Samenvatting van de reguliere colleges Verdieping Internationaal belastingrecht. Dit bestand bevat de colleges 1 tot en met 7. College 8 is niet samengevat, aangezien tijdens het college werd gezegd dat op het tentamen de nadruk niet op college 8 zal liggen en het niet de bedoeling is dat je op het...
College 1
Opfrissing
Er zijn drie heffingsbeginselen, namelijk woonland, bronland en nationaliteitsbeginsel.
Het woonlandbeginsel kan je terugvinden in art. 2.1 lid 1 sub a Wet IB
(woonplaatsfictie) en art. 2 lid 1 Wet VPB. Het bronlandbeginsel vind je in hoofdstuk
7 Wet IB, art. 3 Wet VPB en art. 1 Wet DB. Het nationaliteitsbeginsel vind je in art.
2.2 lid 2 Wet IB (nationaliteitsfictie) en art. 2 lid 4 Wet VPB (vestigingsplaatsfictie).
In de vennootschapsbelasting is het dus zo dat als je bent opgericht naar
Nederlands recht, je in beginsel binnenlands belastingplichtig bent, ook al is de
feitelijke leiding ergens anders (vestigingsplaatsfictie). In het geval dat de feitelijke
leiding wordt verplaatst, moet je aan de hand van het verdrag tussen Nederland en het
andere land bepalen waar de vennootschap inwoner van is. Als volgens het verdrag
de vennootschap inwoner is van het andere land, is de vennootschap in Nederland
beperkt binnenlands belastingplichtig.
De loonbelasting heeft te maken met het bronlandbeginsel. De bron is namelijk de
dienstbetrekking. Het maakt in beginsel niet uit waar de werknemer is gevestigd. Er
zijn wel uitzonderingen in art. 2 lid 3, 4 en 5 Wet LB.
Je kan ook onderscheid maken tussen beperkte belastingplicht en onbeperkte
belastingplicht. Bij een beperkte belastingplicht ben je buitenlands
belastingplichtig en bij een onbeperkte belastingplicht ben je binnenlands
belastingplichtig. Uit de wet blijkt dat je onbeperkt belastingplichtig bent omdat er
nergens staat waar het inkomen genoten moet zijn. Ongeacht waar de bron van het
inkomen is gelegen, het inkomen wordt in de heffing getrokken bij de genieter. In art.
3.81 Wet IB staat bijvoorbeeld nergens waar het loon vandaan moet komen.
Het woonlandbeginsel leidt tot onbeperkte belastingplicht en het bronlandbeginsel leidt
tot beperkte belastingplicht, namelijk alleen Nederlands inkomen wordt in de heffing
betrokken.
Het woonlandbeginsel en nationaliteitsbeginsel zijn persoonlijke heffingsbeginselen
en het bronlandbeginsel is een zakelijk heffingsbeginsel.
Nederland omvat alleen het Europese gedeelte (art. 2 lid 3 sub d AWR). Dit begrip is
van belang voor nationale heffingswetten. Het bepaalt namelijk de territoriale
werkingssfeer van de heffingen. Het is ook van belang voor de belastingverdragen.
Die bepalen de territoriale werkingssfeer van het verdrag en de heffingsverdeling.
In art. 4 AWR wordt het begrip inwoner uitgelegd. Waar iemand woont en waar een
lichaam is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Het is aan de rechter
om te beoordelen waar iemand woont. Het is van belang voor nationale heffingswetten,
want dat bepaalt of er sprake is van belastingplicht. Het is ook van belang voor
belastingverdragen, want het is van invloed op de vraag aan welke staat het
heffingsrecht toekomt. In art. 4 van de belastingverdragen staat wanneer je inwoner
bent.
Er is verschil tussen het zijn van een binnenlandse of buitenlandse belastingplichtige.
Als je buitenlands belastingplichtige bent, kan je bijvoorbeeld geen hypotheekrente
aftrekken. Ook kan je geen aanspraak maken op heffingskortingen,
persoonsgebonden aftrek of aftrek van premies van lijfrenten. Art. 2.6 Wet IB biedt
inkomende expats wel de mogelijkheid om te kiezen voor buitenlandse belastingplicht.
Degenen die naar Nederland komen om te werken, kunnen daarvoor kiezen, ondanks
het feit dat ze hier wonen. Hun buitenlandse vermogen wordt dan niet in de heffing
betrokken.
1
, Buitenlandse belastingplicht IB
Art. 2.1 Wet IB bepaalt dat er onderscheid wordt gemaakt tussen binnenlandse en
buitenlandse belastingplicht. Hoofdstuk 7 gaat over het buitenlandse belastingplicht.
Art. 7.1 laat zien wat onder Nederlands inkomen wordt verstaan. Voor de berekening
omvang van het belastingobject wordt verwezen naar hoofdstukken inzake
binnenlandse belastingplicht. Veelal wordt ook voor omschrijvingen naar de
hoofdstukken voor binnenlandse belastingplicht verwezen. In hoeverre NL ook
daadwerkelijk zijn heffingsrecht kan uitoefenen, is mede afhankelijk van de
Nederlandse belastingverdragen en EU-recht. EU-recht kan je onderscheiden in
primair EU-recht en secundair EU-recht. Primair EU-recht zijn de verdragen en
secundair EU-recht zijn verordeningen en richtlijnen.
Belastbare winst uit Nederlandse onderneming
Het Nederlands inkomen bestaat allereerst uit de belastbare winst uit een Nederlandse
onderneming (art. 7.2 lid 2 sub a). Er is sprake van een Nederlandse onderneming als
er een onderneming wordt gedreven vanuit een in vaste inrichting of een vaste
vertegenwoordiger in Nederland. Er is sprake van een vaste inrichting als je
duurzaam (minstens 6 maanden) beschikt over fysieke ruimte en ingericht is om een
onderneming daarin te drijven. In de Wet IB staat geen definitie van vaste inrichting en
vaste vertegenwoordiger. Daarvoor moet je dus kijken naar de jurisprudentie. Er is
sprake van een onderneming als er sprake is van een duurzame organisatie van
arbeid en kapitaal.
In art. 7.2 lid 3 Wet IB staan ook fictieve vaste inrichtingen voor musici, artiesten en
sporters van korte duur. Het moet dan gaan om een inwoner van een niet-verdragsland.
Als het namelijk gaat om een inwoner van een verdragsland, dan treedt Nederland
terug op basis van het verdrag met dat land. Ook is er een fictieve vaste inrichting voor
werkzaamheden buitengaats (art. 7.4).
In art. 7.2 lid 6 staat ook dat in Nederland gelegen onroerende zaken en exploratie- en
exploitatierechten die behoren tot het vermogen van een onderneming Nederlands
ondernemingsvermogen is.
In art. 7.3 staat een internationale vervoersvrijstelling. Als iemand een luchtvaart- of
scheepvaartonderneming heeft, wordt hij alleen in de Nederlandse heffing betrokken
als de leiding van de onderneming in Nederland gevestigd is.
Belastbaar loon uit Nederlandse dienstbetrekking
In art. 7.2 lid 2 sub Wet IB staat dat belastbaar loon ter zake van het in Nederland
verrichten of hebben verricht van arbeid ook tot Nederlands inkomen behoort. In art.
7.2 lid 7 staat wel een fictie. Daarin staat in afwijking van lid 2 sub b dat alle loon in
Nederland te zijn vervuld. Dat staat in de eerste volzin van lid 7. Er zijn wel drie
uitzonderingen in lid 7. De eerste uitzondering is als er sprake is van feitelijke
onderworpenheid van een deel van het loon. Dus als een deel van het loon al in een
ander land belast wordt, dan heft Nederland daar niet nog eens over. Over de rest
wordt wel in Nederland geheven. De tweede uitzondering is als de dienstbetrekking
nagenoeg geheel (90% of meer) buiten Nederland wordt vervuld en het loon
onderworpen is aan belastingheffing in een ander land en het heffingsrecht niet aan
Nederland is toegewezen. In dat geval is het gehele loon niet in Nederland belast. De
derde uitzondering is als de arbeid in zijn geheel niet in Nederland is verricht. Dan
heft Nederland ook geen belasting over het loon. Op de tweede uitzondering is nog
een uitzondering. Als je werkt bij een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon
of wordt uitgezonden, dan wordt steeds geacht dat de arbeid in Nederland is vervuld.
Resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland
Dit betreft de voordelen verkregen uit overige werkzaamheden in Nederland en is de
restcategorie die we uit box 1 kennen voor binnenlands belastingplichtigen (art. 7.2 lid
2 sub c). Hieronder valt ook het ter beschikking stellen van vermogen aan een
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Fiscaaltje96. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.