Samenleven impliceert het reguleren van het gedrag, van anderen en van onszelf.
Want, we leven in interdependenties, waarin we interacteren, zodat we een cultuur hebben en
kunnen samenleven!
Modernisering: overkoepelingswoord voor de ontwikkeling van: commercialisering, mondialisering,
industrialisering, maatschappelijke differentiatie, staatsvorming, bureaucratisering, secularisering,
ontkerkelijking, civiliseren, individualisering, solidarisering, secularisering, ontkerkelijking,
informatisering, rationalisering, ideologisering, verstedelijking en stratificatie.
Norbert Elias. Gedrag van mensen
Figuraties: verbinding tussen mensen door afhankelijkheden.
Sociogenese: veranderingen in de samenleving
Psychogenese: hierdoor verandert het gedrag/mentaliteit van de mensen.
Cultuur: Fremdzwang en Selbstzwang. Regels die zijn aangeleerd door externe dwang worden
geïnternaliseerd, dus jezelf gemaakt tot zelfdwang.
Relatief autonoom proces: vele verbonden individuen brengen een met elkaar gemaakte sociaal
proces voort. Sociale processen zijn relatief autonoom omdat ze niet losstaan van anderen en niet
terug kunnen worden geleid naar één persoon. Wij individuen brengen samen sociale processen
voort die geen van ons van tevoren zo bedoeld heeft.
Onbedoelde gevolgen: ondanks de goede bedoelingen van eenieder is het niet stuurbaar.
Voetbalteam, vraag en aanbod.
Civilisatieproces: het proces van beschaafd worden door de jaren heen. Een bril opzetten en kijken
naar de ontwikkelingen van wat normaal is.
Etiquetteboekjes: voorschriften die beschrijven wat beschaafd gedrag is.
De Swaan.
Blinde processen: door niemand gestuurde processen.
Goudsblom.
Receptie effect: situatie die onbedoeld ontstaat door reacties op anderen.
De eerste drie vragen van Goudsblom:
Wie doen wat en voor wie: economische bindingen. Smith, Liberalisme. Nadruk op bindingen vanuit
eigen belang.
Wie zijn superieur aan wie: politieke bindingen en stratificatie. Marx, Weber, Socialisme en
Marxisme. Nadruk op bindingen van geweld.
Wie horen bij wie: cognitieve en affectieve bindingen. Comte, Durkheim, Conservatisme. Nadruk op
bindingen van solidariteit.
Bart Heerinkhuizen.
Mensen zijn gevangenen geworden van de figuraties waarvan ze deel uitmaken.
Machtsbron volgens Heerinkhuizen: Niet alleen ‘macht’ als politiek. Ook economische macht: geld
productiemiddelen. Affectieve macht: charisma. Cognitieve macht: kennis. Politieke macht: geweld.
Klasse: gaat vooral over economie, hoeveel productiemiddelen/geld je hebt.
Standen: status kan je verdelen in cultureel kapitaal en dan weer onderverdelen in affectief,
charisma als machtsbron en cognitief kennis als machtsbron.
Macht: politiek en formele positie, hoeveel geweld je kan inzetten als machtsbron.
Pierre Bourdieu. Onderzoek naar smaak
Druppeleffect: het sociaal, cultureel en economisch kapitaal druppelt erfelijk door.
Cultureel kapitaal: hoe is je vocabulaire, heb je genoeg kennis, kan je meepraten?
I. Belichaamd = voorkeuren van ouders, aangeleerd.
II. Geïnstitutionaliseerd = diploma’s.
III. Geobjectiveerd = bezit van goederen, of geërfd.
, Max Weber. Ideologie van protestanten en staatsvorming eisen
Sociaal handelen: handelen dat georiënteerd is op het gedrag van anderen.
Waardevrij: objectief redeneren, zonder eigen meningen en waardes.
Weber-These: door de ideologie van de protestantse kerk ontwikkelde het kapitalisme. Individuele
verantwoordelijkheid, hard werken is een roeping, stiptheid, soberheid en spaarzaamheid.
Idealistisch standpunt: cultuur (ideeën) bepalen de economie.
De ideologieën van de protestantse kerk staan ten grondslag van de economie. Hard werken in de
hoop op een plekje naast de Heer. Weber ging objectief kijken naar waardoor de economie opkwam.
Standen: leden voelen zich gekenmerkt door hun overeenkomstige status en levensstijl. Weber
erkend Status door cultureel kapitaal en Macht als enige machtsbron door politiek formele positie.
Rationalisering: steeds meer berekenen en beredeneren.
Rationaal legaal gedrag: vertrouwen rust op de legitimiteit (geloof in rechtmatigheid van de
machtsuitoefening) van de wetten.
Staatvorming: - Bepaald territorium.
- Bestuur staf vaart regels uit.
- Regels volgens vaste procedure.
- Monopolie op legitiem gebruik van fysieke dwang of geweld = fundamenteel kenmerk!
Pas op voor de ijzeren kooi! : leef niet klakkeloos alles regeltjes na, mensen moeten centraal staan
niet het systeem. De reflectie ontbreekt.
Onttovering: Risico van gebureaucratiseerde, rationele werkelijkheid. de wereld is uiteindelijk (na
onderzoek) kenbaar en beheersbaar. Doorgeslagen rationalisering en bureaucratisering, waarbij alle
magie verdwijnt en alle oplossingen in de technologie worden gezocht.
Emile Durkheim. Wat verbindt mensen, gericht op affectie.
Sui generis: eigensoortige werkelijkheid die niet kan worden herleid naar de behoeftes of
eigenschappen van een individu.
Durkheim zoekt naar de basis van de solidariteit tussen mensen: het bindingsvraagstuk. Hij wil
weten wat mensen samenhoudt. Hij introduceert het begrip collectief bewustzijn –
Conscience collective: het gevoel van een gemeenschappelijk besef.
Effervescense: herhaaldelijk bevestigen van het collectief bewustzijn. Bruisend feestelijk gevoel.
Hij wou de basis van religie vinden.
Sacraal: het heilige aanbidden.
Profaan: het niet heilige afwijzen. Wat sacraal en profaan is = een afspraak.
De totem is een voorwerp (bijbel, totempaal) dat de groep aanbidt.
Organische solidariteit: georganiseerde solidariteit door de toenemende differentiaties en steeds
verder splitsing van de sectoren. Geen probleem zolang de morele normen maar blijven bestaan.
Mechanische solidariteit: automatische solidariteit omdat wij hetzelfde zijn, wij letten gewoon op
elkaar omdat dat zo hoort.
Sociale cohesie: hoe sterk is de sociale lijm in een netwerk, hoe sterk zijn wij verbonden.
Sociale controle: normen om de cohesie te handhaven door verzorging en bestraffing. Zwarte schaap
heb je nodig om de normen te verduidelijken.
Kritiek op de individualisering: hij verwierp de uitspraak dat mensen vanuit nature gericht zijn op het
individu en dat mensen geplaats zijn in een collectief belang. Vroeger leefden mensen ook al in een
stamverband. Juist vanaf de ontwikkeling van de moderne samenleving, door arbeidsdeling en
specialisaties, werden mensen meer gericht op persoonlijke ontwikkeling en kon het gevoel van
individuele autonomie ontwikkelen.
Pas op voor Anomie! : normloosheid. Een samenleving waarbij mensen niet meer leven volgens de
normen van de samenleving.