Complete samenvatting stuvia 1.3
regulatie & integratie
Casussen, colleges & practica (Skillslab, statistiek en epidemiologie)
Casussen
1. Wat is de histologie en anatomie van de bijnieren? (functie bijnier)
Tijdens het leren van de anatomie prometheus er bij houden, veel duidelijkere plaatjes krijg je
toch niet.
De nieren liggen in de buikholte (abdomen), ze
liggen aan de dorsale zijde, zo craniaal mogelijk en
dicht bij de wervelkolom. De rechter nier bevind
zich iets lager dan de linker. Het hilum van de
nieren ligt ter hoogte van de 1e of 2e lumbale
wervels. Ze liggen dus ook dicht bij het middenrif
en bewegen passief mee tijdens de ademhaling.
De bijnier ook wel glandula (gl.= klier)
suprarenalis, liggen dus op de nier. Ze liggen met
hun facies renalis (facies is een vlak, het is dus het
naar de nieren gekeerde vlak) op de bovenste
nierpool. De bijnier wordt van de capsula fibrosa
(dun en stevig laagje) van de nier gescheiden door
een dunne vetlaag (waardoor het makkelijk van de
nier af te tillen is) en liggen anderzijds gezamenlijk in de capsula adiposa perirenalis
(vetlichaam waarin de nieren en bijnieren liggen, vooral dorsaal en ventraal sterk ontwikkeld).
De linker en rechter bijnier hebben een andere vorm.
De rechter is vaak kleiner en piramide vormig, deze raakt de v. cava inferior en mond dus via
de v. suprarenalis meteen uit in de v. cava inferior. De linker is langwerpiger van vorm en loopt
aan de dorsale zijde door tot het hilum van de nier, deze raakt de aorta abdominalis NIET en
deze brengt het zuurstof arme bloed via de v. suprarenalis naar de v. renalis sinistra.
Beide bijnieren ontvangen zuurstof rijk bloed vanuit 3 arteriën.
- a. suprarenalis superior
- a. suprarenalis media
- a. suprarenalis inferior (deze vertakt uit de a. renalis, de
andere 2 uit de aorta)
Voordat deze vaten de capsula in gaan, vertakken ze allemaal
samen en vormen een netwerk. Dit netwerk bestaat uit de
capsula capillairen, de gefenestreerde corticale sinusvormige
capillairen en de medullaire arteriolen (en medullaire
sinusvormige capillairen). De medulla ontvangt dus zuurstofrijk
bloed van de medullaire arteriolen en zuurstofarm bloed van
de andere 2.
Het bloed komt vanuit de venule in de adrenomedullaire
verzamel venen, die samen de grote centrale
adrenomedullaire vene vormen, ook wel v. suprarenalis.
De bijnier is opgebouwd uit het merg(=medulla) en de schors(=cortex, bestaat uit 3 lagen). De
,cortex komt voort uit het mesoderm en is een endocriene klier, terwijl de medulla voort komt
uit het ectoderm, het is niet echt een klier meer een deel van het sympatische zenuwstelsel.
Er lopen dus in het bijniermerg preganglionaire sympatische neuronen van uit de
nn.splanchnicus major en minor. De bijnier wordt niet geïnnerveerd door het parasympatische
zenuwstelsel. Omdat de bijnier dus een dubbele functie heeft geeft het bij stress zowel
adrenaline als glucocorticoïden af.
De lagen van buiten naar binnen:
- Capsula fibrosa (zacht bindweefsel)
- Zona glumerulosa (15%): de cellen zijn klein en geclusterd, ze zijn continu aan de draden in
de zona fasciculata. De cellen hebben grote mitochondria, veel sER , verschillende
Golgicomplexen, vrij ribosomen en enkele rER.
De cellen produceren minerale corticoïden.
Minerale corticoïden, ze helpen met het in stand houden van de mineralen balans
natrium is een van de belangrijkste ionen om het water volume te bepalen, daar waar
natrium heen gaat volgt water. Veranderingen in de natrium concentratie leidt dus tot
veranderingen in het bloeddruk en bloedvolume. Ook kalium is van belang omdat deze
concentratie de rustpotentiaal bepaald en dus ook hoe makkelijk actiepotentialen worden
gegenereerd. Deze 2 zijn cruciaal voor de homeostase over het lichaam.
aldosteron (drijft kalium uit en resorbeert natrium), het is werkzaam voor ongeveer 20
minuten op de distale tubules van de nefronen van de nieren. Het werkt door de synthese
en activatie van eiwitten die nodig zijn voor natrium transport, zoals de natrium-
kaliumpomp (Na-K-ATPase). Het komt vrij bij lage bloeddruk en bloedvolume en hoge
concentraties van kalium.
Aldosteron secretie wordt gereguleerd door:
-renine-angiotensine-aldosteron mechanisme; als de bloeddruk daalt dan gaan speciale
cellen in de nieren renine afgeven aan het bloed, renine zorgt dat angiotensinogeen door
een enzymatische cascade angiotensine 2 maakt. Angiotensine 2 stimuleert de
, glumerulosa cellen om aldosteron af te geven. Dit is een hormonale stimuli.
-plasma concentratie van kalium; als de kalium concentratie hoog is dan wordt er direct
aldosteron afgegeven, is de concentratie laag dan wordt de secretie van aldosteron
geïnhibeerd. Dit is een humorale stimuli.
-ACTH; komt vrij bij de hypofyse, en heeft onder normale omstandigheden weinig of geen
effect op de aldosteron afgifte. Maar als er stress is dan geeft de hypothalamus meer CRH
af en die zorgt dat de ACTH levels stijgen, waardoor er meer aldosteron wordt afgegeven
aan het bloed en zo het bloedvolume en de druk stijgen er kunnen meer
voedingsstoffen en gassen getransporteerd worden. Dit is ook een hormonale stimuli.
-ANP; atrial natriuretic peptide, een hormoon dat vrijkomt als de bloeddruk hoog is en dan
het renine-angiotensine-aldosteron mechanisme inhibeert. Daardoor wordt natrium
minder geresorbeerd en het water dus ook, waardoor het volume en de druk daalt. Dit is
ook een hormonale stimuli.
- Zona fasciculata (70%): de cellen zijn georganiseerd ongeveer als lineaire draden van 1 of 2
cellen dik. De draden zijn gescheiden door de sinusvormige capillairen. De cellen hebben
een goed ontwikkeld sER en mitochondria hebben tubular cristae. Ze hebben ook een
goed ontwikkeld Golgicomplex en verschillende rER, er zijn ook vetdruppeltjes in de cel,
dit zijn onderdelen die nodig zijn voor het maken van de steroïde-hormonen die de cel
afgeeft. De cellen geven glucocorticoïden af.
Glucocorticoïden; onder normale omstandigheden houden ze het glucose level in het
bloed ongeveer gelijk en houden de bloeddruk constant door vasoconstrictie. Maar
tijdens hevige stress komt er een grotere hoeveelheid glucocorticoïden vrij om het
lichaam te helpen handelen met de crisis. Alleen cortisol wordt in significante hoeveelheid
afgegeven. Het werkt op target cellen door de gen activiteit aan te passen.
cortisol: wordt gemaakt uit cholesterol. Het hoofd effect van cortisol is namelijk om
gluconeogenese te stimuleren, dit is de vorming van glucose. Ook versterkt het de functie
van het sympatische systeem, voor vasoconstrictie, zodat de bloeddruk stijgt. Een
negatieve feedback reguleert de cortisol secretie. CHR uit de hypothalamus zorgt voor
afgifte van ACTH. ACTH zorgt voor de secretie van cortisol. Als de cortisol levels stijgen
dan is er feedback naar zowel de hypothalamus als de hypofyse.
De cortisol levels stijgen als je eet of als je actief bent, zo ontstaat er een ritme in de levels
van dag en nacht. Er is een piek vlak voor we wakker worden in de ochtend en het level is
het laagst vlak voor we gaan slapen. Normaal volgt het circadiaan ritme.
Maar door stress wordt dit ritme verstoord, omdat er hogere CZS centra overheersen over
de gewone inhibiterende effecten van een hoge cortisol spiegel. Waardoor de cortisol
spiegel heel erg stijgt en de levels van glucose, aminozuren en vetzuren.
De hoge levels van cortisol zorgen ook voor verminderde ontstekingsreacties en verlagen
de functie van het immuunsysteem en verstoren de normale cardiovasculaire, neurale en
verteringsfuncties.
- Zona reticularis(10%): de cellen zijn veel kleiner dan de cellen in de zona fasciculata, hun
kern is meer bevlekt, ze zijn gerangschikt in een soort netwerk en worden gescheiden
door de gefenestreerde capillairen. De cellen hebben weinig vetdruppeltjes maar hebben
een goed ontwikkeld sER, vele mitochondria met tubulaire cristae en weer weinig rER. De
, cellen secreten gonadocortiocoïden, de meeste zijn zwakke androgenen (mannelijke seks
hormonen). De hoeveelheid de bijnier cortex maakt is niet significant vergeleken met
hoeveelheid die geproduceerd wordt door de geslachtsklieren tijdens de puberteit en
volwassenheid. De afgifte van deze gonadocortiocoïden wordt gestimuleerd door ACTH.
ANDROGEEN ESTROGEEN MAAR NIET IN DE BIJNIER, DAT GEBEURT VOORAL IN VET
CELLEN.
- Medulla:
De medullaire chromaffine cellen, zijn gemodificeerde postganglionaire sympatische
zenuwcellen die de catecholaminen adrenaline en noradrenaline vormen vanuit tyrosine
en aan het bloed afgegeven. Ze kunnen het ook tijdelijk opslaan in de granulen. Tijdens
stress gaat het lichaam in de fight en flight stand, waarbij het sympatische zenuwstelsel
actief is. Ze zorgen voor signalen naar de postganglionaire zenuwcellen die adrenaline en
noradrenaline afgeven bloeddruk stijgt en bloed gaat niet naar tijdelijk niet belangrijke
organen, de glucose levels stijgen en de fight of fligh reactie komt tot stand. Tegenover
gesteld aan de hormonen uit de cortex zorgen de hormonen uit de medulla voor een
korte reactie.
CHROMAFFINE CELLEN EN GANGLIONCELLEN ZIE NABESPREKING.
2. Wat is de functie van de hypothalamus (alle hormonen, en de koppelingen)? (gebieden in de
hypothalamus)
De hypothalamus controleert het autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem, het
reguleert onder andere: cardiovasculaire systeem, lichaamstemperatuur en lichaamswater.
Het is een klein geheel van structuren onder de thalamus. Het bestaat uit meerdere delen het
deel dat in verbinding staat met de neurohypofyse bestaat uit 2 delen: paraventriculaire deel,
dit synthetiseert oxytocine en het supra optische regio, dit synthetiseert ADH (vasopressine).
Het is de link tussen het zenuwstelsel en de endocriene zenuwstelsel.
De hypothalamus ontvangt zijn signalen vanuit vele andere delen van het zenuwstelsel. Als
iemand in pijn is of wanneer iemand aan iets opwindends of deprimerends denkt dan wordt
een deel van het signaal door gevoerd naar de hypothalamus.
Ze ontvangen onder andere impulsen vanuit de formatio reticularis die zijn impulsen ontvangt
vanuit de exterosensoren (deze registeren prikkels vanuit de buitenwereld) en interosensoren
(deze registeren prikkels van binnen het lichaam). Ook heeft de hypothalamus zelf thermo en
osmoreceptoren om respectievelijk de temperatuur en ionenhuishuishouding bij te houden.
De hypothalamus die in verbinding staat met de adenohypofyse geeft hormonen af namelijk:
GHRH- growth hormone-releasing hormone
GHIH- growth hormone-inhibiting hormone
TRH- thyrotropine-releasing hormone
CRH- corticotropin-releasing hormone
GnRH- gonadotropin-releasing hormone
PIH (=dopamine)- prolactin-inhibiting hormone
PRH - prolactin-releasing hormone
Deze komen bij de hypofyse via een vasculaire verbinding, er is namelijk geen directe
verbinding. De vasculaire verbinding bestaat uit primaire capillairen plexus (in de
hypothalamus), de hypofyse poortader en dan de secundaire capillairen plexus (in de
hypofyse).
ook geeft het laterale deel van de hypothalamus impulsen door aan de posteriore lob, deze