Aarde Mens en Milieu 2
Samenvatting
Leereenheid 1
Het kader: milieuproblemen, duurzaamheid en de rol van de wetenschap.
1.1 Milieu problemen
Onze fysieke omgeving is de levende en niet leven de natuur. Hierbinnen valt het aspect
Milieu. Het milieu maakt het menselijk leven mogelijk en binnen het milieu vind de
samenleving plaats.
De relatie tussen het milieu en de samenleving is wederkerig. Ze beïnvloeden elkaar. Mensen
veranderen de fysieke omgeving door gedrag en handelen.
Het milieu is van betekenis voor de samenleving in verschillende aspecten:
- Menselijke gezondheid
- Menselijke veiligheid
- Materiële en immateriële behoeften van de mens.
- De intrinsieke waarde van de natuur. (los van het nut voor de mens)
Menselijk ingrijpen in het milieu is van alle tijden. Alleen is het zo dat in het verre verleden
waren deze ingrepen zwak en oppervlakkig en dat de natuurlijke omgeving allesbepalend
was voor menselijk leven. Nu is het omgekeerd. Menselijke ingrepen zijn vaak grootschalig
en onomkeerbaar, terwijl we minder afhankelijk zijn van het milieu.
De meeste ingrepen in de natuur zijn onvermijdelijk. Dit komt omdat ze het leven voor de
mens mogelijk moeten maken. Bij deze ingrepen gaat het om vitale menselijke belangen.
Bijvoorbeeld de bescherming tegen natuurinvloeden, zoals overstroming of roofdieren, of de
verwering van gewenste natuurproducten zoals water, voedsel, energie en grondstoffen.
Wij ervaren deze ingrepen niet als problematisch, omdat ze voor ons noodzakelijk zijn. Toch
gaan deze ingrepen vaak wel samen met negatieve invloeden voor dier en milieu. Wanneer
de gevolgen negatief worden overschrijden we de draagkracht van het milieu.
Draagkracht een dynamisch gegeven. Wordt bepaald door wat de natuurlijke
omgeving kan leveren en verwerken en door wat mensen kunnen en willen verdragen.
Samenlevingen kunnen op 2 manieren reageren op de draagkracht van het milieu:
1. Rekening houden met de draagkracht en grenzen stellen aan hun eigen gebruik.
2. Proberen door technische en organisatorische veranderingen de draagkracht te
vergroten.
Op basis hiervan kunnen we maatschappijvormen onderscheiden naar de manier van het
gebruiken van het milieu.
- Verzamel en jachtmaatschappijen men leeft van wat er in de natuur aan
plantaardig en dierlijk eindproduct wordt aangetroffen.
- Agrarische maatschappijen planten en dieren worden ten behoeve van
menselijk gebruik gekweekt en verzorgd en de bodem wordt systematisch
bewerkt.
, - Industriële maatschappijen natuurlijke hulpbronnen worden ingezet voor de
grondstof en energievoorziening en materialen worden steeds verder bewerkt ten
behoeve van menselijk gebruik.
Alle vormen van samenleven berusten op het benutten en beïnvloeden van de fysieke
omgeving. De ingrepen werden steeds erger omdat we van een verzamel en jacht
maatschappij vooral naar de twee andere zijn gegaan. Eind jaren 60/begin jaren 70 werd het
milieu opeens een issue. Mensen gingen de ernst inzien van de milieuproblematiek. Dit
kwam vooral door publicaties van wetenschappen, milieurampen, er kwamen milieu
organisaties en dit alles kwam in de media. De term milieu is hierdoor ook ontstaan door de
stijging van het milieubesef en milieubewustzijn. Als het over het milieu gaat, gaat het altijd
over milieu problemen.
Milieuprobleem een verstoring van de relatie tussen milieu en samenleving. Het gaat
vooral om de effecten van menselijke ingrepen in de fysieke omgeving die als problematisch
ervaren worden. Er zijn verschillende dimensies van milieuproblemen:
1. Fysieke dimensie. Het gaat om problemen in de fysieke omgeving, niet in de sociale
omgeving. Het betreft dus een verandering in de toestand van de fysieke omgeving.
2. Maatschappelijke dimensie. Het gaat om een verandering in de toestand van de
fysieke omgeving die veroorzaakt zijn door menselijk handelen en vormen van
samenleven.
3. Normatieve dimensie. Het gaat om door menselijk gedrag en handelen veroorzaakte
veranderingen in de toestand van de fysieke omgeving die maatschappelijk
onaanvaardbaar worden bevonden.
De milieuproblematiek gaat alleen over dingen die het gevolg zijn van mensen. Dus geen
natuurrampen. Dit wordt wel lastig wanneer een natuurramp indirect toch door mensen
komt. Bijvoorbeeld wanneer een rivier overstroomt door het kappen van bossen.
Ook spreken we pas van een milieuprobleem als de ingreep in de fysieke omgeving door
grote groepen of organisaties als problematisch wordt ervaren. Het negatieve oordeel over
menselijke ingrepen in het milieu dient het niveau van individuele mening te overschrijden.
Dit maakt milieuproblemen maatschappelijke problemen en geen individuele.
Dus bij een normatieve dimensie spreken we pas van een milieuprobleem. Elke verandering
in de toestand van de fysieke omgeving die veroorzaakt wordt door menselijke ingrepen en
waarvan de gevolgen maatschappelijk onaanvaardbaar worden geacht op grond van
gedeelte normatieve opvattingen.
In deze beschrijving zit dus een deel natuurwetenschappen en een deel
maatschappijwetenschappen.
Milieuproblemen in de loop van de tijd.
Dit bestaat uit 4 perioden:
- 1968 – 1973
Milieuproblematiek in de vormen van vervuiling van water, bodem en lucht.
Geluidshinder en het opraken van grondstoffen. Er werd een verband gelegd
tussen explosieve groei en de wereldbevolking, de vervuiling en het uitputten van
de grondstoffen. Ook kwam het vervangen van natuurlijke door synthetische
grondstoffen aan bod.
,- 1974 – 1980
Energie werd een milieuprobleem. Door de oliecrisis in 1973 en de
bewustwording dat de voorraden van aardolie, steenkool en aardgas een keer
opraken. De vraag kwam op kernenergie een geschikte vorm was van energie.
- 1981 – 1985
Deze periode stond sterk onder invloed van de economische crisis en dat veel
milieuproblemen mondiaal waren en dus niet op nationaal niveau opgelost
konden worden. Ondanks dat de economische crisis meer aandacht trok dan de
milieuproblemen kwamen er wel conclusies zoals dat milieuvriendelijk en
winstgevend produceren wel tegelijk kon en dat milieutechnologie ook
winstgevend kon zijn.
- 1986 – heden
Dit staat in het teken van streven naar duurzame ontwikkeling en de invloed van
politieke veranderingen waardoor milieuproblemen anders worden gedefinieerd.
Het concept duurzame ontwikkeling kreeg bekendheid. Met dit begrip wordt een
ontwikkeling aangeduid waarbij de huidige generatie in haar
bestaansmogelijkheden wordt voorzien, zonder dat de mogelijkheden van de
nieuwe generatie in gevaar worden gebracht.
Sinds het uiteenvallen van het cummunistisch oostblok en de beoogde uitbreiding
van de europese unie met landen in centraal en oost-europa wordt pas echt
duidelijk hoe immens de milieuproblemen in het oostelijk deel van Europa
eigenlijk zijn. Ook wordt duidelijk dat milieuproblemen verder gaan achter de
grens. Het moet dus vanuit een groter perspectief opgelost worden. Het
milieuvraagstuk en het ontwikkelingsvraagstuk kunnen niet langer los van elkaar
worden gezien. Het noorden en Zuiden moeten samenwerken voor oplossingen
voor klimaatveranderingen en het behoud van biodiversiteit. Een ander belangrijk
punt is de conclusie dat milieuproblemen niet alleen het gevolg is van welvaart
maar ook van schrijnende armoede.
, 1.2 Kennis en de wetenschappelijke methode.
Elke samenleving is een kennissamenleving. In primitieve samenlevingen gaat het om kennis
verwerven ‘door te doen’. In meer ontwikkelde samenlevingen wordt ook kennis opgedaan
via een bewust daarop gericht zoekproces.
Wetenschappelijke revolutie begon tijdens de renaissance (15e eeuw). Deze is belangrijk
geweest voor het ontwikkelen van de wetenschap en de technologie en dus ook voor de
ontwikkelingen van de samenleving. Experimenten waren hierbij fundamenteel. Er werden
nieuwe instrumenten ontwikkeld om deze experimenten uit te voeren en er ontstond een
nieuwe methodologie. Methodologie is de studie van de wetenschappelijke methoden, de
procedures en werkwijzen, die moeten worden gebruikt om kennis te verwerven en om de
wetenschap vooruit te helpen.
Moderne natuurwetenschap het ontwikkelen van kennis over de fysieke omgeving met
behulp van experimenten.
Technologieontwikkeling De wetenschappelijke revolutie vormt hier de basis voor.
Technologische innovaties kwamen, eerst binnen een niche in de samenleving en daarna
beïnvloeden deze veranderingen andere sociale structuren en instituties.
Industriële revolutie Ontstond door de ontwikkelingen van de wetenschap en de
technologie. Deze revolutie begon in de 18e eeuw. De industriële revolutie heeft in sommige
delen van de wereld veel invloed gehad op sociale structuren en in andere delen van de
wereld veel minder.
Sociale wetenschappen Deze tak van de wetenschap richt zich op systematische studie van
individueel en collectief gedrag van mensen en op de structuur, ontwikkeling en functioneren
van vormen van samenleven.
De natuurwetenschappelijke methode
In de ontwikkeling van de natuurwetenschappen zijn waarnemen, experimenteren en
redeneren heel belangrijk. Je beredeneert iets door waarnemingen en bedenkt een
experiment. Vervolgens maak je een hypothese, een model of theorie.
Hypothese Een stelling berust op een vermoeden. Een hypothese kan een wet
worden wanneer deze grondig getoetst is en het zeker weten waar blijkt te zijn.
Model een vereenvoudigde voorstelling van een voorspelling. We gebruiken een
model ook als de werkelijkheid onmogelijk getoetst kan worden. Soms wordt er dus
uitsluitend gewerkt met wiskundige modellen.
Theorie Een samenhangende verzameling van begrippen, definities en
veronderstellingen en het daarop gebaseerde beeld waarmee een verschijnsel wordt
verklaard of voorspeld.
In een schema kunnen we de natuurwetenschappelijke methode als volgt omschrijven:
Dit schema noemen we ook wel de empirische cyclus. (blz 21)
1. Het systematisch verzamelen van waarnemingen en het verrichten van kwantitatieve
metingen die relevant zijn voor het probleem. Deze metingen moeten feitelijk en
herhaalbaar zijn. (We kunnen iets wat niet waarneembaar is dus niet
wetenschappelijk onderzoeken. Deze dingen, zoals de zin van het leven, behoren tot
de filosofie).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mabel-beau. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.