Een volledige samenvatting om je perfect voor te bereiden voor het tentamen. De stof van zowel het boek, hoorcolleges en werkcolleges zijn erin verwerkt!
Nationaal recht: soevereiniteit in het terrritorium van een land
Soevereiniteit: het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te
oefenen zonder dat verantwoording verschuldigd is aan een ander orgaan
Internationaal recht: het volkenrecht, dit is gebaseerd op verdragen tussen meerdere
landen
Supranationale organisaties: autoriteiten die boven de staten staan, hier is sprake
van gedeeltelijke overdracht van soevereiniteit (EU)
Intergouvernementele organisaties: een samenwerking tussen staten, zonder de
overdracht
Dwingend recht: alle regels waarvan betrokkenen niet af mogen wijken en daardoor
dwingend een bepaalde gedraging vermelden
Aanvullend/regelend recht: een bepaalde procedure of regeling staat in de wet, waarvan e
partijen mogen afwijken
Privaatrechtelijke regels: rechtsverhouding tussen twee burgers
- Personen en familierecht
- Vermogensrecht: betrekking op geld waardeerbare rechten en plichten
- Goederenrecht: rechtsverhouding tussen persoon en goed
- Verbintenissenrecht: rechtsverhouding tussen 2 of meer personen
- Erfrecht: combinatie van twee bovenstaande
Publiekrechtelijke regels: rechtsverhouding tussen de overheid en een burger, of twee
overheden
- Staatsrecht: regelt de hele organisatie van de gehele overheid
- Bestuursrecht: het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de
bestuurstaak van de overheid
- Strafrecht: geheel aan regels betreffende strafbaarstelling
Positieve recht: geheel aan regels
Gewoonterecht: men dient zich op een bepaalde manier gedragen
Materieel recht: alle rechten en plichten die voortvloeien uit de wet (alle regels
- wet in materiele zin: algemene regel die voor iedereen geldt
- kijkend naar de inhoud
Formeel recht: alle regels van het procesrecht (regels over de handhaving van regels)
- wet in formele zin: overheidsbesluit van de regering + S-G
- kijkend naar de vorm
- heten altijd ‘wet’
Organen van de Europese Unie
1. Europese raad: staats- en regeringsleiders van de lidstaten en de voorzitter van de
Europese Commissie
2. Raad van Ministers: ministers uit verschillende regeringen van de lidstaten
, 3. Europese Commissie: hoogst uitvoerende instantie, houdt toezicht op naleving van
het gemeenschapsrecht
4. Europees Parlement: worden rechtstreeks gekozen door de burgers van de lidstaten
en keurt voorstellen vanuit de regering goed of af
5. Hof van Justitie: hoogste rechtsprekende orgaan
Besluitvorming
Verordering: een algemeen verbindend voorschrift die rechtstreeks toepasselijk is op
particulieren
Richtlijn: regels voor de wetgever, om de wetgeving overal gelijk te maken
Beschikking: een beslissing die zich richt op een heel specifiek geval
Legaliteitsbeginsel: elke bevoegdheid waarbij de vrijheid van de burger wordt beperkt,
moet berusten op de wet
Wetgevende macht: formuleren van algemene regels (parlement)
Uitvoerende macht: toepassen van algemene regels (bestuursorgaan)
Rechtsprekende macht: rechtspreken (onafhankelijke rechters)
Wetgevend Uitvoerend Rechtsprekend
Centraal Staten Generaal = Regering = koning onafhankelijke
1e en 2e kamer en ministers rechters
3.3 de rechterlijke macht in Nederland
Rechtsgebieden
- burgerrechtelijke/civiele rechtspraak: twee of meer burgers hebben een conflict
met elkaar
- strafrechtelijke rechtspraak: gedragingen die vanuit het strafrecht zijn verboden,
worden uitgevoerd door een strafrechter
- bestuursrechtelijke rechtspraak: rechtsverhouding tussen een bedrijf en gemeente
Relatieve competentie: welke van de 11 rechtbanken neemt de zaak in behandeling
burgerlijke zaken→ de rechter binnen wiens rechtsgebied de gedaagde woont
strafzaken→ rechter binnen wiens rechtsgebied het strafbaar feit is begaan
Absolute competentie: naar welke rechterlijke instantie de zaak in eerste instantie
behandeld
kantonrechter→ één rechter, vorderingen 25000,- of lager
rechtbanken→ drie rechters, vordering 25000,- of hoger
gerechtshof→ hoger beroep na 2 bovenstaande, vordering hoger dan 1750,-
Hoge Raad→ bekijkt alleen of rechtsregels goed zijn toegepast (cassatie)
, verzuim van vormen: fouten bij het proces
schending van het recht: onjuiste toepassing van rechtsregels
Soorten procedures (78 RV)
- dagvaardingen (uitspraak is vonnis)
- verzoekschriftprocedure (uitspraak is een beschikking bij 1 persoon, besluit bij
meerdere)
Week 2
4.1 Bestuurshandelingen
Rechtshandelingen: handelingen met een beoogd rechtsgevolg, privaat en publiekelijk
(publiek besluit in de zin van Awb)
Feitelijk handelingen: handelingen waar geen specifiek rechtsgevolg mee wordt beoogd
maar dat wel hebben
- rechtmatige handelingen: een onverschuldigde betaling
- onrechtmatige handelingen: schade toebrengen aan derden
Algemene wet bestuurswet
- Bestuursorgaan (art. 1:1 lid 1 Awb)
- Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is
- Besluit: een schriftelijke beslissing die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt
en afkomstig is van een bestuursorgaan
- Beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is (dus specifiek)
- Aanvraag: een verzoek afkomstig van een belanghebbende aan een bestuursorgaan
om een besluit te nemen (8 weken responstijd)
Handhaving overheid
- Sancties (art.6 EVRM)
- Een last onder bestuursdwang: afbreken van een normovertreding
- herstelsanctie (art 5:21 Awb)
- formaliteiten (art 5:24 Awb)
- kosten bestuursdwang (art 5:25 Awb)
- Last onder dwangsom (art 5:32 Awb)
- Intrekkingsbeschikking
Verzetten van de burger
1. Aantekenen van bezwaar: verzoek tot herziening van een besluit, door hetzelfde
bestuursorgaan
2. Instellen van administratief beroep: verzoek tot herziening van een besluit, gericht op
een ander bestuursorgaan
3. Beroep op de administratieve rechter
Belanghebbende
•Het moet gaan om een eigen belang (dus niet dat van je vader)
•Het belang moet objectief bepaalbaar zijn (dus geen emotionele belangen……)
•Het moet gaan om een persoonlijk belang (het moet iemand “persoonlijk” treffen, in dit
geval zijn het de omwonende die mogelijk last krijgen van die geluidsoverlast)
•Het moet gaan om een rechtstreeks belang. (geen afgeleide belangen dus)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BedrijfskundeRUG. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.