Samenvatting personen- en familierecht
Personenrecht: Regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon
Familierecht: Heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen natuurlijke personen op
het terrein van families en relaties (verticale relaties).
Doelen van het personen- en familierecht:
1. Ordenen en reguleren van familierelaties.
o Er moet bepaald worden welke rechten en plichten gelden
o Er moet bepaald worden als iemand niet meer juridisch zelfstandig
beslissingen kan nemen.
o Etc.
2. Beschermen van de zwakke partij (solidariteit) in het familierecht
o Kan gaan om kinderen, economisch zwakkere partijen, mensen die juridisch
niet meer zelfstandig kunnen bepalen etc.
3. Geschilbeslechting in familierechtelijke conflicten
o Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing in het
personen- en familierecht.
4. Normatieve waarden incorporeren (bijv. gelijkheid man-vrouw, hetero-homo, oud-
jong, niet-gehandicapten-gehandicapten)
o De wetgever moet elke keer een beslissingen nemen hoe deze doelen het
beste bereikt kunnen worden.
Invloed van het gelijkheidsbeginsel in het familierecht:
Ø Gelijkheid man en vrouw
o Volgens het familierecht had te man tot 1984 de beslissende stem
o Inmiddels zijn de verschillen tussen man en vrouw opgeheven.
Ø Gelijkheid kinderen geboren binnen en buiten huwelijk
o Voorheen was er een enorme druk om binnen het huwelijk kinderen te
krijgen.
o Voorbeeld van een schrijnende zaak waarin een kind gedwongen moest
worden afgestaan.
o Dit verschil is vanaf de jaren 80 steeds kleiner geworden. Kinderen worden
minder gestraft als ouders niet gehuwelijkt zijn.
Ø Gelijkheid paren van gelijk geslacht en verschillend geslacht
o Dit is een veel recentelijke ontwikkeling.
Ø Gelijkheid ouders van gelijk geslacht en verschillend geslacht
Bronnen van het personen- en familierecht:
Boek 1 van het BW: Materiële personen- en familierecht
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv): Formele personen- en familierecht
Bijzondere wetten
Internationale conventies (EVRM, IVRK, EHRM etc.)
Facultatieve protocollen IVRK (extra bescherming voor kinderen):
, o (1) Over verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie: legt
staten plicht op tot betere opsporing en vervolging van deze misdrijven en
kindvriendelijke juridische procedures.
o (2) Inzet staten tegen de betrokkenheid van kinderen bij gewapende
conflicten (verhoging leeftijd, plus hulp kindsoldaten). De Staat heeft zich
verplicht dit te voorkomen.
o (3) Individueel klachtrecht. Er is geen onafhankelijk Hof, maar je kunt dus wel
een klacht indienen.
Nederlandse kinderen kunnen niet naar het klachtencomité.
Nederland heeft namelijk niet het facultatief derde protocol
ondertekend.
Aard van het personen- en familierecht:
Ø Dwingendrechtelijke aard
Ø Maar, er kunnen zaken contractueel worden geregeld, voor zover de
familierechtelijke verhouding zich daar niet tegen verzet.
o Schakelbepaling ex art. 3:15, 3:59, 3:78, 3:326 en 6:217 BW.
Ø Eveneens van toepassing kunnen zijn de redelijkheid en billijkheid en de Haviltex-
formule.
Ø Het personen- en familierecht heeft haar basis in het privaatrecht maar kent ook
publiekrechtelijke elementen.
Ø Het gezondheidsrecht staat in nauw verband met het personen- en familierecht.
Europees en internationaal familierecht:
Het familierecht is ingebed in een mensenrechtelijk kader:
Ø Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en
fundamentele vrijheden (EVRM).
o EHRM als supranationale rechten.
o Art. 35 EVRM bepaald: “The Court may only deal with the matter after all
domestic remedies have been exhausted, according to the generally
recognised rules of international law, and within a period of four months from
the date on which the final decision was taken.”
o Art. 8 EVRM: Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie-
en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
o Art. 12 EVRM Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd hebben het recht te
huwen en een gezin te stichten volgens de nationale wetten die de
uitoefening van dit recht beheersen.
Er zijn wel beperkingen om te mogen huwen! Dit is geoorloofd.
Het recht opzich om te huwen mag niet aangetast worden.
o Art. 14 EVRM Het genot van de rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn
vermeld, moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond
ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening,
nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale
minderheid, vermogen, geboorte of andere status.
Je kan nooit een losstaand beroep doen op art. 14 EVRM! Het is geen
zelfstandige grondslag om gelijke behandeling af te dwingen.
, Ø Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
o Geen supranationale rechter
o Kinderrechtencomité
Ø De rechtspraak van de nationale gerechten
Ø De rechtspraak van de Europese hoven (EHRM en het HvJ)
Ø Het Handvest van de Grondrechten voor de EU
o Dit is bindend voor alle lidstaten
Wanneer is het zinvol om een beroep te doen op art. 8 EVRM?
Ø Stap 1: Dit artikel beschermt family life en private life.
o Als het geen family life is, dan valt het wel onder private life.
Ø Stap 2: Er moet sprake zijn van inmenging of van een inbreuk.
o Als de staat actief handelt en daardoor inbreuk maakt.
De staat doet iets waardoor jouw family life wordt ontnomen.
o De staat kan ook een passieve inbreuk maken.
Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de staat het niet mogelijk maakt
om voor homostellen te trouwen.
EHRM Markckx V. Belgium: In dit arrest laat de Staat na iets te regelen
voor kinderen die buitenhuwelijks worden geboren.
Ø Stap 3: Kan de inbreuk gerechtvaardigd worden?
o Zie artikel 8 lid 2 EVRM voor grondslagen ter rechtvaardiging (zie in het
bijzonder de laatste zin; voor de bescherming van de rechten en vrijheden van
anderen).
Internationale familierelaties:
Ø Een internationale familierelatie houdt de verbondenheid van een relatie met een
verschillende rechtsordes in.
Ø Welk (nationaal) recht is van toepassing? Hiervoor moeten we kijken naar de conflict
regels die het recht aanwijzen waarmee de rechtsverhouding het nauwst is
verbonden.
o Zie HVJ Grunkin-Paul en HVJ Mercea Florian Freitag
Ø Op grond van art. 81 VWEU is de Europese wetgever bevoegd om maatregelen te
nemen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen.
o Verordening betreffende de bevoegdheid en de erkenning en
tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid (Brussel II bis).
Deze wordt in 2022 vervangen door Brussel II ter
o Verordening betreffende het toepasselijke recht inzake echtscheiding en
scheiding van tafel en bed (Rome III)
Nederland doet hier niet aan mee
o Verordening betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de
erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen (Alimentatieverordening).
Commune Nederlandse regels van het conflictenrecht:
Ø Elk land beschikt over nationale regels voor grensoverschrijdende familierelaties
Ø In Nederland zijn de regels inzake de internationale bevoegdheid van de Nederlandse
rechter te vinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
, o Deze regels zijn alleen van toepassing als de materie niet door een voor
Nederland geldende Europese verordening of een internationaal verdrag is
geregeld.
Ø De voorrang van Europees recht (ex art. 93 en 94 GW) en verdragenrecht geldt ook
voor het vraagstuk van toepasselijk recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van
buitenlandse beslissingen en akten.
Ø De regels die bepalen welk recht van toepassing is (= conflictrecht) zijn opgenomen in
Boek 10 BW.
Ø Zie op p. 35-37 ‘Familierecht’ een overzicht van familierechtelijke rechtsgebieden en
IPR-vragen met toepasselijke rechtsbronnen.
Personenrecht
Algemene bepalingen – Titel 1 Boek 1:
Art. 1:1 lid 1 BW: Allen in Nederland zijn vrij en bevoegd tot het genot van burgerlijke
rechten.
Art. 1:2 BW: Een ongeboren kind kan al als rechtssubject in bepaalde gevallen worden
aangemerkt.
Bloed- en aanverwantschap:
Ø Art. 1:3 lid 1 BW: Bloedverwantschap ontstaat tussen personen die juridisch van
elkaar afstammen of tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader
hebben
o Een biologische band is niet vereist!
Ø Art. 1:3 lid 2 BW: Aanverwantschap ontstaat door huwelijk of geregistreerd
partnerschap: tussen de ene echtgenoot of partner en de bloedverwanten van de
andere echtgenoot of partner.