Hoorcollege Filosofie 1.1
Hoorcollege 1: Filosofie van het pedagogisch werkveld.................................................................................3
Feitelijke vragen..................................................................................................................................................3
Technische-instrumentele...................................................................................................................................3
Filosofische vragen..............................................................................................................................................3
Normatieve professionaliteit...............................................................................................................................3
Hoorcollege 2: Schipperende ouders, ‘streng zijn of luisteren- - Kant en Locke...............................................4
Hoorcollege 3: Perspectieven op ‘een goed leven’ – Aristoteles en Seneca.....................................................5
Aristoteles............................................................................................................................................................5
Seneca.................................................................................................................................................................5
Hoorcollege 4: Hoe vrij is een opvoeder? – Arendt en Foucalt........................................................................6
Hannah Arendt....................................................................................................................................................6
3 soorten menselijke activiteit........................................................................................................................6
Michel Foucault...................................................................................................................................................6
Hoorcollege 6: Perspectieven op rechtvaardigheid en ethiek – plichtethiek en utilisme...............................10
Utilisme: (gevolgethiek) zoveel mogelijk gunstige effecten voor zoveel mogelijk mensen (Bentham& Mill). .10
Plichtsethiek: handel zo dat je zou kunnen willen dat het een algemene wet wordt (Kant)............................10
Hoorcollege 7: Wat is een goede houding? Deugdethiek en Zorgethiek........................................................11
Deugdethiek......................................................................................................................................................11
Zorgethiek.........................................................................................................................................................11
Vier perspectieven op ‘goed’ handelen.............................................................................................................12
Samenvatting.............................................................................................................................................. 13
Hannah Arendt..................................................................................................................................................14
3 soorten menselijke activiteit......................................................................................................................14
Michel Foucault.................................................................................................................................................14
Hobbes...............................................................................................................................................................14
Locke..................................................................................................................................................................15
Utilisme: (gevolgethiek) zoveel mogelijk gunstige effecten voor zoveel mogelijk mensen (Bentham& Mill). .15
Plichtsethiek: handel zo dat je zou kunnen willen dat het een algemene wet wordt (Kant)............................15
Deugdethiek......................................................................................................................................................16
Deugdethiek Hoe bepaal je een goede houding?..............................................................................................16
1
,Zorgethiek.........................................................................................................................................................16
Vier perspectieven op ‘goed’ handelen.............................................................................................................17
2
,Hoorcollege 1: Filosofie van het pedagogisch werkveld
Conceptuele vragen: vragen om verheldering van een begrip
“Als een kind al een ‘persoon’ is, wat bedoel je dan met een “persoon”?
Fundamentele vragen: vragen naar fundamenten van onze kennis, onze wereld, onze
aannames
“Begrijpen wij elkaar wel als we onze pedagogische visie uitwisselen?”
Ethische vragen: vragen naar goed en kwaad, waarden en normen, wat mag en wat moet
Fundamentele opvatting: overwin de verwondering
Sceptische opvatting: elk antwoord vraagt om een nieuwe vraag
Normatieve vragen: wat is de norm
Feitelijke vragen
Aanname: antwoord is waar/onwaar
Vraagt naar feiten.
Kan je waarnemen met je zintuigen.
Technische-instrumentele
Aanname: antwoord is wetenschappelijk te onderzoeken
Onderzoeken oorzaak-gevolg relatie.
Zo moeten we het aanpakken. Zo is het gekomen.
Filosofische vragen
Kan niet waar/onwaar zijn. Is het een mening of toch meer?
Conceptueel
Onderzoeken bergrippen. Antwoord vind je niet door naar de wekelijkheid te kijken
alleen.
Ethiek
Onderzoeken de moraal. Kan niet waar/onwaar zijn. Gaat over opvattingen; Ultimate
values, goed/kwaad, mogen/moeten, rechten en plichten.
Normatieve professionaliteit
Bij professioneel handelen spelen altijd ook normen en waarden een rol.
3
, Hoorcollege 2: Schipperende ouders, ‘streng zijn of
luisteren- - Kant en Locke
Kant - het is belangrijk dat je kinderen disiplineerd.
Locke - kinderen kan je heel erg vormen, vormen met gewoonte niet met regels.
een kind komt op de aarde als ongeschreven blad (tabula rasa )
Berlin – tussenweg
twijfelen mag
Negatieve vrijheid is belemmering van je vrijheid - begrenzing van jouw mogelijkheden, hoe
groter negatieve vrijheid hoe minder belemmeringen.
de maten waarin je vrij bent binnen grenzen
Positieve vrijheid - ontwikkeling stimuleren
vrijheid om zoveel mogelijk mogelijkheden te gebruiken.
Prescriptief - voorschrijvend
‘Zo MOET je het doen’
‘Hoe je de mens kan voorschrijven’
Descriptief - beschrijvend
‘hoe je de mens kan beschrijven’
Autonomie - zelf de wet opleggen
Als je automoon bent ben je in staat om zelf de wet op te leggen.
Disciplinering: de opvoeder heeft tot taak het kind op een passende wijze met zijn grenzen
te confronteren, zonder dat het daarbij schade oploopt. (je mag niet de hele dag snoep
eten, je kunt dingen anderes oplossen dan met slaan).
Cultivering: door het kind in aanraking te brengen en fysiek te laten oefenen met culturele
zaken, zoals muziek, sport, onderwijs leert een kind wat echt belangrijk is.
Civilisering: betekent de opvoeding tot burger. Het gsst om het gebruik van de
gecultiveerde competenties in een sociale praktijk. Bijvoorbeeld je politieke stem
uitbrengen of met mes en vork eten.
Moraliseren: de morele opvoeding moet de kinderen er toe brengen
verantwoordelijkheden voor hun eigen handelen te kunnen nemen - zichzelf regels
opleggen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper christy2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.