1.1 Normatieve professionaliteit
Waarden = De idealen die wezenlijk zijn voor de kwaliteit van leven en het beroep.
Normen = De op waarden gebaseerde handelingsvoorschriften.
Deugden = Goede eigenschappen die de handelwijze van de sociaal werker bepalen.
Efficiency = De mate waarin de sociaal werker zijn doelen bereikt.
Normatieve professionaliteit = Bewust zijn van normen, waarden en deugden die een rol spelen in
jouw handelen.
Kunneman (2005) over normen en waarden van sociaal werk:
1. Wat mag ik?
Niveau van wetgeving en contractuele afspraken van organisaties om bepaalde
doelen te halen.
2. Wat kan ik?
Vraag naar deskundigheidsnormen, over welke
competenties/kennis/kunde/vaardigheden een sociaal werker moet beschikken.
3. Waar sta ik voor?
Belangrijkste waarden die je als sociaal werker nastreeft, zoals
integriteit/rechtvaardigheid/empowerment.
Specifieke deugden waarover een sociaal werken moet beschikken, zoals
professionele wijsheid/moed/zorgzaamheid/rechtvaardigheid/professionele
integriteit.
Professionele wijsheid = Het vermogen om op basis van argumenten de juiste praktische keuzes te
maken, die deel uitmaken van goed sociaal werk.
Verschillende niveaus:
1. Microniveau = Individuen, relaties en huishouden.
2. Mesoniveau = Groepen, wijken en gemeenschappen.
3. Macroniveau = Samenleving en beleid.
, 1.2 Signaleren van morele problemen
Verantwoordelijkheid:
1. Taakverantwoordelijkheid
Afspraken die binnen een organisatie zijn gemaakt.
2. Deugdverantwoordelijkheid
Niet gebaseerd op vastgelegde afspraken, maar op normen en waarden.
Bewust bekwaam = Bewust bezig zijn om je competenties van je beroep eigen te maken.
1.3 Moraal
Morele vragen = Vragen over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden moeten leven.
Morele opvattingen = Antwoorden op de vragen hoe men zich als mens goed en verantwoordelijk
kunnen gedragen.
Morele waarden = Idealen of overtuigingen van een groep mensen over wat goed is in het leven.
Morele normen = Gedragsregel, richtlijn die aangeeft hoe iemand zo moeten handelen of hoe gedrag
beoordeeld moet worden.
Moreel probleem = Als waarden botsen.
Ethische dillema’s = De meest gecompliceerde morele problemen.
1.4 Waarden, normen en deugden
Fatsoensnormen = Omgangsregels, conventies en goede manieren die vastleggen wat hoort en niet
hoort.
Juridische normen = Wettelijke regels.
1.5 Intuïtieve moraal
Intuïtieve moraal = Achtergrond van moreel gedrag in het dagelijks leven. Mensen baseren morele
keuzes op hun (bewust of onbewuste) overtuigingen over wat goed en verantwoordelijke gedrag is.
Hechtingsmoraal = Het is goed om voor je naasten te zorgen.
Geweldmoraal = Het is goed om jezelf en je naasten te beschermen tegen
bedreigingen.
Reinigingsmoraal = Het is goed om jouw wereld zuiver te houden.
Samenwerkingsmoraal = Het is goed om constructief samen te werken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jeej23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.