Week 1:
Fondsvorming, Tijdschrift voor Openbare Financiën, Bij, J. van der (2011)
- Gaat over wat een fonds is en wat de voor en nadelen zijn, voordelen zijn
bijvoorbeeld het geld kunnen oormerken en daarbij ervoor zorgen dat het geld
naar de juiste zaak toe gaat. Daarbij worden fondsen gezien als een soort veilige
kluizen waarbij het geld bewaart kan worden of aan de juiste decentrale overheid
kan worden gekoppeld zodat het geld komt waar het moet wezen en daarbij tot
haar recht komt.
- Nadelen komen terug in het feit dat het oormerken niet goed is omdat het geld
dan niet naar het op dat moment hoogste publieke doel kan gaan. daarbij leidt
een potjes-cultuur tot onoverzichtelijkheid en in-flexibiliteit.
- het AOW fonds wordt opgeheven omdat de illusie dat er in het fonds gespaard
wordt niet waar is, het is alleen maar een systeem om zo geld te kunnen lenen op
de kapitaalmarkt.
- Een van de weinige fondsen die wel al positief wordt ervaren is het BTW-fonds.
Dit is een fonds waarbij voor decentrale overheden het makkelijker wordt
gemaakt om de afweging te maken of zij zelf iets moeten uitvoeren of dat zij het
laten uitvoeren. Zoals bij ondernemers kan de BTW ergens van worden
afgetrokken, maar bij overheden kan dit niet waardoor er een onzuiver beeld
ontstaat. Dit wordt dus afgedaan door het fonds.
- Een ander idee van fondsen zijn deposito fondsen, het hele idee hierachter is dat
als een bank failliet gaat, de andere banken moeten opdoeken voor de schade.
Door een fonds te storten is er een soort potje waarin elke bank geld heeft zitten
en zodoende mee betaalt aan het risico
- Provincies en gemeenten maken ook gebruik van fondsen, zij gebruiken het
vooral om krachten te bundelen met andere gemeenten en private bedrijven en
organisaties om zodoende genoeg centen te sparen, en daarbij hapt de
rijksoverheid ook vaak toe want ze storten niet direct erin maar maken vaak
reserveringen.
Begrotingsbeleid in turbulentie: open-einderegelingen, Gradus, R.H.J.M. (2009)
- Gaat voornamelijk over de periode voor de economische crisis.
- Over de kinderopvang wordt geschreven dat dit in Nederland een nogal hoog
kostenpost is, dit komt omdat wij ruim zijn in de kindertoeslag en daarbij het
systeem hebben omgegooid waardoor informele opvang minder aantrekkelijk is
dan formele opvang. Maar door de crisis lijkt het erop weer duurder te worden
en door het idee van de vraagfinanciering, hierdoor verdwijnt het meer uit het
platteland en gaat het richting de steden.
- De verzekering voor langdurige zorg AWBZ is niet meer houdbaar, de redenen
hiervoor zijn dat de mensen die deze zorg nodig hebben steeds meer worden,
, daarbij het aantal ouderen ook alleen maar toeneemt, de gezinnen kleiner
worden en de vrouwen meer gaan participeren. Dit leidt ertoe dat de premies
onhoudbaar zullen stijgen en dit zonder aanpassingen niet meer te betalen valt.
Het idee van aanpassing is dat de AWBZ een verzekering wordt van ‘nood’ dus
voor mensen die het echt niet zelf kunnen dragen of chronisch zieken/ vroeg
gehandicapten.
- Concluderen Ook in deze crisistijd werken de automatische stabilisatoren en het
systeem van uitgavenkaders bevredigend en hebben daarmee een acyclische
uitwerking op de economie. Dit systeem van de uitgavenkaders kan echter alleen
ten volle werken, indien de open-einderegelingen geen systematische
overschrijdingen laten zien. en Het verdient vooral aanbeveling, de voorstellen
van de Commissie-Bakker te overwegen, omdat deze beogen te prikkelwerking
voor werknemers, werkgevers en gemeenten te verbeteren en inspelen op lagere
groei van de bevolking in de volgende decennia.
Budgeting Institutions for Better Fiscal Performance, in: A. Shah (Ed.), Budgeting and
Budgeting Institutions, Washington DC: The World Bank, Hagen, J. von (2007)
- Gaat over het principaal agent probleem tussen kiezers en politici, voornamelijk
het probleem dat politici beleid moeten maken en keuzes moeten maken waar
geld aan besteed wordt terwijl dat eigenlijk publiek geld is en de kiezer soms
helemaal niet zou willen dat het geld wordt besteed op de manier hoe de
politicus het geld besteed.
- ‘’Thus, the common pool problem leads to excessive levels of public spending.
Putting the argument into a dynamic context, one can show that it also leads to
excessive deficits and government debts’’
- Volledigheid is in dit spectrum geboden. Er zijn dan ook vier afwijkingen in de
volledigheid die geoorloofd zijn/vaak voortkomen
o 1. Is het gebruik van niet begrote uitgaven, dit leidt ertoe dat
beleidsmakers alsnog plannen kunnen financieren die niet begroot zijn.
o 2. Het maken van geen-beslissingen these occur when expenditures
included in the budget are determined by developments exogenous to the
budgeting process
o 3. De derde is de scheidingslijn tussen financiële wetten en niet-financiële
wetten. Het wil dus nog wel eens gebeuren dat ministers hun basis voor
projecten die gefinancierd moeten worden baseren op basis van
niet-financiële wetten waardoor ze voorwaarde weten te omzeilen.
o 4. De beloftes/garanties die overheden staan voor bedrijven, zowel publiek
als privaat. Op moment dat zo’n garantie ingaat betekent dit dat er in een
keer immense uitgaven zijn.
- Een ander kenmerk wat bij de volledigheid van het budgetteren hoort is de
transparantie die er moet wezen bij het maken van het budget. Ook hier zitten 4
, kernpunten aan verbonden, denkend aan toegankelijkheid voor iedereen, maar
ook het aantal documenten die beschikbaar zijn, zijn het er veel of weinig etc.
- Een ander kenmerk van budgetteren is de balans tussen een rechtmatig budget
maken en het gebruik als management instrument, dus ofwel, zijn alle uitgaven
die we doen oke en volgens de wet en is het een plan waar de overheid duidelijk
opsomt wat ze gaat doen en wat ze op macro-economisch vlak verwacht.
- Daarnaast heb je ook procedurele regels, deze nemen twee vormen aan, namelijk
regels voor beleidsmakers en regels voor de ‘content’. De regels voor de
beleidsmakers zijn meer de kaders waaraan gedacht moet worden, dus hoeveel
macht heeft de ministers, hoe groot is de scope van het parlement in de vorm
van amenderen etc. de regels omtrent de content zijn gaan meer over de inhoud,
dus hoelang is het kalenderjaar, het jaarlijks tekort en hoeveel ministeries geld
krijgen toegewezen.
Principaal agent probleem in het artikel
- Het is in het geval van het principaal agent probleem wel belangrijk dat de
overheid wel transparant is over de financiële status en hoe er gehandeld is.
wanneer dit niet het geval is zal de burger niet een relevante afweging maken
tijdens het stemmen.
- In het geval van transparantie vanuit de partijen is het in NL zo geregeld dat elke
partij voorafgaand aan de verkiezingen zijn economische plannen moet laten
checken bij het CPB
De historie van het Fonds Economische Structuurversterking (12 pagina’s)
- De FES is een fonds dat is ontstaan om ervoor te zorgen dat op het moment dat
er bezuinigingen zijn en er gekort wordt op investeringen dat dit niet meer
gebeurt. Daarom is het FES ontstaan.
- Het hele idee van het fonds was dat de opbrengsten uit het aardgas als een soort
verdeel fonds zouden werken. Het idee was dat als ministers met projecten
kwamen hier een gedeelte uit het FES van gehaald kon worden mits het
parlement akkoord ging.
- De ontvangsten die in het FES kwamen waren naast de aardgasbaten ook de
export hiervan. Een punt hiervan was dat er gespaard mocht worden in het fonds
en dan ook in 1 keer grote uitgaven gedaan konden worden, die dan gefinancierd
werden uit de FES, alleen leek het tijdens de begroting dat er een overheidstekort
was en dit moest de minister van financiën dan vaak uitleggen dat de FES
hiervoor was ingezet en moest hier dan ook inzicht in geven.
- Vanuit het parlement werd er niet al te positief gereageerd op de FES, sommige
partijen waren bang dat de FES zou gaan dienen als een algemeen ‘grabbelton’.
Uiteindelijk kwamen er door amendementen vanuit het parlement wel
toestemming voor het fonds, maar de FES werd wel ingebakend, zo mochten
alleen projecten die het nationaal belang dienden een subsidie uit de FES
, ontvangen, en de voeding van het fonds werd verduidelijkt. Uiteindelijk kwam er
een nieuw kabinet (paars 1) dat het amendement over de voeding teruggedraaid
heeft, en werd de FES in zijn originele vorm met hier en daar een paar
aanpassingen alsnog aangenomen
- Uiteindelijk werd in het begin van de FES door het kabinet geprobeerd om geld
eruit te halen terwijl er nog geen wetsvoorstel was aangenomen en men dus
onrechtvaardig bezig was, het parlement hield dit dan ook tegen. Uiteindelijk
deed de Algemene Rekenkamer uitsluitsel en werd het onrechtmatig bevonden,
uiteindelijk veranderde er niets aan de rekening… dit gebeurde een aantal keer
waar de Algemene Rekenkamer oordeelde dat er onrechtmatig gehandeld werd
maar het kabinet hier niet veel om gaf.
- Uiteindelijk werd het FES een soort potje om vanuit de FES investeringen te
financieren, het hele idee waarom de FES ooit in leven was geroepen werd totaal
niet voor dat doeleinde gebruikt.
- Het leek al met al dan ook op het eerste gezicht dat de FES een succes was
omdat er voor een immens bedrag uit gefinancierd is en daarbij niet verlies is
geleden alles cumulatief genomen. Maar er zijn behoorlijk wat kanttekening. Zo is
de criteria voor financiering vaag, door het gebruik van fondsen werd de integrale
afweging een stuk minder. De voeding van de fondsen ligt nog steeds niet vast, de
regelgeving omtrent de voeding is dan ook nog steeds vaag en verandert
geregeld. Ook is er zo nu en dan onrechtmatig gehandeld, tegen advies van de
Algemene Rekenkamer in! ‘’Tot slot wordt nog gewezen op de mogelijkheid dat
de fonds constructie de conjunctuurgolven kan versterken…. ‘’Nemen in een fase
van hoogconjunctuur de gasbaten meer dan evenredig toe, dan dient ook een
meer dan evenredig groter bedrag aan gasbaten in het FES te vloeien en
vervolgens te worden besteed. De Raad van Economisch Adviseurs (REA) sprak in
dit verband over “de vloek van de gasbel”
- Uiteindelijk zijn er drie vragen nodig die gesteld moeten worden om te kunnen
bepalen of de FES wel een goed plan is geweest.
o Zijn de uitgaven die zijn gedaan via de FES nuttige uitgaven geweest?
o Als de uitgaven daadwerkelijk nuttig zijn, is fondsvorming dan een geschikt
middel om voldoende bescherming te bieden.
o Als we op bovenste vragen ja kunnen antwoorden, in hoeverre is de
bescherming van de uitgaven dan op de meeste efficiënte, eenvoudige en
doelmatige bereikt? Oftewel, had het niet allemaal makkelijker gekund?
- Concluderend komt het erop neer dat de auteur (Arie Ros himself) zich afvraagt
of er alternatieven zijn die eenvoudiger zijn dan de FES. Vervolgens worden er
drie alternatieven opgesomd waarvan het zinvol zou zijn om te onderzoeken of
deze beter zouden werken dan de FES
o Infrastructuurfonds ipv FES