Introduction to Health Psychology – samenvatting
H1 What is health?
Mind-body relationships
- Hippocrates met zijn humoren: yellow bile, phlegm, blood and black bile. Mens was gezond
als de vier humoren in balans waren.
- Galen: zei dat de humoren niet alleen invloed hadden op karakter van de mens, maar ook
meespeelden in de ervaring van specifieke ziektes, zo kregen melancholische vrouwen eerder
borstkanker zei hij bijvoorbeeld. Het brein zelf had geen invloed op de rol van illness
aetiology. Galen’s beschrijving van de persoonlijkheidstypes werden nog lang gebruikt, totdat
gezondheid in de Middeleeuwen meer werd gezien als een beloning of straf door God.
- In de Rennaissance (14 en 15e eeuw) werd het individueel denken groeiend dominant, en het
religieuze perspectief werd slechts een van de velen. De wetenschappelijke revolutie leidde
tot de ontwikkeling van medicatie. Ook kwam er meet begrip over het menselijk lichaam en
verklaringen voor ziekte. Er kwamen veel fysieke feiten en er was weinig ruimte voor
psychologische verklaringen.
- Descartes beoogde dat het brein en het lichaam gescheiden delen zijn. Hij zei dat er wel
interactie tussen brein en het lichaam kon zijn, maar deze interactie werd niet begrepen. =
dualisme. Omdat Descartes zei dat de ziel het lichaam verliet na de dood, stond de kerk het
toe dat er wetenschappelijk onderzoek in lijken werd gedaan. Hierdoor werd veel informatie
verschaft, zo werd er gevonden dat ziekte te maken heeft met cellen, niet met humoren.
- Dualisten ontwikkelden de notie dat het lichaam een soort machine was, die alleen te
begrijpen is in consistente delen (moleculaire, biologische etc.). Er werden behandelingen
bedacht om fysieke problemen op te lossen.
Biomedical model of illness
In dit model wordt health gezien als de absentie van ziekte, en elke symptoom van ziekte lijkt een
onderliggende pathologische reden te hebben, die door medicatie kan worden opgelost. Er werd
echter door de reductionisten genegeerd dat verschillende mensen verschillend reageren op dezelfde
onderliggende pathologische problemen.
Psychosocial models of health and illness (challenging dualism)
Hier werd uitgevonden dat de psychische status veel invloed heeft op het veroorzaken van ziekte
maar ook het genezen van ziekte, dit verscheelt per individu. Freud bewees bijvoorbeeld dat
sommige mensen ziek werden zonder dat daar een pathologische verklaring voor was, maar waar het
onconscious mind verantwoordelijk voor was.
- Het tegenovergestelde van het dualisme is dus het psychosociale model
Biopsychosocial model of illness
Gezondheid is de interactie tussen lichaam en brein, tussen biologische en psychologische processen
en sociale invloeden. Gezondheid is meer dan slechts de afwezigheid van ziekte.
- Biopsychosocial model verschilt tus van biomedical model omdat het ook de psychologische
en sociale invloeden meeneemt.
Behaviour, death and disease
Door de ontwikkelende medicatie en hun kracht om ziekte te genezen, is sterfte in de 20 e eeuw sterk
afgenomen. Zo heeft antibiotica (Flemmingh) de Pest uitgeroeid bijv.
Ook door het immuun worden (vaccinaties) worden vele ziektes voorkomen waardoor sterftecijfer
afneemt.
Hart-, long- en vaakziekten zijn wereldwijd de grootste doodmakers, naast ongelukken. In Engeland is
ook dementie een veelvoorkomende doodsoorzaak.
,Blaxter identificeerde aan de hand van mensen uit het algemene publiek 6 defenities over health:
- Not being ill
- Health as reserve
- Health as behaviour
- Health as physical fitness and vitality
- Health as psychological well-being
- Health as a function
Who-defenitie van Health: A state of complete physical, mental and social well-being, and not merely
the absence of disease or infirmity
Cross-cultural perspectives on health
- West-Europeaanse culturen zijn meer individualistisch, terwijl Oosterse en Afrikaanse
culturen meer holistisch en collectivistisch zijn ingesteld
- Sommige culturen zien ziekte als een straf van God omdat mensen gezondigd hebben
Lifespan, ageing and beliefs about health and illness
Ontwikkelingstheorieën
- Learning: een relatief permantente verandering in kennis, skill of mogelijkheid als een
resultaat van ervaring
- Experience: wat we doen, zien, horen, voelen, denken
- Maturation: gedachten, gedrag en fysieke groei, toegeschreven aan genen en veroudering
- Piaget bedacht een goede basis voor het begrijpen van de ontwikkeling van individuen over health,
illness en health procedures:
- Sensorimotor (geboorte-2 jaar): een kind begrijpt de wereld door sensaties en bewegingen,
maar mist een symbolische gedachte en beweegt van reflectieve tot vrijwillige actie
- Preoperational (2-7 jaar): symbolisch denken start rond het tweede levensjaar, daarna
ontwikkelt simpel logisch nadenken en taal, ze zijn dan nog erg egocentrisch (geen vermogen
in te leven in een ander)
- Concrete operational (7-11 jaar): abstract en logisch nadenken ontwikkeld snel, kind is in
staat mentale operaties uit te voeren en objecten te manipuleren
- Formal operational (12-volwassen): abstracte denken en imagination ontwikkelt, net als
deductieve redenering. Niet iedereen bereikt dit niveau.
Sensorimotor and preoperational stage children:
In de sensorimotor stage is taal nog geen optie dus health en illness identificeren gaat
moeilijk. In de preoperationele stage, health en illness wordt gezien als zwart of wit. Doordat
ze in deze fase erg egocentrisch zijn is er geen inlevingsvermogen voor een ziek familielid,
geen begrip waarom ze nu bijv. minder aandacht krijgen.
Illness concept:
o Het is belangrijk dat kinderen over tijd verantwoordelijkheid leren over het behouden
van hun gezondheid.
o Incomprehension: kind geeft irrelevante antwoorden of ontwijkt vraag (zon
veroorzaakt hartaanval)
o Phenomenonism: ziekte is meestal een teken of geluid dat het kind heeft op een
bepaald tijd, geassocieerd met de ziekte, maar met weinig begrip van oorzaak en
gevolg (verkouden is wanneer je veel niest)
o Contagion: ziekte is meestal van een persoon of voorwerp vlakbij, maar hoeft het
kind niet te raken (je krijgt mazelen door langs mensen te lopen?)
, Concrete operational stage children:
Kinderen zijn nu in staat logisch over objecten en gebeurtenissen na te denken, hoewel ze
nog steeds niet in staat zijn onderscheid tussen brein en lichaam te maken.
Illness concept:
o Contamination: kinderen in deze fase begrijpen dat ziekte meerdere symptomen
heeft, en ze herkennen dat kiemen of eigen gedrag ziekte kan veroorzaken (je wordt
ziek als iemand op je niest)
o Internalisation: ziekte is in het lichaam, en het proces waarin symptomen zichtbaar
worden kan deels worden begrepen. De oorzaak van verkoudenheid kan komen door
kiemen van buiten die ingeademd worden. Deze kinderen kunnen lichaamsorganen
en hun functie begrijpen, en simpele informatie over hun ziekte. Ook zien ze de rol
van behandelingen en persoonlijke actie om weer beter te worden.
Kinderen in deze fase zien doktoren als helden, maar kunnen nog steeds behandelingen
willen weigeren, zoals bijvoorbeeld angst voor spuiten.
Kinderen kunnen worden aangemoedigd om persoonlijke controle over hun ziekte en
behandeling te ontwikkelen wat het kind kan helpen te genezen, ook moeten ze leren hun
angsten te uiten.
Ouders moeten een balans vinden tussen een ziek kind te helpen en overprotective te
worden, dit houdt de persoonlijke ontwikkeling van het kind tegen
Adolescence and formal operational thought:
Adolescentie is de fase tussen kind en volwassen, er zijn culturen die deze fase niet erkennen
Illness concept:
o Physiological: kinderen bereiken nu een fase van fysiologisch begrip waar de meeste
ziekte in termen van specifieke organen en functies kunnen benoemen, en ze
beginnen multiple fysieke oorzaken te waarderen
o Psychophysiological: in latere adolescentie (vanaf 14 jaar) en in volwassenheid,
hebben de meeste mensen het idee dat brein en lichaam interacteert, en begrijpen
ze de rol van stress, bezorgdheid in de verergering of oorzaak van ziekte. Hoewel veel
mensen van alle leeftijden falen in het begrip van ziekte.
Kinderen van 5-12 identificeren drie criteria voor goede gezondheid:
o Being funcitonal (kunnen sporten, afwezigheid van ziekte)
o Mental health (er gezond uitzien, je goed voelen, goede relaties hebben)
o Lifestyle health behaviour (gezond dieet, goede hygiëne, goed slapen)
Adolescentie is een periode waarin onafhankelijkheid, rijpheid en verantwoordelijkheid
wordt ontwikkeld
Volwassen mensen zijn minder snel geneigd dan adolescenten om nieuw health-risk gedrag
uit te voeren en zijn meer geneigd om gezondheid te beschermen, door mee te doen aan
screening, beweging etc.
Middle age (40-60) wordt gezien als een periode van twijfel en angst, herwaardering en
verandering, wat bijvoorbeeld getriggerd kan worden als kinderen het huis verlaten, “empty
nest syndroom”. Bij anderen gebeurt dit als hun haar grijs wordt, ze in gewicht toenemen etc.
Succesfull ageing
- Biomedical model: gebaseerd op fysieke en psychiatrische functionering – diagnose en
functionele mogelijkheid
- Broader biomedical model: zelfde als hierboven maar bevat ook sociale activiteit en
verplichtingen
- Psychological resources model: gebaseerd op persoonlijke karakter, self efficacy
- Lay model: alles hierboven en sociaal-economische status