Kernfuncties van taal:
- Kwalificatie: het zich eigen maken van kennis, vaardigheden en houdingen.
- Socialisatie: bewust en onbewust cultuurkenmerken overnemen.
- Subjectivering: de vorm van een persoon.
Constructivisme: stelt interactie tussen de lerende en de leeromgeving centraal; leren is een
actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat in interactie met anderen.
Kinderen leren in een krachtige leeromgeving, die:
- Authentiek, sociaal en strategisch leren bevordert.
- Kinderen aanzet tot zelfstandig leren.
- Rekening houdt met individuele verschillen tussen kinderen.
Kaders vanuit de overheid:
- Kerndoelen. SLO TULE tussendoelen.
- Referentiekader.
Constructieve leersituaties:
- Ankers: rijke, probleem-georiënteerde contexten die functioneren als
gemeenschappelijke kennisbron. Gezamenlijk startpunt bij bijvoorbeeld een thema
een verhaal of film.
- Routines: terugkerende, vaststaande en herkenbare leersituaties.
8 belangrijke visies op taal:
1. Traditioneel: taal wordt gezien als een belangrijke drager van onze cultuur. Hierbij ligt
de nadruk op de schriftelijke vaardigheden, en daar binnenin op vormaspecten.
Grammatica is belangrijk, dat leidt tot een betere taalbeheersing. Bij lezen ligt er een
sterk accent op taal, met name op spelling. Er is weinig aandacht voor spreken en
luisteren. Voordeel: het is overzichtelijk. Nadeel: aandacht voor aspecten is niet
evenwichtig.
2. Thematisch-cursorisch: kinderen leren taal gebruiken door te leren uit zinvolle
gebruikssituaties. Kinderen werken vanuit thema’s. Kinderen ervaren activiteiten als
zinvol, het kost alleen veel tijd.
3. Taal bij alle vakken: sterk gericht op interactie in de groep door klassikaal, kleine
groepen kinderen gebruiken taal in een situatie die voor hen betekenisvol is.
, 4. Communicatief taalonderwijs: mondeling en schriftelijk communiceren staat
centraal. Gaat minder uit op de correctie.
5. Whole-languagebenadering: taal wordt in z’n geheel aangeboden. Er wordt een grote
waarde gelegd aan wat leerlingen te zeggen hebben en hoe ze dat zowel mondeling
als schriftelijk het beste kunnen doen. Niet de lesstof, maar de taalgebruiker staat
centraal. Eigen ervaringen van het kind zijn uitgangspunten voor gesprekken.
6. Strategisch: kinderen moeten strategieën beheersen. Stappenplannen.
7. Taakgericht taalonderwijs: taken die leerlingen inhoudelijk interessant vinden.
Leerlingen ontdekken zelf.
8. Interactief: 3 pijlers; betekenisvol leren: kinderen leren het beste in contexten die
voor hen belangrijk zijn. Contexten: rijk, uitdagend, motiverend, herkenbaar en
functioneel. Sociaal leren: invloed van voorbeeldgedrag samenwerkend leren.
Strategisch leren: concrete strategieën. Model gedrag.
Open leersituaties worden het vaakst gebruikt.
Inhouden van het taalonderwijs op de basisschool.
Het vak Nederlands:
- Taalvaardigheden: spreken, luisteren, schrijven en lezen
- Taalbeschouwing: ze gebruiken niet alleen taal, maar denken ook na over taal zelf
- Woordenschat
- Jeugdliteratuur
Het referentiekader onderscheidt voor taal 4 domeinen:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Lezen
- Schrijven
- Begrippenlijst en taalverzorging
Deze domeinen worden in 4 niveaus onderscheiden:
1 Fundamenteel niveau (1F) voor het eind van basisonderwijs, het speciaal onderwijs en
praktijkonderwijs.
2 Niveau (2F) voor MBO 1,2,3 en VMBO
3 Niveau (3F) voor MBO 4 en eind HAVO
4 Niveau (4F) voor eind VWO
2 manieren waarop leerlingen leren:
- Incidenteel: wanneer het leren spontaan en ‘onbedoeld’ is. Op deze manier leren
kinderen al voor ze naar de basisschool gaan.
- Intentioneel: wanneer een kind er bewust voor kiest om te leren. Als een kind zelf
opzoek gaat naar kennis via ontdekkingen, bevragen van. Anderen, uitleg van
anderen, bestuderen van teksten, bewuste reflectie en etc.
2 soorten leersituaties:
- Instructieve: via directe instructie
, - Constructieve: leerkracht gaat in op de leervraag van de leerlingen.
Ankers: rijke, probleem-georiënteerde contexten die functioneren als gemeenschappelijk
kennisbron.
2 soorten toetsen:
- Summatieve toetsen: geven aan of leerlingen na een bepaalde periode een bepaald
kennis domein beheerst. Je kunt ervoor zakken of slagen.
- Formatieve toetsen: hoeverre de leerling of een groep een bepaald onderdeel van de
lesstof beheerst. Zo kan de leerkracht bepalen of zij onderwijs aan moet passen.
Taal is een complex systeem van tekens en regels waarmee Mensen betekenissen met
elkaar uitwisselen met verschillende functies.
Elementen: Taal heeft verschillende functies. Taal heeft betekenis. Taal is een systeem.
Functies van taal:
- Taal is een communicatiemiddel.
- Daar was een middel om greep te krijgen op de werkelijkheid.
- Taal is een expressiemiddel.
Vaktaal woorden: Termen die tijdens vakken worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij biologie en
aardrijkskunde, zoals evenaar en middellijn.
Hoofdstuk 2
Gesproken taal: kun je horen en uitspreken
Geschreven taal: kun je zien en opschrijven
Receptief: betekenis geven aan klanken en tekens
Productief proces: bij spreken gebruik je/ produceer je spraakklanken, bij het schrijven
produceer je lettertekens.
Ontluikende geletterdheid: voor kinderen van nul tot 4 jaar, die geleidelijk ontdekken dat er
geschreven taal bestaat.
Beginnende geletterdheid: voor kinderen van groep 1, 2 en 3 die het alfabet schrift en het
verband tussen gesproken en geschreven taal ontdekken
Gevorderde geletterdheid: voor kinderen van groep 4 tot 8 kinderen leren beter woorden te
herkennen en lezen steeds gemakkelijker. Het proces verloopt geautomatiseerd.
Functies van taal:
- Middel tot communicatie
- Middel om greep te krijgen op de werkelijkheid
- Middel tot expressie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynn2011. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.