Strafrechtelijke Aansprakelijkheid , uitwerkingen alle werkcolleges 2017/2018, Tilburg university,
Roberto Haak
------------Week 1 Legaliteitsbeginsel & toepassing overgangsrecht en rechtsmacht
Jurisprudentie:
1. Het legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief, EHRM 22 nov. 1995, NJ 1997, 1
2. Incest, HR 11 oktober 1988, NJ 1989, 455
3. Linquenda, HR 17 maart 1987, NJ 1987, 887
4. Lex Mitior, HR 12 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6878 en ECLI:NL:PHR:2011:BP6878
Leerdoelen:
- de volgende materieelrechtelijke onderwerpen grondig beschrijven en uitleggen:
(1) het legaliteitsbeginsel,
(2) het verbod van terugwerkende kracht en de uitzonderlingen daarop van art. 1 lid 2 Sr en
(3) de nationale jurisdictie;
- relevante rechtsbronnen toepassen op die onderwerpen;
- theoretische vraagstukken oplossen die betrekking hebben op de hiervoor vermelde
onderwerpen;
- de verworven kennis toepassen op materieelrechtelijke casusposities;
- materieelrechtelijke juridische problemen die betrekking hebben op de hiervoor vermelde
materieelrechtelijke onderwerpen analyseren;
- de betreffende beschrijvingen, toepassingen en analyses in de vorm van een helder en
gestructureerd betoog weergeven.
Presentatie (sheets die niet op blackboard komen):
art. 161quater Sr: DO bestanddelen: * Hij * Opzettelijk *
Mensen/dieren/planten/goederen/bodem/water/lucht
-sub 1: indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te
duchten is OF sub 2: levensgevaar en iemand die erdoor sterf
Verandering in DO: Als besmetting gebeurt op ruimtewezens wordt het uitgebreid wordt de definitie
enger, kleinere groep
Verandering sanctionering: van 15 jaar naar 20 jaar
Is er wetgeving? Materiële uitleg
Eerst vaststellen of sprake is van verandering van wetgeving:
- Wijziging huishoudelijke reglement tennisclub: nee
- Het moet voor alle burgers gelden. Naar alle rechtsgebieden kijken
Niet alleen wetgeving die strafbepalingen & strafbedreigingen betref, dus de strafwet (formele leer)
- Maar ook wetgeving uit andere rechtsgebieden, zoals bijvoorbeeld wijzigingen in het civiele recht
die voor de aansprakelijkheid in het strafrecht van belang kunnen zijn is wetgeving (materiële leer)
Is er verandering? (beperkte uitleg)
- Vereist is een gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van de
onderwerpelijke gedraging
,Indien antwoord ja is, dan vaststellen of toepassing van de nieuwe wet gunstiger is voor de
verdachte
- Niet strafbaarheid is gunstiger dan strafbaarheid
- Ruimere delictsomschrijving is ongunstiger dan een engere (want er zijn meer bestanddelen waar
aan voldaan moet worden)
Indien antwoord wederom ja is, dan wordt de nieuwe wet toegepast, dus terugwerkende kracht
Situatie 2: verandering in sanctionering
Is toepassing nieuwe wet gunstiger voor de verdachte?
[HR Lex Mitior]: Niet meer toetsten aan de maatstaf van gewijzigd inzicht omtrent de
strafwaardigheid van het gedrag maar meteen kijken of toepassing van de nieuwe wet gunstiger is
voor de verdachte.
Art. 348-350SV (beslissingsschema)
1. Kan het ten laste gelegde bewezen worden? (bewijs tenlastegelegde delictsbestanddelen en feiten)
2. Is het bewezenverklaarde strafbaar? (kwalificatie, hier speelt 1 lid 2 mee als de wet aangepast is)
3. Is het gekwalificeerde en bewezenverklaarde aan de schuld van de verdachte te wijten?
(strafuitsluitingsgronden
4. Welke sanctie moet worden opgelegd?
I.c. TLL opzettelijk een dier aan ioniserende stralen blootstellen met gevaar voor de gezondheid.
Ook is er nu een buitenaards wezen aan blootgesteld. Op zitting zegt dat raadsman dat de wet
veranderd is (enger, ruimer geworden). Materiele vraag 1: In TLL staat alleen dier en geen
buitenaards wezen. Wat zal advocaat doen van de verdachte? OVAR
HR in 1922: als je aan bestanddelen voldoet van verouderde wet voldoet, de nieuwe bestanddelen
inlezen in het dossier>
Mat. Vraag 2: Is het bewezenverklaarde strafbaar? VD is in nieuwe en oude wet strafbaar maar je
gebruikt de oude wet (ten tijde van het strafbaar feit)
Kwalificatieperikelen: - Indien het gepleegde feit niet tot strafbaarheid onder de nieuwe wet leidt:
dan ovar wegens niet kwalificeerbaarheid (gunstiger voor verdachte
- Indien ook de nieuwe wet is overtreden, dan moet worden gekwalificeerd naar de oude wet
(nieuwe wet niet gunstiger is voor de verdachte)
- Resultaat is dus ofwel kwalificeren wegens overtreding van de oude wet, ofwel o.v.a.r.
(overgangsrecht speelt niet mee)
- Kwalificatie onder de nieuwe wet is dan dus per definitie uitgesloten
- Indien er gekwalificeerd is naar de oude wetgeving, zal nogmaals een keuze moeten worden
gemaakt tussen de oude en nieuwe wetgeving. Ook t.a.v. de sanctie moet immers de voor de
verdachte gunstige wet worden
- V.w.b. de sanctionering geldt, indien de nieuwe gunstiger is, dan wordt die toegepast (dus twk),
indien de oude gunstiger is, dan wordt die toegepast (dan geen terugwerkende kracht).
Vb. 287 Sr Doodslag: Hij die opzettelijk een ander van het leven beroof, wordt, als schuldig aan
,doodslag, gestraf met gevangenisstraf van ten hoogste vijfien jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Iemand heef met vuisten iemand geslagen totdat slachtoffer dood is. Drakenscenario bij verandering
van wetgeving: OVAR.
Gedachte achter gunstige bepaling: Iemand zo mild mogelijk bestraffen (beschaving).
Rechtsmacht: jurisdictie
‘’Een staat drukt met het vestigen van rechtsmacht zijn band met een gepleegd SF uit of met de
daarbij betrokken personen’’
(MvT bij wetsvoorstel 33572, vergaderjaar 2012-2013, dat leidde tot de aanpassing van de
rechtsmachtregeling in juli 2014)
Territoriale rechtsmacht
2 Sr: territorialiteitsbeginsel
3 Sr: Vlagbeginsel
-De plaats van het begane delict Nederland is: Op Nederlands grondgebied twee Nederlandse boeren
die elkaar de hersenen inslaan.
-Duitser die paard aan een touw de Nederlandse grens overtrekt naar Duitsland want het instrument
had zijn werking in Nederland (vergroot de rechtsmacht enorm).
-Singapore Polen: boefjes beramen plannen die uitwerking in Nederland hebben
-Op verschillende plekken uitvoeringshandelingen zoals België en Duitsland maar ook in Nederland,
-dan heef NL rechtsmacht (maar ook Duitsland en België).
Extraterritoriale rechtsmacht
Nationaliteit/status VD (o.a. 7 en 8 Sr): Tilburger die in Zuid-Afrika iemand in elkaar rost
Nationaliteit/status SO (o.a. 5 Sr)
Aard delict (o.a. 4, 6 Sr): - Beschermingsbeginsel, 4 Sr
- Passief nationaliteits beginsel, 5 Sr
- Actief nationaliteitsbeginsel, 7 Sr ( 5 lid 1 sub 2 Sr)
- Universaliteitsbeginsel zoals terrorisme/genocide (niemand wil het)
Casus 1 “Monstertruck” (ontleent aan casus in Haaksbergen)
De adrenaline stroomt al bij voorbaat door het lijf van stuntman Carlo, als hij verliefd naar zijn
gigantische monstertruck kijkt. Morgen zal hij de auto voor de eerste keer in Nederland besturen
tijdens het evenement “Autostunt” in het dorp Budel. Hij overdenkt nogmaals het scenario dat hij
op een afgesloten terrein reeds meerdere malen heeft uitgevoerd: hij zal met zijn monstertruck
over vijf naast elkaar geparkeerde autowrakken rijden om daarna met veel lawaai tot stilstand te
komen na een haakse bocht, vlak voor de dranghekken waarachter het publiek zal toekijken. Carlo
weet dat de besturing van de apart aangedreven achterwielen af en toe hapert, maar hij vertrouwt
erop dat hij met zijn uitstekende stuurmanskunsten goed in staat is om dat mankement de kop te
bieden. Het niet altijd optimaal functioneren van de remmen denkt hij ook uitstekend te kunnen
ondervangen: hij is immers een ervaren stuntman en heeft de auto tijdens de voorbereidingen van
, zijn stunt steeds op tijd tot stilstand weten te brengen binnen de extreem korte reactietijd van 1.88
seconden. Stichting Evenementen Budel (een stichting die zich toelegt op het organiseren van
recreatieve en sportieve evenementen), de organisator van “Autostunt” had overigens weinig
moeite om de benodigde vergunning te verkrijgen van de gemeente Cranendonck. De vergunning
was volgens de behandelend ambtenaar een ‘stempelstuk’. De voorzitter van de Stichting, Patrick,
maakte de envelop waarin de vergunning zat bovendien niet eens open toen deze binnen kwam.
Patrick verheugde zich toen alleen maar op het spectaculaire evenement dat Budel weer eens
groots op de kaart zou zetten. Enthousiast start Patrick met een aantal vrijwilligers met de
voorbereidingen van het evenement, zonder overigens met Carlo te praten. Hij neemt zonder uitleg
aan dat Carlo weet wat hij doet en van auto’s heeft hij, Patrick, toch geen verstand. Een
parkeerterrein in het centrum van Budel wordt met dranghekken afgezet en de vijf autowrakken
worden gestald. Op de bewuste dag is het evenemententerrein in Budel overladen met mensen
die vol spanning klaar staan om de stunt van Carlo met de monstertruck te bewonderen. Nadat
Carlo, harder dan door hemzelf gepland, over de geparkeerde auto’s heeft gereden, benut hij de
tijd om de haakse bocht te maken en de auto veilig tot stilstand te brengen echter niet optimaal: hij
brengt zijn auto tot stilstand in toekijkend publiek. De vijfjarige Michel en zijn vader Jeroen
overlijden ter plekke en dertig mensen raken gewond. Op de videobeelden van het ongeluk is te
zien dat de achterwielen tijdens het rijden in de haakse bocht niet meedraaiden. Of dat komt
omdat de besturing van de achterwielen niet functioneerde of omdat Carlo die besturing niet
gebruikte, is niet duidelijk. De officier van justitie vervolgt Carlo wegens dood van Michel door
schuld (artikel 307 Sr) en dood van Jeroen door schuld (artikel 307 Sr).
Vraag 1 Stel dat de wetgever een maand na het ongeval art. 307 Sr wijzigt. Dood door schuld kan
vanaf dat moment worden bestraft met maximaal één jaar gevangenisstraf. Tijdens de
terechtzitting die een jaar na het ongeval plaatsvindt, voert de raadsman van Carlo de volgende
stelling aan: ‘De nieuwe strafbepaling is van toepassing, omdat uit die wet blijkt van een gewijzigd
inzicht omtrent de strafwaardigheid van de gedraging bij de wetgever.’
- Geef gemotiveerd uw mening ten aanzien van de stelling van de raadsman van Carlo en laat in uw
antwoord blijken wat lex mitior inhoudt.
Stelling raadsman klopt maar niet de redenatie (irrelevant).
Bij een enkele wijziging in de sanctionering pas je de maatstaf van straf niet meer toe. O.g.v. het HR
Lex Mitior geldt de gunstige straf voor verdachte dus één jaar.
Vraag 2: Op dood door schuld komt i.c. 1 jaar te staan (1 jaar minder).
- Bij vraag 2: toepassing van oud artikel
- Bij vraag 4: toepassing van nieuw artikel
Vraag 2 Bij welk(e) vraagpunt(en) van art. 350 Sv speelt in casu het probleem van de toepasselijke
strafbepaling?
Ondanks lex mitior moet je bij vraag 2 afragen of je met het oude of nieuwe artikel te maken hebt. Je
kwalificeert naar het oude artikel maar bij de 4 e materiele vraag pas je de sanctionering van het
nieuwe artikel toe (gunstigste voor verdachte). Je mag nieuw artikel nooit kwalificeren bij de2e
materiele vraag want anders wordt het een over (ontslag van alle rechtsvervolging=geen straf).