Samenvatting Nederlands
(1 tekst van ongeveer 1500 woorden en 3 kleinere teksten van samen 1500 woorden) (reserveer 80 min voor de eerste
tekst en 100 min voor de andere).
(Markeer kernzinnen, signaalwoorden, personen)
Wat moet je kunnen? (H2,3,5,610)
- Tekstsoorten (uiteenzetting, beschouwing, betoog)
- Schrijfdoelen (informeren, uiteenzetten, amuseren, activeren, overhalen)
- Hoofdgedachte of hoofdvraag
- Relatie tussen tekstdelen
- Opvattingen/bedoelingen van schrijver
- Standpunten, argumentsoorten en argumentatieschema’s
- Betrouwbaarheid argumentatie
- Tekst samenvatten
Analogie= overeenkomst
Expliciet= volledig en duidelijk
Premisse= hypothese
H2: Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstdoelen:
- Informeren: iets nieuws vertellen of verslag doen. Objectief. (nieuwsbericht)
- Uiteenzetten: vorm van informeren+ uitleggen. Objectief. (schoolboek)
- Beschouwen: verschillende kanten en lezer laten denken. Overwegend objectief. (recensie)
- Amuseren: lezer vermaken met bijv. stijlmiddelen. (anekdotes, romans, columns)
- Activeren: tot actie aanzetten. Subjectief. (advertenties, sollicitatiebrieven)
- Overtuigen: Subjectief. (ingezonden brief, column)
Tekstsoorten:
- Uiteenzetting: informatieve tekst waarin je iets uitlegt, beschrijft, verklaart of meedeelt. Je blijft
objectief. Zakelijke stijl. Je blijft onpartijdig en neutraal en geeft veel voorbeelden.
Vaste tekststructuren: indelingsstructuur, verklaringsstructuur en tijdsstructuur.
- Betoog: overtuigende tekst. Je legt je standpunten uit met argumenten en wil dat anderen het
overnemen. Subjectief. Persoonlijke stijl. Ruimte voor emotie en retorische middelen.
Vaste tekststructuren: stelling-argumenten en voordelen-nadelen.
- Beschouwing: interpretaties, verklaringen en meningen worden beschreven zodat de
lezer/luisteraar een mening kan vormen (opiniëren). Zakelijk en beschrijvend.
Vaste tekststructuren: probleem-oplossingsstructuur, vraag-antwoordstructuur en
verklaringsstructuur.
H5: Tekststructuur
Titel en tussenkopjes:
Titel= vertelt je iets over het onderwerp van de tekst.
Tussenkopjes= zeggen iets over deelonderwerpen.
2 functies: aandacht trekken en verwijzen naar het onderwerp.
Alinea’s en kernzinnen:
Alinea= belangrijkste bouwstenen van een tekst waarin je een deelonderwerp behandeld.
Kernzin= zin met belangrijkste informatie in een alinea. (meestal begin of eind).
Overgangszin= zin die 2 alinea’s aan elkaar verbindt.
1
, De inleiding:
2 functies: belangstelling wekken en onderwerp introduceren.
Bij langere tekst: aankondigen hoe de tekst is opgebouwd.
Inleiding is essentieel voor het succes van je tekst.
Een langer artikel bevat vaak meerdere alinea’s.
Het slot:
Het slot moet passen bij het onderwerp en het tekstdoel. Je brengt de boodschap krachtig onder
woorden en keert vaak terug naar het begin.
Hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerpen:
Hoofdgedachte= belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd, samengevat in één zin.
Onderwerp bepalen: verkennend lezen (titel en inleiding). Formuleer in 1 woord of woordgroep.
Hoofdgedachte bepalen:
- Bepaal ow door verkennend lezen
- Lees de tekst nauwkeurig
- Bestudeer titel, inleiding en, vooral, slot.
- Formuleer in 1 zin: Wat is het belangrijkste dat de schrijver beweert?
Hoofdzaken en bijzaken:
Hoofdzaken= belangrijkste zaken in een tekst. Je vind ze terug in titel, tussenkopjes, eerste alinea van
de inleiding, laatste alinea van slot en in de kernzinnen.
Bijzaken= minder belangrijke informatie. (uitleg, toelichting, voorbeelden en details).
Vaste tekststructuren en vaste vragen:
- Voordelen-nadelenstructuur
Inleiding: welk onderwerp ga je behandelen?
Kern: wat zijn de voordelen/nadelen?
Slot: wat weegt het zwaarst? Wat is de eindconclusie?
- Stelling-argumentenstructuur
Inleiding: Wat is jouw standpunt?
Kern: welke argumenten spreken voor dat standpunt? Welke tegenargumenten kun je bedenken en
weerleggen/
Slot: wat is de conclusie?
- Indelingsstructuur
Inleiding: wat is het onderwerp?
Kern: welke aspecten van het onderwerp behandel je?
Slot: wat is, samengevat, het belangrijkst?
- Verklaringsstructuur
Inleiding: wat is het verschijnsel?
Kern: welke kenmerken heeft het verschijnsel? Welke verklaringen/oorzaken/redenen kun je geven
Slot: welke verklaring ligt het meest voor de hand?
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper estherjonker1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.