Werkgroep Rechtsbescherming in het Vreemdelingenrecht
Week 3: Asiel en bewijs
Leerdoelen van deze werkgroep:
- Het kunnen toepassen van de vluchtelingendefinitie en de gronden voor subsidiaire
bescherming op een casus.
- Het kunnen discussiëren over de wijze waarop de geloofwaardigheid in asielzaken wordt
beoordeeld en de rol van deskundigenrapporten daarin.
Casus:
Amin is afkomstig uit Iran en heeft in Nederland asiel aangevraagd. Hij heeft in zijn eerste
asielprocedure aangevoerd dat hij in Iran het risico loopt vervolgd te worden omdat hij soennitische
geschriften en boeken heeft vertaald. Hem werd verweten propaganda te maken voor het
soennitische geloof. Hij zou vanwege verschillende publicaties en vertalingen te vrezen hebben van
de Iraanse autoriteiten. De asielaanvraag werd door de IND afgewezen, omdat Amin zonder
problemen Iran op legale wijze in- en uit gereisd met een paspoort dat op zijn eigen naam was
gesteld. Tegen deze beslissing heeft Amin beroep en hoger beroep ingesteld. Beiden zijn ongegrond
verklaard.
Een jaar later dient Amin een tweede asielverzoek in, waarbij hij aangeeft tot het Christendom te zijn
bekeerd. Hij stelt dat hij al in Iran geïnteresseerd was in het Christendom. In Nederland heeft hij zich
verder in het Christendom verdiept. Na de afwijzing van zijn asielaanvraag is hij een gereformeerde
kerk gaan bezoeken. De predikant is van de oprechtheid van zijn geloof overtuigd geraakt. Amin zal
binnenkort gedoopt worden. Amin vindt het belangrijk om andere Iraniërs in Nederland over zijn
bekering en het geloof te vertellen en probeert hen soms over te halen zich ook te bekeren.
Amin stelt dat hij door zijn bekering in Iran het risico loopt te worden gearresteerd en gedetineerd.
Hij is van plan ook in Iran andere mensen te vertellen over zijn geloof en hen te proberen ervan te
overtuigen dat ze zich moeten bekeren.
Het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over Iran uit mei 2017 bevat de
volgende informatie over de situatie van bekeerlingen in Iran:
De situatie voor geloofsafvalligen, bekeerde moslims en leden van nieuwe christelijke
kerken was ook in onderhavige verslagperiode slecht. Christenen die behoren tot de
‘nieuwe kerken’ werden beperkt in het praktiseren van hun geloof. Zo werden protestantse,
evangelische en pinkstergemeenten die Farsi-talige bijeenkomsten hielden, in de
verslagperiode op last van de autoriteiten gesloten of beperkt in hun activiteiten. Nieuwe
kerken die nog open waren, werden verplicht hun diensten van de vrijdag naar de zondag
te verplaatsen. Doordat zondag een reguliere werkdag is in Iran, is met deze maatregel
automatisch het aantal kerkgangers teruggedrongen. Bijeenkomsten in huiselijke kring
werden in de gaten gehouden en bezoekers van dergelijke bijeenkomsten werden
gearresteerd.
Volgens de internationale christelijke organisatie Open Doors zijn tot het christendom
bekeerde moslims de grootste groep christenen in Iran en wordt deze groep ook het meest
vervolgd. Open Doors maakt hierin geen onderscheid in personen die uitkomen voor hun
nieuwe geloof en personen die hun nieuwe geloof privé of volledig geheim houden. Zij
worden volgens Open Doors qua mate van vervolging gevolgd door evangeliserende
protestantse christenen. Bekeerlingen en personen die evangeliseren kunnen worden
gearresteerd bij politie-invallen bij religieuze bijeenkomsten. Ze worden vaak in de gaten
, gehouden en lastiggevallen. In tegenstelling tot kerkleiders of pastors zouden gewone
leden doorgaans na een aantal dagen zonder aanklacht weer in vrijheid zijn gesteld. Zij
bleven nadien hoogstwaarschijnlijk wel onder toezicht van de autoriteiten staan. In zijn
rapport van maart 2016 schrijft de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties dat in
januari 2016 nog tientallen bekeerlingen in detentie zaten, de meesten vanwege
betrokkenheid bij informele huiskerken. De in 2016 nieuw aangestelde Speciale Rapporteur
beschrijft in haar rapport van maart 2017 niet expliciet de situatie voor christelijke
bekeerlingen of geloofsafvalligen.
Bekeringsactiviteiten voor een andere religie dan de islam zijn in Iran verboden.
Hierbij lijkt de behandeling of mate van vervolging door de Iraanse autoriteiten niet af
te hangen van de religie of stroming waartoe iemand behoort.
Gelet op de beschikbare bronnen is het niet mogelijk om te bepalen in welke mate
bekeerlingen of afvalligen kans lopen het slachtoffer te worden van represailles van
de autoriteiten of van familie, vrienden of personen uit hun persoonlijke omgeving.
De geraadpleegde bronnen stellen wel dat personen die hun bekering of geloofsafval
niet publiek bekendmaken, die niet met anderen spreken over hun persoonlijke
keuze en niet om andere redenen in de negatieve aandacht van de autoriteiten
staan, doorgaans geen problemen ondervinden enkel vanwege hun persoonlijke
religieuze keuze. De organisatie Open Doors maakt met hun stelling dat bekeerlingen
het zwaarst vervolgd worden geen onderscheid in personen die uitkomen voor hun
nieuwe geloof en personen die hun nieuwe geloof privé of volledig geheim houden.
Bekeerlingen tot het christendom die zich aansluiten bij een huiskerk en
evangeliseren lopen een grote kans in de negatieve aandacht van de autoriteiten te
komen staan.
Volgens het landenbeleid voor Iran worden afvalligen van het islamitisch geloof gezien als
‘risicogroep’. Een vreemdeling die behoort tot een risicogroep, kan indien er sprake is van
geloofwaardige en individualiseerbare verklaringen, ‘met geringe indicaties aannemelijk maken dat
zijn problemen die verband houden met één van de vervolgingsgronden leiden tot een gegronde
vrees voor vervolging’.
We gaan ervan uit dat de IND gelooft dat Amin bekeerd is.
a. Komt Amin in aanmerking voor een asielvergunning op grond vluchtelingschap (artikel 29
lid 1 onder a Vw)? Loop in uw antwoord alle elementen van de vluchtelingendefinitie af.
Vluchtelingschap wordt gedefinieerd in art. 29 lid 1 sub a Vw.
Er zijn een aantal elementen waaraan voldaan moet worden:
1. Buiten het land van herkomst
a. Iemand moet zich bevinden buiten het land van herkomst
2. Gegronde vrees, art. 31 lid 5 Vw
a. Het gaat om een toekomstige gebeurtenis
3. Vervolging
a. Het gaat hier om dat een leven of vrijheid van iemand wordt bedreigd
i. Hier moet je denken aan mensenrechtenschendingen
b. Vervolgingsdaden zijn neergelegd in art. 3.36 Vv
4. Vervolgingsgrond art. 3.37 Vreemdelingenvoorschrift (VV)
a. 5 gronden
i. Ras
huidskleur, afkomst
ii. Godsdienst
levensbeschouwingen, atheïst (ongelovige)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper madelief2016. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.