100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Wereldystemen (Geosystems H12, H13, H14, H16, H18 en alle colleges) €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Wereldystemen (Geosystems H12, H13, H14, H16, H18 en alle colleges)

1 beoordeling
 203 keer bekeken  10 keer verkocht

Dit is een samenvatting van jaar 1 Geo Media en Design. Het bevat alle colleges die behoren tot de module Wereldsystemen. Het gaat om een samenvatting van Geosystems H12, H13, H14, H16, H18 en alle colleges die er waren.

Voorbeeld 4 van de 22  pagina's

  • Nee
  • H12, h13, h14, h16, h18
  • 14 november 2017
  • 22
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: jinse • 3 jaar geleden

avatar-seller
juje01
Wereldsystemen blok 1
Samenvatting Geosystems H12: the page of change

● uniformitarianism = actualiteitsprincipe = stelt dat de aardse geschiedenis verklaard
kan worden met dezelfde geologische processen als die ze in het heden hebben

● stratigrafie = tak van de geologie die zich bezighoudt met de beschrijving, correctie
en benoeming van gesteente lagen

College tijd week 1

- GA = giga annum = miljard = 109
- MA = mega annum = miljoen = 106
- KA = kilo annum = duizend = 103
- BP = before president = <1950

● de meeste gesteente zijn opgebouwd uit lagen. Dit is ontstaan door telkens
onderbroken afzettingsprocessen.

● stratum = gesteentelaag (meervoud = strata)

● stratigrafische eenheid = stratum / verzameling van lagen

● horizon(t) = een makkelijk te herkennen laag, maar niet dik genoeg voor een stratum
(ook wel gidslaagje genoemd)

● stratotype = de ijkplaats van een stratigrafische eenheid

● correleren = overeenkomsten / verschillen van gesteentelagen zoeken op twee
verschillende plaatsen  uitgangspunt laagvlakken, eerste of laatste voorkomens (ook
wel tijdseenheden genoemd)

 Hiaat (ontbreken van gesteente) kan ontstaan door:
- Stoppen sedimentatie
- Erosie gesteente
- Breken en verschuivingen

 Chronologische tijdschalen:
- chronostratigrafie: correleren van gesteenten op basis van hun ouderdom, relatief
- geochronologie: correleren van gebeurtenissen op basis van hun ouderdom,
meestal absoluut

● GSSP = global boundary stratotype section point = geeft een ‘grote’ verandering aan
(grens oud -jong) in de tijdschaal door middel van een gele punaise

 Soorten tijdschalen:
- chronologische tijdschalen (chronostratigrafie en geochronologie)
- paleomagnetisme (wisselende polariteiten van magnetisme)
- bio chronologische (opeenvolgende levensvormen)
- seismostratigrafische (stijgen en dalen zeespiegel)
- lithostratigrafische opeenvolging gesteente pakketten)

 2 verschillende datering:
- absoluut: datering in jaren
- relatief: datering door opvolging (a is ouder dan b)

,Samenvatting Geosystems H13 Vulkanisme

● een actieve vulkaan moet minstens 1x zijn uitgebarsten om actief genoemd te mogen
worden

 3 soorten vulkaanuitbarstingen:
- divergente
- convergente
- hot spots

● pyroklastisch = een rots die voornamelijk samengesteld is uit rots fragmenten van
vulkanische oorsprong. Wordt ook wel tephra genoemd

● pahoehoe = lava met een relatief glad oppervlak

● aa = lava met een relatief ruw oppervlak

● cincer cone = sintelkegelvulkaan in Amerika

● Bij effusieve uitbarstingen is er enorm veel magma maar door de stroperigheid vloeit
het heel langaam naar beneden. Hierdoor ontstaat een schildvulkaan.

● flood basalts = bedekt grote stukken land

● Bij explosieve uitbarstingen zijn gewelddadige uitbarstingen van magma, gas en rots
fragmenten. Ze ontstaan door een smeltende plaat (subductie). Hierdoor komt er druk op
te staan wat leid tot een uitbarsting. Bij explosieve uitbarstingen is er sprake van een
stratovulkaan, deze bestaat uit meerdere lagen van as en lava.

College vulkanisme week 2

 Waarom vulkanen zo belangrijk zijn:
- CO2 uitstoot
- waardevolle mineralen
- ontwikkeling leven op aarde
- vruchtbare grond
- toerisme

● Tephra = gesteenten die uit de vulkaan worden geworpen

 Variatie magma:
- viscositeit (taaivloeibaarheid)
- temperatuur
- kwartsgehalte
- gasgehalte

 3 soorten magma:
- mafisch (basaltisch)  niet zuur, lage viscositeit, laag gasgehalte
- intermediair  zuurder, matige viscositeit en gasgehalte
- felsisch  zure magma, hoge viscositeit en gasgehalte

 Waar komt welke soort magma voor?
- Oceanische rug  mafisch
- Continentaal  allemaal
- hot spots  mafisch / intermediair

● Intrusie = magmabel die omhoog komt maar het aardoppervlak niet haalt

,● Dikes = scheuren waar het magma doorheen naar boven wilde komen maar het
aardoppervlak niet haalt

 Waarom de magmasamenstelling zo belangrijk is:
- primair: de kracht en de vorm van de vulkaan wordt hierdoor bepaalt
- secundair: het bepaalt de samenstelling van gesteente

 3 soorten vulkanen:
- basaltisch
- andesitisch
- rhyolitisch

 Basaltische vulkanen:
- lava is zeer vloeibaar (dus niet visceus)  mafisch
- weinig gas
- snel stromend
- schildvulkaan / spleeteruptie
- bij plaatranden en hot spots

 Lavatypen basaltisch vulkanisme:
- touwlava
- brokkellava
- bloklava
- kussenlava
- kolommen
- scoriakegels

 Andesitisch vulkanisme:
- stratovulkaan
- minder vloeibare lava (intermediair)
- (hierdoor) minder snel stromend lava
- (hierdoor) explosiever van aard
- vaak bij zeer hoge bergen

● Als er bij vulkaanuitbarstingen gletsjers smelten, ontstaan er modderstromen. Dit
worden lahars genoemd.

 Rhyolitische vulkanen:
- zeer stijle berg of een overblijfsel van een caldera
- zeer stroperige (visceuse) lava  felfisch
- niet stromend
- (hierdoor) zeer explosieve lava
- supervulkanen

● Gloedwolk = gloeiend hete (750 graden) wolk bestaande uit gassen en as, kunnen
alles verwoesten

● Maar = groot kratermeer

● Geizer = ‘fontijn’ die uit de aarde komt vaak bestaande uit water en gas

● Mofetten = bubbels in het water die duiden op …

 Waarom er mensen vaak bij vulkanen gaan wonen:
- vruchtbare gronden (andosolen)

, - geologische tijdschaal is geen menselijke maat
- delfstoffen

College cartografie week 2

 Soorten kaarten:
- topografisch  geven locaties van objecten
- Schematisch  niet op schaal
- thematisch

 Soorten thematische kaarten:
- chorochromatisch  geven kwalitatieve verschillen tussen gebieden weer
(kleurgebieden, bijv. mannen / vrouwen)




- choropleet  aantallen worden per oppervlak weergeven (bijv. %)




- kartogram  cirkel/staafdiagrammen in een gebied




- stippenkaart  statistische gegevens

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juje01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  10x  verkocht
  • (1)
  Kopen