De student kan een beschrijving geven van de anatomie van het respiratoire systeem
Het luchtwegen systeem is opgebouwd uit de
bovenste en onderste luchtwegen. De bovenste
luchtwegen zorgen voor de geleiding van de
lucht, op die weg wordt de lucht bevochtigt en
gefilterd maar ook wordt de lucht verwarmd.
De bovenste luchtwegen bestaan uit de
volgende onderdelen:
De onderste luchtwegen bestaan dan weer uit
de volgende dingen:
De trachea (luchtpijp)
Bronchiën (deze bestaat uit twee
takken en vertakt zich daarna nog meer)
Bronchiolen (kleinste takken van de bronchiën)
Alveoli (longblaasjes aan het uiteinden van de bronchiolen)
Rondom je luchtwegen zit overal kraakbeen, dit zorgt er voor dat je luchtpijp en bronchiën open
blijven staan en niet dichtklappen door de druk die er op komt te staan. In de bronchiën en
bronchiolen wordt de lucht ook geleid en zorgt voor filtering, verwarming en bevochtiging. De
bevochtiging gebeurt alleen hier op een andere manier, aan de binnenkant van de bronchiën en
bronchiolen zitten cilia (trilhaartjes), deze staan in een vloeistof, deze vloeistof noemen we een
periciliaire vloeistof (rondom de cilia zittende vloeistof). De cilia stuwen de mucus naar de keelholte,
de mucus is heel plakkerig zodat hier de stofjes die uit het lucht gefilterd worden.
Alleen in de alveoli vindt diffusie plaats (het
uitwisselen van gassen), de overige
structuren vindt dit niet plaats wat betekent
dat alle overige structuren de dode ruimte is
omdat er geen diffusie plaats vindt.
1
,De brionchole (ook wel de terminale bronchiole of respiratoire
bronchiole) zit eigenlijk al geen kraakbeen meer omheen, wel zie
je hier spiertjes omheen zitten die samen kunnen trekken, dit
gebeurt om het laatste beetje lucht uit de longen te duwen, deze
spannen ook samen bij astma waardoor mensen met astma
benauwd worden. De alveoli zijn allemaal kleine bolletjes op
elkaar wat eigenlijk als functie heeft het oppervlakte vergroten
van waar de uitwisseling plaats vindt. Alveoli hebben wandjes
met elastine waardoor deze compliant zijn, deze compliantie
zorgt ervoor dat deze rekbaar zijn en weer terug kunnen veren.
De nieuwe lucht die we inademen komen vooral in de alveoli van de
bovenste stukken van de long. In de kleine bloedcirculatie (pulmonaire
circulatie) is er altijd een lage druk waardoor het bloed niet goed
omhoog kan stromen. Zodra je te weinig zuurstof binnen krijgt dan ga je
dieper inademen en wordt de druk hoger door een snellere hartslag
waardoor het lichaam dit zelf oplost. . Ventilatie-perfusie verhouding is
de verhouding tussen hoeveelheid lucht die uit de alveoli gehaald wordt
en de perfusie is de hoeveelheid bloed dat er doorheen stroomt. De
alveolaire dode ruimte is de ruimte die niet wordt gebruikt voor diffusie.
Buikademhaling is beter volgens veel literatuur omdat dit ervoor zorgt
dat er in de onderste stukken van de longen ook verversing is van de
lucht.
De alveolaire dode ruimte en anatomische dode ruimte zijn samen de fysiologische dode ruimte, de
anatomische dode ruimte veranderd niet maar de alveolaire dode ruimte wel. Zodra je gaat sporten
zie je dat de bloeddruk hoger wordt waardoor de alveolaire dode ruimte kleiner wordt waardoor dus
ook de fysiologische dode ruimte kleiner wordt.
Aantal termen die je moet kennen:
Ventilatie= het verversen van lucht in de luchtwegen
Perfusie= hoe goed zijn organen doorbloed, in dit geval: hoe goed zijn de alveoli omgeven
door bloedvaatjes
Diffusie= uitwisseling van gassen. Uitwisseling van co2 en o2. ( co2 moet de longen uit en
zuurstof moet de longen in)
Ademminuutvolume = ademvolume (hoeveelheid lucht wat je in kan ademen) x ademfrequentie (hoe
vaak je ademt). In rust adem je ongeveer 12 keer per minuut en adem je 500 ml lucht in waarvan er
350 ml voor ventilatie is en 150 ml voor geleiding.
Je kan beter je teugvolume verbeteren. Hiermee ververs je ook de onderste toppen in de longen van
lucht. Verbeter je de frequentie kost dat veel energie.
2
,De student kan de origo, insertie en functie (open en gesloten keten) benoemen van de
ademhalingsspieren
Ademhalingsspieren
Tijdens het inademen is de belangrijkste spier het
diafragma (75%)omdat deze afvlakt en de longen omlaag
trekt. Verder zorgen de m. intercostales externi (voor
25%) voor de inademing. Tijdens het sporten gebruik je
de m. scalenus, m. sternocleidomastoideus, m. pectoralis
major/minor, m. serratus anterior om de thorax te liften
(hulpademhalingsspieren).
Tijdens het uitademen ontspant de diafragma waardoor je uitademt. Je hebt daarbij ook nog
hulpademhalingsspieren om harder uit te blazen, dit zijn de m. intercostales interni en de
buikspieren.
spier origo insertie functie innervatie
inademingspieren
diafragma 1. 7e tot 12e rib centrum buikademhaling n. phrenicus
2. mediaal tendineum
gedeelte
wervellichaam
L1-L3
3. proc
xiphoideus
mm. onderste rand van de rib naar de borstademhaling nn. intercostales
intercostales bovenste rand van de direct (stabilisatie van de 1 t/m 11
externi daaronder gelegen rib borstkas)
hulp ademhalingspieren
mm. scaleni C3-C6 1e en 2e rib optillen van de directe takken
bovenste ribben van de plexus
cervicalis en
plexus brachialis
m. pectoralis 3e-5e rib Proc. Depressie, n. pectoralis
minor Coracoideus ondersteuning
ademhaling
m. sterno – sternum en proc. homolaterale n. accessorius
cleido - clavicula Mastoideus en lateroflexie en en plexus
mastoideus linea nuchea heterolaterale rotatie cervicalis
superior van het hoofd,
elevatie van de
schoudergordel en
hulpademhalingsspie
r
m. serratus 1e-9e rib Margo medialis Laten zakken arm, n. thoracicus
anterior protractie, tilt de longus
ribben op wanneer
de schouder is
gefixeerd
3
, uitademingspieren
m. transversus sternum en 2e tot 6e rib iets laten dalen van nn. intercostales
thoracis proc. (costaal de ribben 2 t/m 6
Xiphoideus kraakbeen, (uitademen)
binnenste vlak)
mm. onderste rand van de rib naar de laten dalen van de nn. intercostales
intercostales onderste rand van de direct ribben (uitademen) 1 t/m 11
interni daaronder gelegen rib
rectus os pubis proc xiphoideus flexie rug, uitademen nn. intercostales
abdominis
Er zitten twee vliezen binnen de thorax ruimte:
-longvlies plura visceralis of plura pulmonalis
zit vast aan het borstvlies binnenste vlies
-borstvlies buitenste vlies : plura pariatalis
zit vast aan je ribbenkast.
Deze twee vliezen zitten aan elkaar vast. Je kan ze
vergelijken met twee glasplaten die op elkaar liggen
met water ertussen. Je kan ze over elkaar heen
wrijven maar krijgt ze niet van elkaar af. De ruimte die
tussen deze twee vliezen zit noemen we de interplurale ruimte. Hier zit een vloeistof in zodat ze over
elkaar heen kunnen bewegen maar niet van elkaar af kunnen.
Het longvlies is in rust opgerekt, hierdoor is wil deze in rust dus naar binnen trekken. Het borstvlies
wil de tegengestelde richting op, hierdoor ontstaat er een onderdruk in de interplurale ruimte
De student kan een beschrijving geven van statische en dynamische longvolumina
Longvolume of longcapaciteit kan worden onderverdeeld in:
statisch volume;
dynamisch volume.
De dynamische volumes geven een indruk van de kwaliteit van de luchtwegen zelf. Ze laten vooral
zien of er belemmeringen zijn in de luchtstroom.
Het dynamische longvolume is de hoeveelheid lucht die tijdens geforceerd uitademen voortdurend
(tijdens de beweging) wordt gemeten met een spirometer. De statische volumes daarentegen geven
alleen een momentopname.
De dynamische volumes zijn:
Geforceerd expiratoir volume in 1 seconde (FEV1): Het volume geblazen in een seconde bij
geforceerde expiratie vanuit volledige inspiratie.
Geforceerde vitale capaciteit (FVC): Het volume dat maximaal kan worden uitgeademd bij
geforceerde uitademing vanuit een maximale inademing.
Peak expiratory flow Rate (PEF(R)): Maximale volumestroom bij geforceerde uitademing,
vanuit volledige inspiratie, uitgedrukt in liters per minuut.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rolf1995. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.