Wereldreligies.
Les 1 12-11-2019
Wat is religie:
• Beleving: het gevoel, liefdevol gevoel
• Instituut: de kerk
• Verhaal: wordt verteld door een priester, pastoorn imam ...
• Functie: bindingsvraagstuk collectief bewustzijn.
Ideaaltypische beeld van religies, als een studieobject.
• Religie is cultuur, dus per streek verschillend;
• Religie is familie, dus per gezin verschillend;
• Religie is een individueel verbond met God, dus per persoon verschillend!
Mensen zijn van nature religieus doordat wij allemaal een handicap hebben om opzoek te
gaan naar antwoorden voor zingevende vragen.
Je kan naar religie kijken door een culturele, economische en politieke bril.
Definitie religie:
Religie is een verzameling van ideeën en praktijken verbonden met geloof in het bestaan
van een hogere macht.
SOCIALE beschrijvend waarderend
WETENSCHAPPEN
SUBSTANTIEEL betrokkenheid op een hogere macht via specifiek inhoudelijk
(inhoud) georganiseerde en/ of godsbegrip
wat is religie? geïnstitutionaliseerde zingeving (Bijbelse god, traditionele
(sociologie, • zoeken naar zingeving theologie)
filosofie) • waarden
• moraal (goed / kwaad)
FUNCTIONEEL invloed op de cohesie van de specifieke functies
(doel) samenleving en de vorming van bijvoorbeeld bevordering
wat doet religie? identiteit integratie? conflicten? emancipatie van de mens of
(maatschappijleer • instituties -> ordening & houvast bevestiging status quo
) • binding -> groepsvorming
• cultuur -> waarden & normen
1. Centrale stelling (basis) ‘boodschap’, het probleem, moraal.
2. Het verhaal stichter/ leiders, de ‘weg’, geboden en
verboden.
3. Het instituut (en de hiërarchie, kerk, imam, eredienst, wierook,
rituelen) doop, begraven.
4. De helden (bijzondere) volgelingen, Mozes.
5. Maatschappelijke stabiliteit, verandering, revolutie, opstand,
context strijd.
,Begrippen:
Religie / godsdienst / geloof: Een verzameling van ideeën en praktijken verbonden met
geloof in het bestaan van een hogere macht.
Instituut / institutie: De kerk, het religieuze gebouw.
Spiritualiteit: Op het geestelijke gericht (onstoffelijk), persoonlijke innerlijke ervaring gericht
op het geestelijke, hogere of buiten de mens (kan ook religieus zijn).
Ideologie: Denksysteem, ideeën over de samenleving en de manier waarop die moet
veranderen. Ideologieën worden meestal gebruikt om mensen te mobiliseren, in het
bijzonder op het terrein van de politiek (visie, een wenselijke richting). Volgens Wikipedia
verstaan we onder ideologie het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de
inrichting van de samenleving. Wetenschap der ideeën.
Theologie: Godsleer. Iets heeft een doel, alles heeft een betekenis. Leer van een godsdienst
Apologie: Verweerschrift of rechtvaardiging vaak voor religieuze (Christelijke) standpunten.
Zingeving: zoeken naar de bedoeling, de boodschap, het verhaal. Een zingevende vraag,
waarom leven wij op deze aarde, wat gebeurt er na de dood.
Cohesie: de sociale lijm die mensen samenhoudt en samenbrengt.
Moraal: geheel van handelingen die worden gezien als wenselijk en correct.
Waarden: maatstaven waarmee men het eigen gedrag en gedrag van andere beoordeelt.
Normen: gedragsregels hoe men zich moet gedragen.
Substantieel: belangrijk.
Functioneel: zo weinig mogelijk werk zoveel mogelijk resultaat.
Religieuze ervaring: voor iedereen verschillend.
Les 2 22-11-2019
Jodendom is een volk, je hebt hoe dan ook de dat verbond met God, of je nou wel of niet
iets met je geloof doet.
Verhaal van het Jodendom begint met Abraham die 2 zonen krijgt en de opdracht kreeg zijn
zoon te vermoorden. Zijn vrouw Sarah kon eerst geen kinderen krijgen, hij kreeg met een
slavin zijn zoon Ismael. Later met Sarah Isaak. Abraham moest Isaak opofferen en op het
moment dat hij dat wou doen kwam er een Engel die aangaf dat hij een schaap mocht
offeren.
15 miljoen Joden wereldwijd 60.000 in Nederland
2 soorten Joden:
Serfardien: Ladino taal. Spaans, Portugees en Amerikaans.
Asjkenaziem: Jidische Duitse taal. Oost-Europeanen, Polen, Litouwen en Rusland.
Ontstaan
3761 v.Chr. schepping van de aarde; joodse kalender.
Eerste monotheïstische godsdienst. Eerste Godsdienst met één God.
Abraham, stamvader van alle joden.
Opdracht van God om van Ur (huidige Irak) naar Kanaän (huidige Israël) te reizen
en daar een grote natie te vormen: het Joodse volk. Red de Wereld.
Gehoorzaamheid: Abraham is bereid om zijn zoon Izaäk te offeren. Interpretatie:
rotsvast geloof én/ of God wil geen kindoffers!
Islam: Eid al-adha noemen wij in Nederland het offerfeest. Waar wordt herdacht dat
Abraham Ismael had willen offeren (J & C zeggen Isaac).
, Chronologie
+ 1850 v C.: Abraham -> Izaäk -> Jakob: strijd met zijn geloof - krijgt naam Israël =
“strijder voor God”
+ 1600 v. C.: Jozef werd verstoten door zijn 11 broers, hij kwam te werken als slaaf in
Egypte en klimt op tot onderkoning. Door de hongersnood in Kanaän -> Zorgt Jozef
dat zijn familie Jakob en zijn 12 zonen trekken naar Egypte. Zij verlaten dus voor
het eerst Kanaän om te leven als slaven in Egypte.
+ 1300 v. C. Het Joodse volk werden tot slaaf gemaakt, de groep groeide en de Farao
eisten dat alle pasgeboren joodse jongetjes vermoord zouden worden. Daarom werd
Mozes tot vondeling gelegd en opgegroeid bij een prinses. Mozes kreeg de opdracht
om de Joden weer mee te nemen uit Egypte. Na de tien plagen op de Pesach nacht
gaf de Farao toe en liet hij ze gaan.: Situatie Joodse volk verslechtert -> Mozes
(vondeling) leidt de Joden uit Egypte. 40 jaar lang door de woestijn, Mozes krijgt in
de bergen de 10 geboden van God.
Pesach: Joden vieren dat ze teruggaan naar Kanaän.
Niet Mozes maar zijn opvolger Jozua verovert uiteindelijk na veel oorlog Kanaän
terug.
1004-965 v.C.: koningen Saul, David en Salomon zijn geleerde. Salomon: vanuit
wijsheid tot een oordeel komen (2 moeders van 1 baby). 1000 vrouwen, eenheid,
voorspoed, Jeruzalem wordt hoofdstad en de eerste Tempel is gebouwd.
Na Salomon -> splitsing -> koninkrijk Juda (herkomst naam jood) en Israël.
586 v.C.: Nebukadnezar II verovert Jeruzalem (koninkrijk Juda), verwoesting eerste
Tempel, begin Babylonische ballingschap.
216 v.C.: terug in Jeruzalem, inwijding tweede Tempel
63 v.C. – 324 n.C.: Romeinse bezetting, tijd van Jezus van Nazareth.
70 n.C.: vernietiging van de Tweede Tempel door de Romeinen. Nu nog de
Klaagmuur.
1948: uitroepen van de onafhankelijke staat Israël. Koning David. Staatstaal is het
Ivriet (modern Hebreeuws).
Het volk dat bezet wordt, verbannen en vernietigd!
Sjema Israël – gebed van de Joden
Adonaj: de Heer, de Eeuwige
Godsbeeld
• G’D is één en onbenoembaar. JHWH, Jahweh
• Hebreeuwse godsnaam JHWH wordt uitgesproken als Jahweh ‘ik ben er’ maar ook
Adonai (Heer) of Elohiem genoemd: de hoogste god
• Relatie met God is persoonlijk én onverbrekelijk verbond
• Afbeeldingen van God niet toegestaan (geen afgoderij)
Joodse Leer
• JHWH bestaat en is de Schepper van alles.
• Heilig verbond met het Joodse uitverkoren volk, zij moeten Gods wil doen en
gehoorzamen. De aarde redden.
• Joden wachten op de komst van de Messias (niet Jezus).p
• Paradijs zal komen op aarde en de doden zullen leven (als God het wil).
, TeNaCH Talmoed
Verzameling geschreven voorschriften Mondelinge leer, commentaar,
bijschrijvingen, kritiek en aantekeningen op de Thora.
• Thora: vijf boeken/rollen van Mozes -
Halacha
Misjna \
• Nebim - Gemora /
• Chetubum
De weg
Wetboek: Mitszwot – 613 verboden en geboden De verplichtingen met gehoorzaamheid.
- Sabbat vieren met gebed in de Synagoge
- 3x per dag bidden, heb je minstens 10 mannen voor nodig
- Spijswetten: Koosjer eten, zuivel en vlees gescheiden houden
- Symbolen: Keppeltje dragen, gebedsriemen
- Rituelen: Besnijdenis, bar mitswa
Stromingen
Orthodox joods Liberaal joods
Mannen dragen tijdens de dienst speciale kleding. Geen speciale kleding.
Vrouwen bidden apart, boven of achterin de Meer gelijkheid tussen man en vrouw.
synagoge.
Diensten in het Hebreeuws. Vrouwen kunnen rabbijn worden.
Sabbat wordt strikt nageleefd. Diensten in het Nederlands.
Strikt over koosjer eten. Niet werken met sabbat.
Alleen joods met joodse moeder. Losse omgang met koosjer eten.
Bijv.: het chassidisme. Opvoed joden en vader joden.
Rituelen en vieringen
Overgangsrituelen
• Beriet Mila – jongensbesnijdenis (achtste dag)
• Bar Mitswa – volwassene in joodse wet, 12-jarige jongen. Kan zich dan voortplanten,
mag de Thora lezen en telt mee als één v/d 10 mannen voor het gebed.
• Choepa – huwelijkssluiting, staan op een zak met glas.
• Awelien – periode van rouw na overlijden
Feestdagen
• Rosj Ha-Sjana – joods nieuwjaar
• Jom Kipoer – grote verzoendag (vergeven)
• Pesach – uittocht uit Egypte
• Soekot – Loofhuttenfeest, ter gedachtenis 40 jaar woestijnleven
• Chanoeka – inwijding tweede tempel, gevierd met 8 kaarsen kandelaar aansteken.
• Jom Ha-Shoa – herdenking holocaust
DOOD en ROUW
• Begraven – graf wordt nooit geruimd, ze worden begraven nooit gecremeerd.
• Sjeool – verblijf in een duister oord, wachtkamer voor terugkeer
• Terugkeer – op de jongste dag van de Apocalyps, De Messias roept het uitverkorenen
volk terug voor het paradijs.
• Sjiva – 7 dagen thuisblijven bij het verlies van een direct familielid, je gezin. 7 dagen
intensieve rouw, mogen niks en doen niks er wordt voor ze gezorgd.