Samenvatting boek Consumer Culture - Lury
Hoofdstuk 1: Material Culture and Consumer Culture
Consumentencultuur is een materiële cultuur: een cultuur van het gebruik of de toe-eigening van
objecten of dingen.
- Materieel → verwijst naar de betekenis van dingen, van dingen in de dagelijkse praktijk. Ook
naar de organisatie van objecten in omgevingen, objectwerelden en ruimtes van
consumentenervaringen.
- Cultuur → geeft aan dat deze aandacht voor de materialen van het dagelijks leven
gecombineerd wordt met een zorg voor het culturele, met normen, waarden en praktijken.
- Materiële cultuur = omvat objecten en omgevingen waarvan de kenmerken het resultaat zijn
van materiële of fysieke arbeid en intellectuele of immateriële arbeid.
Relaties tussen economische rijkdom en deelname aan de materiële cultuur zijn zeer complex en
historisch variabel:
- Er zijn geen universele, directe relaties tussen de economische positie van een individu, het
eigendom van goederen, de perceptie van wat goederen als noodzakelijkheid en luxe
beschouwen, het begrip van behoeften of wensen, smaak en gevoel voor stijl. (Bijv. uit
onderzoek blijkt dat de relatieve armoede van Afro-Amerikanen en hun gebrek aan gelijkheid hebben
geresulteerd in een lager autobezit dan onder blanke Amerikanen. Echter, de Afro-Amerikanen die wel
een auto hebben, hebben vaker een luxer en duurder model dan blanke Amerikanen)
- Dus: Hoewel armoede de mogelijk beperkt om deel te nemen aan de consumptie van goederen, hoeft
het de deelname aan de consumptiecultuur niet noodzakelijkerwijs te verhinderen – sterker nog, het
kan er juist toe aanzetten.
Hoe dingen (geschenken, goederen of gewoon ‘dingen’) een rol spelen bij het ontstaan van cultuur:
- Standpunt van Douglas & Isherwood: de essentiële functie van consumptie is het vermogen
om betekenis te geven.
- Antropologisch perspectief: Het nut van goederen wordt altijd ingekaderd door een culturele
context, zelfs het gebruik van de meest alledaagse en gewone voorwerpen in het dagelijks
leven heeft een culturele betekenis. (als we naar spullen kijken, moeten we altijd begrijpen dat hun
waarde en betekenis afhangen van de cultuur waarin ze worden gebruikt. Het betekent dat wat we als
nuttig of waardevol beschouwen, en hoe we bepaalde dingen in ons leven gebruiken, wordt beïnvloed
door de gewoontes, tradities en overtuigingen van de cultuur waarin we leven.)
o Materiële goederen worden niet alleen gebruikt om dingen te doen, maar ze hebben
ook een betekenis en fungeren als betekenisvolle markeringen van sociale relaties.
o Het is door het verwerven, gebruiken en uitwisselen van dingen dat individuen een
sociaal leven leiden.
- Betekenis van goederen in rituelen: rituelen, in antropologische zin, geven vorm en inhoud
aan sociale relaties.
Materiële goederen bij rituele processen. Indeling van McCracken:
1. Bezitsrituelen = rituelen die betrekking hebben op het verzamelen, schoonmaken,
vergelijken, pronken en zelfs fotograferen van bezittingen. (bijv. decoratie van een slaapkamer
met posters, Pokémon collectie).
2. Cadeau rituelen = het gaat om de keuze en presentatie van consumptiegoederen door de ene
persoon en de ontvangst ervan door een andere persoon. (bijv. verjaardag, Sinterklaas, Kerstmis)
1
, 3. Overname rituelen = worden gebruikt om een goed van betekenis te ontdoen wanneer het
van de ene persoon naar de andere wordt overgedragen. Een individu kan een goed kopen
dat eerder eigendom is geweest (bijv. huis of auto) of een individu staat op het punt afstand te
doen van een goed, door het weg te geven of te verkopen. (bijv. Marktplaats)
Goederen fungeren als bronnen van sociale identiteit en dragen of communiceren sociale
betekenis: ze zijn in staat culturele veronderstellingen en overtuigingen te creëren of uit te voeren.
Het antropologische concept van totemisme = de symbolische associatie van planten, dieren of
voorwerpen met individuen of groepen mensen. Een belangrijk kenmerk van veel samenlevingen.
- Moderne samenlevingen: gefabriceerde voorwerpen zoals een motorfiets, een drankje of
een kledingstuk fungeren als totems in de moderne wereld, en consumentengroepen zijn als
stammen in traditionele samenlevingen. → zijn markers van sociale identiteit.
- Bijv. de motorfiets fungeert als een soort totem voor de groep jonge mannen die tot de club behoren.
Hun kleding, uiterlijk en waarden houden allemaal verband met hun gebruik en begrip van de
motorfiets, en op die manier onderscheidt de motorfiets hen van andere groepen. De motor wordt niet
gewaardeerd vanwege zijn nut als vervoermiddel, maar als een totem van een bepaald soort
mannelijkheid van de arbeidersklasse; het is onderdeel van een symbolische code.
Consumentenlogica van Leiss: moderne samenlevingen worden gekenmerkt door de groei van een
hoge intensiteit (dingen veranderen heel snel en veel mensen willen dingen hebben), waarin individuen
worden opgeleid om als consument op te treden.
- Het aantal en de complexiteit van de beschikbare goederen op de markt neemt enorm toe en
individuen interpreteren gevoelens van welzijn steeds vaker uitsluitend in termen van hun
relatieve succes in het verkrijgen van toegang tot hoge consumptieniveaus. (betekent dat
mensen vaak denken dat ze gelukkig zijn als ze veel spullen hebben en dat ze met anderen concurreren
om meer te kopen en te gebruiken)
- Negatieve effecten:
o Fragmentatie en destabilisatie van de categorieën van behoeften (we weten niet goed
meer wat we nodig hebben)
o Moeilijkheid om de kwaliteiten van behoeften te matchen met de kenmerken van
goederen (het is lastig om de juiste spullen te kiezen die echt aan onze behoeften voldoen)
o Ene groeiende onverschilligheid voor de kwaliteiten van behoeften of wensen (we
besteden steeds minder aandacht aan wat we echt nodig hebben of willen. We worden
onverschillig)
o Een toenemend milieurisico voor individuen en voor de samenleving als geheel (al
deze problemen zijn slecht voor het milieu en leveren gevaar op voor mensen en de
maatschappij als geheel).
Gevolg van consumentenlogica: mensen gaan zichzelf en anderen definiëren in termen van wat ze
bezitten.
- Visie van Dittmar: in westerse materialistische samenlevingen wordt de identiteit van een
individu beïnvloed door de symbolische betekenissen van zijn of haar eigen materiële
bezittingen, en de manier waarop hij/zij zich verhoudt tot die bezittingen. (de manier waarop
mensen zichzelf zien (hun identiteit) wordt beïnvloedt door wat spullen voor hen betekenen en hoe ze
zich voelen over die spullen)
o Materiële bezittingen dienen ook als uiting van groepslidmaatschap en als middel om
anderen in sociaal-materiële omgeving te lokaliseren. (Bijv. als je dure merkkleding
draagt, kunnen mensen denken dat je bij een bepaalde groep hoort, terwijl goedkope kleding
2
, misschien een andere indruk geeft. Dus, je spullen kunnen laten zien welke groepen je
identificeert en waar je jezelf ziet in de sociale wereld)
o Materiële bezittingen voorzien mensen van informatie over de identiteit van
anderen.
Gevolg van consumer culture: keuzevrijheid
- In onze samenleving vinden veel mensen "keuze" erg belangrijk
- Ze zien het als iets positiefs → Het kunnen kiezen wordt zelfs belangrijker gevonden dan de
specifieke dingen waaruit je kunt kiezen.
- Terwijl de consumentencultuur keuzevrijheid heeft verheven tot iets belangrijks, roept dit ook
belangrijke ethische en politieke vragen op over hoe individuen en de samenleving als geheel
met deze keuzes omgaan.
o Het gaat niet alleen om wat we kiezen, maar ook om de gevolgen van die keuzes voor
anderen en de wereld om ons heen.
Kenmerk van consumentencultuur: de bijdrage ervan aan een reflexieve relatie tot identiteit
- In de consumentencultuur draait veel om keuzes maken, zoals wat je draagt, wat je leuk
vindt, hoe je eruitziet, en nog veel meer. → dit wordt gezien als een manier waarop mensen
hun identiteit vormgeven.
- Reflexieve relatie tot identiteit = de consumentencultuur geeft je veel informatie over
verschillende levensstijlen, smaken, mode enz. Deze informatie helpt je om keuzes te maken
die bij jou passen en die je identiteit versterken.
o Dynamisch proces waarin je actief betrokken bent en reageert op wat je ziet en leert.
o Kan soms ingewikkeld zijn, omdat het betekent dat je onbedoelde effecten
tegenkomt en de grenzen van je keuzevrijheid onderzoekt.
- Reflexiviteit = een dynamisch proces waarbij het individu continue in interactie is met zijn of
haar omgeving (peers, media, familie).
- Verschillende organisaties, zoals media, onderwijs en politieke groepen zijn betrokken bij het
vormgeven van hoe we naar onszelf kijken in de consumentencultuur. Ze kunne
conflicterende ideeën hebben over wat belangrijk is.
Wat is identiteit: wie ben ik te midden van anderen?
- Identiteit is de uitkomst van het proces (aaneenschakeling van interacties) waar in je
uitvindt/claimt wie je bent ten midden van anderen en ten opzichte van anderen.
Wat is reflexiviteit?
- Typisch menselijk vermogen, terugbuigen, jezelf als object kunnen zien alsof je een ander
bent.
Conclusies hoofdstuk 1:
- Consumentencultuur kan worden gezien als een vorm van immateriële cultuur: de spullen
die we hebben en gebruiken spelen een belangrijke rol in onze culturele expressie en
identiteitsvorming.
- Materiële bezittingen zijn niet alleen fysieke objecten, maar ook dragers van betekenis. Ze
dragen symbolische waarde en helpen individuen en gemeenschappen om betekenis te
geven aan hun leven. → onze identiteit is voor een heel groot gedeelte verweven met
spullen.
3