Hoofdstuk 1 wat is maatschappijleer?
1.1 maatschappelijke vraagstukken
De waarden van mensen zijn uitgangspunten of principes die mensen belangrijk vinden en daarom
nastreven. Sommige waarden horen typisch bij bepaalde groepen en politieke of
levensbeschouwelijke visies.
Welke waarden je belangrijk vindt hangt af van je opvoeding, omgeving, karakter en levenservaring.
Waarden leiden tot gedragsregels, deze regels over hoe je op een grond van een bepaalde waarde
behoort te gedragen zijn de normen.
Als waarde en normen van verschillende groepen in de samenleving botsen, ontstaat er een
maatschappelijk vraagstuk, hier spreken we over als:
o grote groepen ondervinden gevolgen ervan
o er is sprake van tegenstelde belangen en visies
o een gemeenschappelijke aanpak nodig is waarbij de overheid vaak een rol heeft.
o raakt veel mensen en zijn niet direct op te lossen.
Doordat de samenleving telkens verandert, ontstaan er nieuwe maatschappelijke vraagstukken.
Hoe was om gaan met die maatschappelijke vraagstukken, verschilt per plaats, tijd en groep.
Macroniveau het zijn grootschalige vraagstukken.
Microniveau de gevolgen voor een individueel persoon.
Iedereen heeft dus ook andere belangen bij zo’n maatschappelijk vraagstuk. Een belang is het
voordeel dat iemand ergens bij heeft.
Belangentegenstellingen kunnen ontstaan uit verschillen in levensovertuiging, ideologie of
maatschappelijke functie.
Een dilemma is een keuze tussen 2 of meer alternatieven, die allebei negatief zijn. Vaak is de keuze of
jezelf of andere groepen en de samenleving.
Het constante veranderen van normen, waarden en belangen is de dynamiek van de samenleving.
Er zijn vier aspecten bij maatschappijleer:
o rechtsstaat, persoonlijke vrijheid en de rechtszekerheid van burgers in ons land gewaarborgd
zijn.
o Parlementaire democratie, de manier waarop politieke partijen in Nederland besluiten nemen.
En hoe we allemaal invloed kunnen uitvormen op de sluitvorming.
o Pluriforme samenleving, cultuur en cultuurverschillen in Nederland.
o Verzorgingsstaat, de manier waarop mensen voor elkaar zorgen en wat de overheid doet voor
de welvaart.
Macht is het vermogen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden, desnoods met dwang.
o Formele macht geïnstitutionaliseerde machtuitoefeningen omdat deze regels en wetten is
vastgelegd.
o Informele macht mensen beïnvloeden elkaar zonder een formeel systeem van regels en
sancties.
De manier waarop iemand het gedrag en denken van iemand kan beïnvloeden, heeft te maken met de
machtsbron die hij tot beschikking heeft geld, functie, beroep, kennis, overtuigingskracht, aanzien,
aantal en geweld.