlingen
> Onderwijsbehoeften leerlingen: hierin bevinden zich risicofactoren, op dit moment, in deze klas,
die bij de leerling(en) de ontwikkeling het meest bedreigen (overleg IB).
VB: risicofactor: gedragsinhibitie (verlegen reageren in nieuwe situaties)
Onderwijsbehoefte: ze hebben een training nodig waarin hun wordt geleerd op een zelfverzekerde
manier te reageren.
> Beschermende factoren: factoren die kunnen bijdragen aan een positieve gedrags- en
leerontwikkeling. VB: goede intelligentie. Dus eigenlijk talenten zijn het.
> Te bereiken doelen
> Ondersteuningsactiviteiten: bestaande uit strategieën voor de leraar en interventies leerling.
Strategieën leraar: verwijst naar ped vaardigheden en kwaliteiten leraar.
Interventies: zijn methodieken die lln helpen om gewenste gedrag aan te leren en vol te houden.
Welke materialen -> nummers eventueel.
Overweging hierbij: welke ingreep minst belastend de strategie of interventie? En bij welke ingreep is
de kans op succes het grootste?
>Wijze van effecten meten
> Organisatie
1.3 I Preventieniveau 3
één of enkele leerlingen. 3-5%. Ernstig externaliserend of internaliserend probleemgedrag,
criminaliteit en geweld in te gaan, dat ver tot in de volwassenheid kan duren.
De leraar:
> Ondersteuningsbehoefte leraar
> Evaluatiewijze
> Organisatie
De leerling:
> Korte omschrijving gedrag
> Naam leerling en de betrokkenen!
> Onderwijsbehoeften lln: het draait om de functie van het gedrag: waarom doet hij wat hij doet?
VB: functie: aandacht
Onderwijsbehoefte leerling: leerling heeft leerkracht nodig die volgens de techniek een correctieve
instructie aanwijzingen geeft hoe je op een goede manier contact met andere leerling maakt.
Hierin zitten ook de risicofactoren (IB’er)
> Extra aandacht triggers en gevolgen gedrag: welke triggers en gevolgen krijgen extra aandacht.
> Te bereiken doelen
> Ondersteuningsactiviteiten: bestaande uit of strategieën of uit interventies
>Wijze van effecten meten: kan ook door bijv. psycholoog
> Organisatie
DE EVALUATIE:
Datum bespreking, aanwezigen, samenvatting gesprekspunten, afspraken