Health Psychologie deeltoets 2
Hoorcollege 7 Stress
H11
Concepts of stress
Stress op drie manieren:
- Stress als een stimulus
- Stress als een transactie
- Stress als een fysieke of biologische reactie
Stress als een stimulus
- Externe stimulus: bijv. baan verliezen
- Interne stimulus: bijv. handicap
- Stressors kunnen catastrophe’s zijn (aardbeving), of major life events (trouwen).
Life events theorie
- Een life event heeft niet specifieke gevolgen voor een persoon maar cumulatieve effecten:
hoe meer life events meegemaakt, hoe groter de kans op health problemen.
- Soorten life events kunnen tegen elkaar worden afgewogen (bijv. de impact van het
overlijden van iemand is groter dan bijv. een vakantie of kerstmis)
- Social Readjustment Rating Scale:
o Social readjustment: “ongeacht de werkelijkheid van dit event” dat het zowel
positief als negatief zin
o LCU scores waardes die de events hebben hoe hoger de LCU score, hoe groter
het risico op de gezondheid
o Mild life crisis (tussen 150-199 LCU), Moderate life crisis (tussen 200-299 LCU) en
Major life crisis (300> LCU)
Beperkingen van de life events measurement:
- Veel studies zeggen dat er een sterke associatie tussen LCUs, health en illness is: mensen
waren al ziek ongeacht of ze een life event hadden ervaren toen ze de test deden (zieke
mensen zoeken naar verklaring van ziekte, misatributies naar events uit verleden)
- Items op de schaal zijn niet generaliseerbaar voor iedereen: trouwen en geboorte heeft bijv.
niks te maken met mensen van 16 of 80
- Items zijn verweven, en kunnen dan eigenlijk het effect van elkaar wegnemen (bijv. huwelijk
heeft positieve kanten maar bijv. ook negatieve)
- Sommige items zijn vaag (“verandering in sociale activiteiten”)
- Mensen zullen individueel de items anders ranken, dan op deze manier
- Er zijn inconsequenties tussen de checklist en het interview
Life hassles
= dagelijkse, frustrerende, schrijnende eisen die op zekere hoogte dagelijkse transacties beïnvloeden
Zijn sterk geassocieerd met negatieve mentale en fysieke uitkomsten, zelfs wanneer life events onder
controle zijn.
Drie groepen:
- Specifieke economische bezorgdheden
- Werk- en tijdsdruk
- Sociale hassles/gedoe
Stress als transactie
- Stress al seen subjectieve eravring, een interne status die wel of niet door een buitenstander
kan gezien worden
Lazarus stelde een model voor: het Cognitive Transactional Model of Stress.
1
, - Distancing response: een afstandelijke blik op de gebeurtenis nemen om een emotioneel
respons te vermijden
- Denial response: een blik nemen die elke negatieve implicaties van een gebeurtenis vermijd
Volgens Lazarus is stress een reactie van een interactie tussen een individu zijn karakter en appraisal
(inschatting), een interne of externe stressor en de interne of externe middelen die beschikbaar zijn.
Appraisal= interpretaties van situaties, gebeurtenissen of gedrag
- Primary appraisal processes: de persoon overdenkt de kwaliteit en aard van de
stimulus/gebeurtenis. (1=veroorzaakt kwaad, 2=dreigend, 3=uitdaging)
- Seconduary appraisal processes: de persoon beoordeelt de middelen en capaciteiten om
met de stressor om te gaan. (Hoe ga ik hiermee om? Wat kan ik gebruiken?)
Het is benigne wanneer er geen verdere acties nodig zijn, persoon denkt het aan te kunnen.
Ontwikkelingen in Lazarus’ framework:
- Smith stelde twee assesments voor bij primary appraisal:
o Motivational relevance: de mate waarin een gebeurtenis relevant wordt geacht voor
iemands huidige doelen of verplichtingen
o Motivational congruence: de mate waarin de situatie wordt beschouwd als
overeenkomend met huidige doelen
- Lazarus voegde ook ego involvement toe aan primairy appraisal: waarin appraisals van threat
op iemands zelfgevoel of social esteem woede opwekken, waarin gebeurtenissen die iemands
morele codes schenden schuldig zijn en elke existential threat angst zou veroorzaken.
- Smith maakte secondary appraisal meer complex, door het volgende toe te voegen:
o Internal/external accountability (blame/credit): bij verantwoordelijkheid van een
gebeurtenis boosheid (blame anderen) en guilt (self-blame). Bij credit vaak trots.
o Problem-focused coping potential: de mate waarin een situatie gezien wordt als
veranderbaar door instrumentele coping opties. Bij mogelijke verandering: hoop, zo
niet: verdriet, hulpeloosheid
o Emotion-focused coping potential: de mogelijkheid om emotioneel met iets om te
kunnen gaan. Wanneer dit niet kan: angst
o Future expectancy concerning situational change: mogelijkheid dat een situatie
veranderd, onveranderlijkheid zorgt voor verdriet
- De laatste twee zijn coping potential volgens Lazarus
- Een belangrijke factor is dat de rol van emoties en cognities onderling verbonden zijn in
lopende en dynamische transacties
Kritiek op Lazarus’ framework:
- Het heeft een inherente circulariteit en er is weinig onderzoek gedaan naar de aard van
interactie tussen primaire en secundaire appraisals
- Het is onduidelijk os primary en secondaru appraisals beide nodig zijn
Welke factoren beïnvloeden appraisal? Gebeurtenissen zijn:
- Imminent (dreigend), bijv. een rijexamen die je vanmiddag hebt
- Gebeuren op een unexpected time (plots weduwe worden op je 40e)
- Unpredictable (ontslag)
- Ambigious (persoonlijke rol, potentieel risico op harm, onwenselijke gebeurtenis)
- No control (geen controle over bijv. luidruchtige buren)
- Life change (gebeurtenissen die een grote verandering zijn, zoals geboorte, verhuizing)
- Daarnaast nog: acute fysieke stressor, chronisch fysieke stressors, lange termijn fysieke eisen,
fysiosociale stressors)
2
, Types of stress
Hobfoll “Conservation of resources”; model van stress waarin individuen worden verondersteld te
werken om hun waardevolle resources te behouden of beschermen. Volgens Hobfoll kwam er stress
waneer er een dreigend verlies is van resources of een gebrek aan winst na investeren in resources.
- Resources zijn kwantificeerbaar, en hebben dezelfde betekenis voor mensen
- Hoe meer resources verloren, hoe moeilijker ze te vervangen en hoe meer stress
- Kritiek: verlies van resources is niet makkelijk te meten (hoe permanent moet verlies zijn?)
- Verschil met model van Lazarus: er is minder nadruk op de rol van individuele beoordeling
Acute stress
Cataclysmic events (catastrofe): rampen die geen voorbereidingstijd hebben.
- Symptomen als: paniek, angst, fobische angst, kwetsbaar, schuld (survivor guilt), isolatie,
withdrawal (zelfmoordpoging), angst en frustratie, problemen tussen personen,
desoriëntatie, gebrek aan gehechtheid, verlies van zekerheid, slaap en eet problemen
- Post-traumatic stress dirsorder: ziekte als respons op een trauma, terugkomende
herinneringen
- Coping self-efficacy: de overtuiging dat men een bepaald coping-respons kan uitvoeren in
bepaalde omstandigheden.
Exam stress
- Hoge mate van stress heeft invloed op geheugen en concentratie, vragen verkeerd lezen of
interpreteren
- Yerkes-Dodson law= dat je bij veel spanning beter scoort bij een makkelijke taak, maar bij
veel spanning minder scoort op een moeilijke taak.
- Geassocieerd met: verhoogde alcohol consumptie, slecht eten, meer caffeine inname, minder
fysieke activiteit en een break down in self-control.
- De associatie tussen stress en gedrag is een indirecte route, waarin stress invloed heeft op
illnes status. (Hogere bloeddruk, zweten stress reactivity)
- Tijdens periodes van examens is de prevalentie van bijv. infecties hoger
Chronische stress
- Loss of control blijkt een cruciale rol te spelen in de mate waarin stress wordt ervaren
- Stress is chronisch wanneer het bijv. eet en slaap patronen veranderd, zorgt voor
vermoeidheid of relatiespanning
- Stress komt wanneer er een mismatch is tussen demands (eisen) en persoonlijke variabelen
(resources)
- Job demand-control model (JDC) door Karasek:
o Controle buffert de negatieve effecten van demands
o Demand en Control hebben onafhankelijke en directe effecten op stress
- Job features die leiden tot stress zijn:
o Demand (eisen)
o Controllability
o Predictability
o Ambiguity
- Kritiek: het controle component moet specifieker worden en sociale support moet
toegevoegd worden aan het model
Stress als een fysiologisch respons
Cannon: The fight-or-flight model of stress
- Wanneer je dreigend gevaar ziet, komt er adrenaline vrij, die energie geeft om te vluchten of
te vechten (actie te ondernemen)
3