Het reglement van orde van de tweede kamer behoort tot het
a. Staatsrecht
b. Strafrecht
c. Bestuursrecht
Welke van onderstaande wetten bevat formeel recht
a. Het wetboek van strafvordering
b. Het wetboek van strafrecht
c. Het burgerlijk wetboek
Het besluit van de gemeente tot invoering van kattenbelasting is
a. Materieel recht en wet in formele zin
b. Formeel recht en een wet in materiele zin
c. Materieel recht en een wet in materiele zin
Tot de wilsgebreken wordt niet gerekend
a. Misbruik van omstandigheden
b. De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid
c. Bedreiging
Overmacht houdt verband met het leerstuk van de
a. Dubbele grondslag
b. Vervangende schadevergoeding
c. Redelijkheid en de billijkheid
Wat houdt de eis van conformiteit in?
a. De prijs moet in verhouding staan tot de kwaliteit
b. De plicht van de koper de afgesproken koopprijs te betalen
c. De zaak moet die eigenschappen hebben die verwacht worden
Immateriële schade wordt in Nederland
a. Niet vergoed
b. Alleen vergoed wanneer de wet dit toelaat
c. Alleen vergoed als er ook materiele schade is
Risicoaansprakelijkheid is aanwezig bij
a. Relatie oudere 16-jarig kind
b. Productaansprakelijkheid
c. Per ongeluk omstoten van een glas
B begaat onder werktijd een onrechtmatige daad, maar hem treft geen verwijt
a. Alleen de werkgever kan worden aangesproken
b. Werkgever en werknemer kunnen worden aangesproken
c. Geen van beiden kan worden aangesproken
Bij vordering op basis van de OD hoeft niet te worden bewezen:
, a. Er een rechtvaardiging voor de daad bestond
b. De daad onrechtmatig is
c. De daad aan de dader is toe te rekenen
Bij een voetbalwedstrijd raakt C, door een correcte tackle op de bal door X gewond. X moet:
a. De schade vergoeden
b. Niet vergoeden, want niet toerekenbaar
c. Niet vergoeden, want er is een rechtvaardigingsgrond
Levering van een roerende zaak geschiedt door:
a. Notariële akte en inschrijving in het register
b. Feitelijke overgave
c. Beide alternatieven zijn goed
Het recht van erfdienstbaarheid is
a. Een vermogensrecht
b. Een relatief recht
c. Een zekerheidsrecht
Levering constitutum possessorium wil zeggen
a. Eigenaar wordt houder
b. Houder wordt eigenaar
c. Houder voor de een, houder voor de ander wordt
Kwalitatieve rechten
a. Krijgen vorm door een kettingbeding
b. Zijn limitatief in de wet opgesomd
c. Hebben een absolute werking
Een verschil tussen een nv en een bv is
a. Een bv maximaal 3 bestuurders kan hebben en een nv 5
b. Een nv een structuurvennootschap kan zijn en een bv niet
c. Een bv stemloze aandelen kan uitgeven en een nv niet
Welke van de volgende ondernemingen kent een maatschappelijk kapitaal
a. Vof
b. Bv
c. Nv
Welke ondernemingsvorm is geen samenwerkingsvorm
a. Vof
b. Maatschap
c. Eenmanszaak
De nv/bv die een voor de oprichting door een bestuurder verrichte rechtshandeling
bekrachtigd
a. Begaat een misdrijf
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nena_arends. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.