Vragen en antwoorden kennistoets blok 3 leerjaar 1
Onderwerp: Koolhydraten
Aantal vragen: 80
1. Na glucose zijn eiwitten de belangrijkste brandstof. Onjuist
2. Het verschil tussen een positieve en een negatieve straf is dat de positieve straf een positieve
uitkomst heeft op het gedrag en de negatieve straf een negatieve uitkomst heeft op het
gedrag. Onjuist
3. Een diëtist spreekt met een client af dat als deze 3 keer een aangeboden lekkernij afslaat, zij
daarna een cadeau krijgt. Hier is sprake van een vast ratioschema. Juist
4. De want van de dunnen darm is niet geschikt voor resorptieprocessen. Onjuist
5. Glucose fructose en galactose zijn? Monosachariden
6. Voedingsvezels die ik de dikke darm gefermenteerd worden, zijn de? Oplosbare vezels
7. De coli-bacteriën uit de dikke darm bieden bescherming tegen pathogene bacteriën. Juist
8. Riet en bietsuiker (sucrose/sacharose) bestaat uit? Glucose + fructose
9. Conditionering is een vorm van intrinsieke motivatie. Onjuist
10. Zetmeel is een? Polysacharide
11. Welke lichaamscellen zijn afhankelijk van het glucoseaanbod in het bloed? Hersencellen
12. Een dagvoeding levert 2500 kcal waarvan 60 En% uit koolhydraten. Hoeveel g koolhydraten
bevat deze dagvoeding? 375 g
13. In het mitochondrion wordt/worden? Suiker en vet afgebroken tot CO2 EN H2O.
14. De aanwezigheid van vezels in een voedingsmiddel dat rijk is aan koolhydraten? Verlaagt de
glycemische index
15. Welke groep koolhydraten kan niet gehydrolyseerd worden in kleinere moleculen?
Monosachariden
16. Galactose en glucose lijken veel op elkaar, waarin verschillen ze? De stand van de OH-groep
op de 4e C
17. Een teveel aan glucose in het bloed wordt in eerste instantie opgeslagen in de vorm van?
Glycogeen
18. De verstrekking eenheid van een boterham is? 35 g
19. Een chloroplast gebruikt? CO2 EN H20 om suiker en vet te maken
20. Een verschil tussen klassieke – en operante conditionering is dat het gedrag bij klassieke –
wordt gecontroleerd door stimuli die voorafgaan aan de respons en bij operante – wordt het
gecontroleerd door de gevolgen van de respons. Juist
21. Obstipatie en diarree zijn elkaars tegenovergestelden en kunnen dus nooit samen
voorkomen. Onjuist
22. Voedingsvezels zijn belangrijk voor een gezond microbioom en vallen onder de? Prebiotica
23. Melksuiker (lactose) is een? Disacharide
24. In welk tussenproduct worden alle monosachariden opgezet in de lever: Galactose
25. Belangrijkste doel van glycogeen in de lever is? Behouden van normale bloedsuikerspiegel
26. De glycolyse bestaat uit 2 fasen, te weten? Een energie-investerende en een energie-
verkrijgende fase.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BaukjeAvK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.